Gemeente 's-Hertogenbosch


---

Voortgang integrale maatregelen Hinthamerstraat/binnenstad

do 20 december 2001

Aanleiding

In juni 2001 bleek uit de evaluatie van het Convenant Beheersbaarheid Dienstencentrum Hinthamerstraat dat door bewoners, ondernemers en de bibliotheek overlast wordt ondervonden, die wordt veroorzaakt door dak- en thuislozen, verslaafden, psychiatrische patiënten, mensen met meervoudige en samengestelde problemen, illegalen en jongeren met baldadig gedrag. De overlast wordt mede toegeschreven aan de aanwezigheid van een prostitutiepand, twee coffeeshops, het Inloopschip en GGZ s-Hertogenbosch. Daarnaast is de Hinthamerstraat een drukke winkelstraat, die veel mensen trekt en onderdeel is van het Bossche uitgaanscentrum. In het zogenaamde "zomerscenario" is een aantal extra maatregelen genomen, boven op de in het convenant vastgelegde afspraken. In september 2001 heeft het college de "Integrale maatregelen ter bestrijding van de overlast in de Hinthamerstraat" voorgelegd aan de commissie Cultuur, Grotestedenbeleid en Volkshuisvesting. Hierin zijn twee soorten maatregelen opgenomen: maatregelen direct gericht op de aanpak van de ervaren overlast en maatregelen gericht op de verbetering van de opvang en zorgverlening, waaronder de ontwikkeling van bemoeizorg, die ook zal bijdragen aan vermindering overlast. Het college vraagt de commissie CGV positief te adviseren over de voortgang van deze integrale overlastbestrijding.

Maatregelen direct gericht op aanpak ervaren overlast

Er bestaan diverse afspraken over het toezicht in de omgeving van het Inloopschip door politie, stadstoezicht en het Inloopschip, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en taakstelling. In de begeleidingscommissie beheersbaarheid dienstencentrum Hinthamerstraat is afgesproken dat het zinvol is om het convenant te evalueren en nader te concretiseren, omdat er een aantal afspraken in staat, die niet uitvoerbaar is.

Het project bemoeizorg

Sinds september is het Lokaal Coördinatieteam Overlastbestrijding Binnenstad actief. In dit overleg participeren op managementniveau de maatschappelijke en vrouwenopvang, Novadic, GGZ, Madi, politie en gemeente. Uit een analyse van het Coördinatieteam blijkt dat er in s-Hertogenbosch hard wordt gewerkt aan het realiseren van een sluitend aanbod van voorzieningen gericht op preventie, opvang, zorgverlening en reïntegratie, maar dat hier op dit moment nog geen sprake van is. En dit terwijl de vraag naar opvang en zorgverlening toeneemt, doordat steeds meer mensen met een steeds zwaardere en complexere problematiek een beroep doen op de beschikbare voorzieningen. Tegelijkertijd blijkt er een groep te zijn, die steeds minder wordt bereikt door de bestaande voorzieningen. Met het oog op deze toenemende problematiek op straat en het feit dat instellingen een deel van hun doelgroep niet meer bereiken, zijn er zowel door de maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg als GGZ de afgelopen periode een aantal initiatieven gestart die erop gericht zijn mensen die zichzelf niet melden actief te benaderen, op straat of thuis. Deze initiatieven hebben als doel om door een actieve benadering van mensen met problemen en door een op hun problematiek toegesneden zorgaanbod de zorg te verbeteren en overlast te voorkomen. De inzet van het Lokaal Coördinatieteam Overlastbestrijding Binnenstad is erop gericht om deze initiatieven aaneen te smeden tot één sluitende aanpak bemoeizorg.

Drie initiatieven

Concreet gaat het om drie initiatieven:

* namens de maatschappelijke en vrouwenopvang is het Inloopschip in december jl. gestart met een experiment voor een half jaar: "Vroegtijdige signalering en basiszorg". In dit experiment gaat een medewerker van het Inloopschip actief op zoek naar mensen, die hulp nodig hebben en (nog) niet adequaat worden geholpen. Voor deze personen worden maatwerktrajecten ontwikkeld, die vervolgens door reguliere instellingen worden aangeboden;
* Novadic voert op dit moment een regionaal project uit onder de titel "Outreachende hulpverlening en casemanagement" met als doel het bieden van outreachende, sociaal maatschappelijke consultatie, begeleiding en hulpverlening en het bevorderen van de zorgcoördinatie. De doelgroep wordt gevormd door verslaafden met psychiatrische problemen. Daarnaast gaat een psychiatrisch verpleegkundige van Novadic actieve outreachende zorg op straat aanbieden;

* de GGZ voert het project "Casemanagement en casefinding" uit:
* casemanagement: zowel vanuit de langdurige zorg als de kortdurende behandeling begeleiden Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen een grote groep cliënten, die zonder begeleiding voor grote maatschappelijke overlast kunnen zorgen. In een aantal gevallen is er vooral sprake van maatschappelijk onaangepast gedrag. Hierin wordt dan veel samengewerkt met de maatschappelijke dienstverlening;

* casefinding: gericht op het voorkomen van overlast. Dit betreft vooral mensen met psychiatrische problematiek en sterk onaangepast maatschappelijk gedrag.

