Partij van de Arbeid

Den Haag, 20 december 2001

VRAGEN VAN DE LEDEN DEPLA EN TIMMERMANS (BEIDEN PvdA) AAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

1. Heeft u geweigerd het bedrijf NV De Grondbankcombinatie uit Brunssum toestemming te verlenen voor het exporteren van 50.000 ton licht vervuilde grond naar Duitsland, terwijl de Duitse autoriteiten geen enkel bezwaar hebben? (1)

2. Klopt het dat de grond overal in Nederland mag worden gestort, maar niet op honderd meter van het genoemde bedrijf, alleen maar omdat er een landsgrens tussen zit? Is de reden hiervoor dat bij de export van licht vervuilde grond moet worden aangetoond dat de grond in het buitenland nuttig moet worden gebruikt?

3. Zo ja, welk doel is ermee gediend als een dergelijke regel zo wordt toegepast dat daarmee het milieu schade ondervindt, al was het alleen maar door het nutteloze transport van 50.000 ton grond over een veel grotere dan nodige afstand?

4. Zou de genoemde regel niet veeleer moeten gelden voor export naar landen buiten de Europese Unie, omdat toch mag worden aangenomen dat de regels voor het storten van vervuilde grond in lidstaten van de EU met voldoende waarborgen zijn omkleed, zodat Nederlandse regelgeving bij export naar die landen niet nodig is? Moet uw besluit zo worden opgevat dat u geen vertrouwen heeft in de Duitse wetgeving?

5. Deelt u de opvatting dat wetgeving er niet toe zou moeten leiden dat grensoverschrijdende samenwerking die ten goede komt aan het milieu wordt gefrustreerd? Bent u bereid maatregelen te nemen om onnodige of onbedoelde effecten van de wetgeving aan te passen en de kamer daarover te berichten?

(1) Dagblad De Limburger, 20 december 2001