CBS

Herstel consumentenvertrouwen

Het consumentenvertrouwen laat in december een duidelijk herstel zien. De vertrouwensindex stijgt met vier punten tot -7. Het aantal pessimisten blijft daarmee iets groter dan het aantal optimisten. In de periode oktober-november vond al een stabilisatie plaats, na een vrijwel onafgebroken daling sinds eind vorig jaar. In december neemt vooral het sterke pessimisme over de algemene economische situatie af. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuur Onderzoek van het CBS.

Pessimisme over toekomst economie neemt af
Het herstel van het consumentenvertrouwen komt vooral doordat het sterke pessimisme over de algemene economische situatie afneemt. Voor volgend jaar is de consument minder pessimistisch over de economische toestand dan een maand geleden. Het oordeel over de economie in de afgelopen twaalf maanden is min of meer gelijk gebleven. De koopbereidheid van de consument, het andere onderdeel van de vertrouwensindex, blijft vrijwel onveranderd. Nog steeds zijn er meer consumenten die een verbetering van hun financiële positie voorzien dan consumenten die een teruggang aangeven.

Vertrouwen in 2001 op laagste niveau sinds 1994
Het jaarcijfer van het consumentenvertrouwen is uitgekomen op -1, het laagste niveau sinds 1994. Dit is fors lager dan de recordhoogte van 25 punten in 2000, maar nog wel hoger dan tijdens de vorige periode van economische teruggang in 1993. De daling in 2001 hangt vooral samen met de scherpe omslag van optimisme naar pessimisme over de economie in het algemeen. De deelindicator voor het economisch klimaat is 50 punten gezakt. Dit is de scherpste terugval sinds het begin van de reeks in 1972. Overigens kan het sentiment ook snel de andere kant op omslaan: in 1984 verbeterde het oordeel over de algemene economische situatie met 53 punten. Ook de koopbereidheid is in 2001 duidelijk teruggelopen, maar in mindere mate. Dit onderdeel van het vertrouwen zakt tien punten. Opvallend is wel dat het oordeel over het doen van grote aankopen sterker terugloopt, met achttien punten. De consument blijft positief over het doen van grote aankopen, maar is minder positief dan de afgelopen drie jaar. Dit ging in 2001 gepaard met een duidelijke terugval in de groei van de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen, na een aantal jaren met een relatief hoge stijging.

Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend personen. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens. De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien betekent dat de optimisten een meerderheid van tien procent hebben ten opzichte van de pessimisten. Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de koopbereidheid. Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.