Bemoeizorgteam

In deze aanpak is het bemoeizorgteam verantwoordelijk voor het uitvoeren van de bemoeizorg. Het werkt daartoe met een frontoffice bestaande uit twee bemoeizorg-medewerkers, een van het Inloopschip en een van Novadic. Deze benaderen mensen met problemen die overlast veroorzaken op straat actief, gaan na met welk zorgaanbod deze personen zouden kunnen worden geholpen en organiseren dit aanbod vervolgens uitgaande van het aanbod van de reguliere instellingen. Het bemoeizorgteam bestaat onder meer uit medewerkers van de GGZ, maatschappelijke en vrouwenopvang, Novadic, GGD en politie en wordt ondersteund door medewerkers van Madi, pastoraal werk, gemeente (stadstoezicht, Arbeidsmarkt en Sociale Zaken), OM, enz. Werkende weg krijgt de aanpak van het bemoeizorgteam vorm, waarbij aandacht wordt besteed aan aspecten als methodiekontwikkeling en de ontwikkeling van een registratie en signaleringssysteem. Met een participerend onderzoek wordt de aanpak voortdurend gevolgd, geëvalueerd en bijgesteld.

---

Nieuwbouw Museum Het Kruithuis

do 20 december 2001

De plannen voor de uitbreiding van Museum Het Kruithuis zijn weer een stapje dichterbij gekomen. Nadat het bestemmingsplan voor het kruithuis en omgeving tot in hoogste instantie goedkeuring heeft verkregen, heeft de gemeente de afgifte van de benodigde vergunningen voorbereid. Lopende die procedure is door de Stichting 's-Hertogenbossche Monumentenzorg bij het Rijk een verzoek ingediend om enkele panden aan de Citadellaan en de Vliertstraat aan te wijzen als Rijksmonument. Vertegenwoordigers van de Raad voor de cultuur, die aan de staatsecretaris over de aanvraag moeten adviseren, hebben zich ter plaatse op de hoogte gesteld en advies uitgebracht. De Raad voor de cultuur heeft aan de staatssecretaris geadviseerd de panden niet op de rijksmonumentenlijst te plaatsen.

Inmiddels heeft de staatssecretaris zijn besluit aan de gemeente doen toekomen. Dat besluit houdt in, dat de betreffende panden niet voldoende waarde hebben om als Rijksmonument te worden gekwalificeerd. De Raad voor de cultuur heeft er in haar advies aan de staatssectretaris op gewezen dat de gebouwen wel een zekere cultuurhistorische waarde hebben. De raad doet onder meer de suggestie om te bezien of ze geen gemeentelijk monument kunnen worden. Het college heeft besloten deze suggestie niet over te nemen. Op gemeentelijk niveau is de cultuurhistorische waarde van het kruithuis en omgeving immers reeds afgewogen in de bestemmingsplanprocedure, en dat heeft geleid tot het plan zoals het nu voorligt. Bouwhistorisch en archeologisch onderzoek heeft in het kader van de planvoorbereiding plaatsgevonden, en met de resultaten daarvan is zoveel mogelijk rekening gehouden. Zo zal vestingmuur onderdeel uitmaken van het plan. Ook zullen de latere ophogingen rondom het kruithuis weer worden verwijderd, zodat het gebouw weer zijn historische allure terugkrijgt. Het kruithuis zelf zal op een bouwhistorisch verantwoorde wijze worden gerestaureerd. De Raad voor de cultuur heeft geen nieuwe argumenten of informatie aangedragen, die een reden zou kunnen zijn teug te komen op de afwegingen, die zijn gemaakt.

Het college heeft daarom besloten het vergunningentraject voor de plannen voor uitbreiding van het museum door te zetten. De diverse ingediende bezwaarschriften (sloop-, kap- en monumentenvergunningen) worden door het college, conform het advies van de commissie voor bezwaar- en beroepschriften, niet ontvankelijk c.q. ongegrond verklaard. Tevens gaat het college de rechtbank verzoeken om opheffing van de opschortende werking van de monumentenvergunningen voor het Kruithuis en voor de panden aan de Vliertstraat en Citadellaan. Ook verleent het college de benodigde monumentenvergunningen en wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om voor de grondsanering ter plaatse van het Kruithuis aan de Citadellaan 2.400.000,- ( 1.089.072,52) beschikbaar te stellen.