Dit is een gezamenlijk persbericht van VNG, Neprom, NVB en VROM

Akkoord over gemeentelijk grondprijsbeleid

Afspraken bevorderen woonkwaliteit en keuzevrijheid van de huizenkoper.

'Bij de berekening van de gemeentelijke gronduitgifteprijzen is de kwaliteit van de te bouwen woningen uitgangspunt, en kleine wijzigingen in het woningontwerp en meerwerk leiden niet tot een hogere grondprijs.' Dit zijn de belangrijkste afspraken in het convenant grondprijsbeleid en woningkwaliteit dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Vereniging van Projectontwikkeling Maatschappijen Neprom, NVB, waarbij zijn aangesloten ontwikkelaars en bouwondernemers en de Staatssecretaris van VROM vandaag hebben ondertekend. Het convenant bevordert dat de huizenkoper meer kwaliteit aan zijn woning kan toevoegen, zonder dat dit wordt afgestraft door een hogere grondprijs.

Sommige gemeenten hanteren voor de vaststelling van grondprijzen een vast percentage van de verkoopprijs van de woning. Deze zogenoemde grondquote kan ten koste gaan van de woningkwaliteit. Door uit te gaan van een grondquote van bijvoorbeeld x-% blijft een bepaald budget over waarmee de ontwikkelaar en bouwer het moeten doen. Als de quote te hoog is gaat dat ten koste van het kwaliteitsniveau. VNG, Neprom, NVB en de Staatssecretaris ontraden gemeenten uitdrukkelijk deze methode te gebruiken.

In het convenant wordt de gewenste kwaliteit van nieuwbouwwoningen als uitgangspunt genomen. De door de gemeenten in rekening te brengen grondprijzen worden daarvan afgeleid: de grondprijs vormt het verschil tussen de verwachte verkoopprijs van de woning en de bruto bouwsom. De opstellers van het akkoord vinden dat alle gemeenten deze zogenoemde residuele methode bij de berekening van de grondprijzen moeten gaan gebruiken. Dan kan een optimale afweging worden gemaakt tussen de behoefte op de lokale woningmarkt, het realiseren van een marktconforme grondprijs en het leveren van woningkwaliteit die de consument zich wenst.

In het akkoord zijn nog enkele andere afspraken opgenomen. Uitgangspunt bij de grondprijsberekening is een complete woning met een normaal inbouwpakket. Het is niet de bedoeling dat de grondprijs stijgt als tijdens de ontwikkelingsfase kleine veranderingen zoals een dakkapel worden aangebracht. Ook later aangebracht meerwerk zoals sanitair mag niet meer tot een hogere grondprijs leiden. Dit systeem leidt daardoor tot betere woningen waarbij meer rekening wordt gehouden met de wensen van de koper.

In het convenant wordt aanbevolen dat gemeenten en ontwikkelaars de gewenste woningkwaliteit vooraf in de ontwikkelingsovereenkomst vastleggen en waarborgen. Gezamenlijk wordt onderzocht hoe dit het beste kan worden vormgegeven. Verder is afgesproken dat onvoorziene wijzigingen in de bouwkosten en verkoopprijzen, die tijdens de bouw kunnen ontstaan, niet ten koste mogen gaan van de afgesproken kwaliteit. Gemeenten en ontwikkelaars kunnen afspreken voor wiens rekening meevallers of tegenvallers komen. Daarnaast is overeengekomen dat in een nog te sluiten vervolgakkoord afspraken worden gemaakt over particulier opdrachtgeverschap en cascobouw, alsmede over intensief ruimtegebruik bij met name kantoren- en bedrijventerreinen. Om te bevorderen dat gemeenten en marktpartijen uitvoering kunnen geven aan het akkoord, hebben VNG, Neprom, NVB en VROM afgesproken dat zij in het voorjaar conferenties voor gemeenten en marktpartijen zullen organiseren.

19 december 2001