Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
http://www.minszw.nl
MIN SZW: Extra verlofregelingen voor zelfstandigen niet nodig
Nr. 2001/227
20 december 2001
Extra verlofregelingen voor zelfstandigen niet nodig
Vrouwelijke zelfstandigen hebben over het algemeen weinig problemen
bij het combineren van het eigen bedrijf met de zorg voor kinderen of
familieleden. Zestig procent van hen zegt dat één van de redenen voor
het hebben van een eigen bedrijf is, dat het goed samengaat met andere
verantwoordelijkheden. Staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid vindt daarom extra betaalde verlofregelingen voor
zelfstandigen niet nodig.
Dat staat in een brief van staatssecretaris Verstand aan de Tweede
Kamer. Basis voor de brief is het rapport Vrouwelijke zelfstandigen en
de combinatie van arbeid en zorg van Research voor Beleid.
Uit het onderzoek blijkt dat 71 procent van de vrouwelijke zelfstandigen zelden of nooit problemen ervaart met de combinatie van arbeid en zorg. Iets minder dan een kwart (22 procent) zegt soms problemen te hebben en 7 procent heeft vaak problemen om het eigen bedrijf te combineren met de zorg voor kinderen of familieleden. Vrouwelijke zelfstandigen met jonge kinderen hebben over het algemeen vaker moeilijkheden bij de combinatie van arbeid en zorg.
Zelfstandigen hebben op dit moment bij zwangerschap recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering en in het geval van adoptie, een adoptie-uitkering. Gezien de resultaten van het onderzoek ziet staatssecretaris Verstand geen noodzaak deze regelingen uit te breiden met andere betaalde verlofregelingen. Daarnaast speelt een rol dat controle op een betaalde verlofregeling voor zelfstandigen niet goed mogelijk is omdat het aantal verlofuren en het inkomensverlies door niet-gewerkte uren moeilijk objectief is vast te stellen.
Knelpunten in de kinderopvang voor zelfstandigen worden door het kabinet aangepakt in de Wet Basisvoorziening Kinderopvang, die onlangs door de ministerraad is aanvaard. Hierin wordt onder meer geregeld dat zelfstandigen in aanmerking komen voor een inkomensafhankelijke overheidsbijdrage voor de kosten van kinderopvang.
In het Belastingplan 2002 is op verzoek van de Tweede Kamer in
principe een wijziging van het zogeheten urencriterium opgenomen. Om
een beroep te kunnen doen op bepaalde fiscale faciliteiten moet een
zelfstandige minimaal 1225 uren per jaar in de onderneming werken.
Voor vrouwelijke zelfstandigen is het in het jaar van een zwangerschap
en/of bevalling moeilijk om aan deze eis te voldoen. In dat jaar zal
voor vrouwelijke zelfstandigen een urencriterium van 700 uur
gelden.
---
De volledige tekst van de brief van staatssecretaris Verstand over
vrouwelijke zelfstandigen staat op de internetsite van het ministerie
van SZW: www.minszw.nl (klikken op 'Officiële publicaties' in de
linker knoppenbalk).
Het rapport Vrouwelijke zelfstandigen en de combinatie van arbeid en
zorg is te koop bij Elsevier bedrijfsinformatie bv, telefoon
0314-358358. Het ISBN is: 90 5749 841 3
20 dec 01 15:14