Landelijk instituut sociale verzekeringen


ACTUEEL/Persbericht

Persbericht d.d. 20/12/01

Premiedifferentiatie WAO in 2001

Eigen risico dragen
In 2001 zijn er 3.399 werkgevers die zelf het risico dragen voor de WAO. Het percentage eigen risicodragers is in de afgelopen jaren gestegen van 0,1% in 1998 tot 0,9% in 2001. Circa 75% van de eigen risicodragers betreft kleine werkgevers. De grens tussen kleine en grote werkgevers ligt in 2001 bij een loonsom van fl. 726.000,- (15 personeelsleden met een gemiddeld loon van fl. 48.400,-). De loonsom van de eigen risicodragers is in de periode 1998 - 2001 gestegen van fl. 3,5 mld. in 1998 naar fl. 15,9 mld. in 2001. Het aandeel van de loonsom van de eigen risicodragers in de totale loonsom (fl. 282 mld) is in 2001 gestegen naar 5,6%. Dit staat in de statistische publicatie "Premiedifferentiatie WAO 2001", die door het Lisv is uitgegeven.

Bij de sector 'Grafische industrie' is in 2001 49% van de werkgevers eigen risicodrager. De werkgevers uit deze sector hebben in 1999 de WAO collectief herverzekerd. Bij de sector 'Grootwinkelbedrijf' is het aandeel eigen risicodragers onder de werkgevers 11,5%. De sectoren hebben de sectoren 'Verzekeringswezen en ziekenfondsen', 'Uitgeverij' en 'Baggerbedrijf' hebben een aandeel van respectievelijk 2,9%, 2,4% en 2,2% aan eigen risicodragers in de sector. De sector 'Defensie', één werkgever, is ook eigen risicodrager. Bij de overige sectoren is het aandeel van de eigen risicodragers minder dan 2%.

Omslagleden
Het grootste gedeelte van de kleine werkgevers betaalt de minimum gedifferentieerde premie. Het aantal werkgevers dat deze minimumpremie betaalt, neemt in de loop van de periode 1998 - 2001 af (van 94,1% in 1998 naar 91,8% in 2001). Het percentage kleine werkgevers dat een premiepercentage tussen de minimum en de maximum premie heeft is ten opzichte van 1998 iets toegenomen (van 2,0% in 1998 naar 3,2% in 2001). Het percentage kleine werkgevers dat een maximum premie heeft is ten opzichte van 1998 iets toegenomen (van 3,9% in 1998 naar 4,2% in 2001).

Het grootste gedeelte van de grote werkgevers betaalt een gedifferentieerde premie tussen het minimum en het maximum. Evenals bij de kleine werkgevers zien we bij de grote werkgevers dat het aantal werkgevers dat de minimumpremie betaalt, in de loop van de periode 1998 - 2001 afneemt (van 41,3% in 1998 naar 35,4% in 2001). Het percentage grote werkgevers dat een premiepercentage tussen de minimum en de maximum premie heeft is ten opzichte van 1998 toegenomen (van 56,2% in 1998 tot 60,8% in 2001). Het percentage grote werkgevers dat een maximum premie heeft is ten opzichte van 1998 iets afgenomen (van 2,4% in 1998 naar 1,9% in 2001).

Deze gegevens over premiepercentages gelden voor werkgevers die collectief zijn verzekerd via het zogenoemde omslagstelsel. Werkgevers die het risico van arbeidsongeschiktheid van hun werknemers voor eigen rekening nemen hebben hiervoor meestal een particuliere verzekering gesloten. Niet bekend is welke premies zij betalen.

Werkgevers die deelnemen aan het publieke omslagstelsel betalen naast een basispremie een gedifferentieerde premie. De hoogte van de gedifferentieerde premie is mede afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidsrisico van het bedrijf. Is het arbeidsongeschiktheidsrisico lager dan het landelijk gemiddelde dan krijgt de werkgever een lagere gedifferentieerde premie. Is het arbeidsongeschiktheidsrisico hoger dan het landelijk gemiddelde dan is de gedifferentieerde premie hoger.

Dit persbericht is gebaseerd op de volgende statistische publicatie: Premiedifferentiatie Wao 2001