Speech Daniël de Jongh
Bij de aanbieding van 12.500 actiekaarten Stop de Oorlog Stop de
Geweldspiraal op 18 december 2001, namens het Platform tegen de
Nieuwe Oorlog
Zie ook het persbericht.
Welkom hier in Den Haag als deelnemer aan de delegatie die zo
meteen namens meer dan 12.500 Nederlandse vrouwen en mannen aan
het adres van minister-president Kok een oproep zal bezorgen
waarin wordt gepleit voor het beëindigen van de nu al maanden
woedende nieuwe oorlog. De minister-president zien we niet. Hij
heeft ons laten weten absoluut geen kans te zien om ons enkele
minuten hier voor zijn werkvertrek te ontmoeten. Afgelopen
zaterdag was hij weliswaar in staat om te pendelen tussen Brussel
en Amsterdam; nu heeft hij laten weten het te druk te hebben en
ook nog eens ziek te zij geweest, enkele weken terug. Zijn advies
om minister van buitenlandse zaken Van Aartsen als plaatsvervanger
te vragen hebben we opgevolgd maar wellicht raadt u het al: ook
die had helaas geen tijd om stapels kritisch getoonzette kaarten
van verontruste burgers in ontvangst te nemen.
Het past bij de hele merkwaardige sfeer rondom de nieuwe oorlog
die op 7 oktober uitbrak na de dramatische gebeurtenissen van 11
september in Amerika en waarin Nederland, eerst formeel en sinds
enige tijd ook materieel, partij is met militaire middelen en
manschappen. Vanaf het begin werd ook Nederland aangestoken door
het wie niet voor ons is is tegen ons-virus dat vanuit Amerika
door president Bush werd verspreid. Wie vol afschuw gereageerd had
om de brutale massamoord in Amerika maar van mening was dat het
oog om oog-beginsel níet moest worden toegepast, was verdacht.
Binnen en buiten de Tweede Kamer werd gesuggereerd dat niet
meedoen aan de nieuwe oorlog nietsdoen betekende terwijl het toch
voor iedereen duidelijk moest zijn dat er íets diende te gebeuren
in reactie op het brute terrorisme. Die algemene we moeten erop
slaan-visie beïnvloedde veel mensen. Meteen nadat Nederland zich
aansloot bij de nieuwe oorlog, was daarvoor massale steun in de
Nederlandse samenleving, die ook vond dat we íets moesten doen en
die door de uitlatingen van politici op de gedachte werd gebracht
dat iets en oorlog elkaar in dit geval dekten. Sinds het uitbreken
van de oorlog, waarvan we weinig zien maar waarvan we inmiddels
weten dat hij bestond en bestaat uit massale bombardementen,
duizenden doden en gewonden en honderdduizenden verdreven
Afghaanse mensen - veelal onbereikbaar voor de hulpverlening - ,
is de steun vanuit de Nederlandse bevolking aanzienlijk afgenomen.
Dat blijkt onder meer uit wekelijkse peilingen die de regering in
het geheim laat doen naar de mening van onze bevolking over haar
beleid. Steeds meer mensen beginnen te twijfelen of oorlog
inderdaad wel het íets was dat we moesten ondernemen tegen het
internationale terrorisme. Steeds meer mensen beginnen zich af te
vragen of er geen effectievere methoden bestaan om misdadigers op
te sporen dan met B-52-bommenwerpers, clusterbommen en aanvallen
op steden, dorpen en gevangenissen. Nu de oorlog in Afghanistan,
althans voor het deel dat het Westen interesseert, bijna voorbij
lijkt te zijn, is de hoofdverdachte van de Amerikaanse aanslagen,
de Saoedische Osama bin Laden, minstens zo spoorloos als in het
begin van de oorlog. Tegenover het dodental van de Twin Towers
staat een vergelijkbaar aantal Afghanen. Als we uitgaan van oog om
oog, tand om tand dan lijkt de uitslag nu wel gelijk getrokken.
Maar we waren toch van mening toen het nog geen oorlog was dat dat
principe niet paste bij een beschaafde 21ste eeuwse samenleving?
We waren toch van mening dat juist ter voorkoming en bestrijding
van geweld, onderdrukking, uitbuiting er internationaal geldende
en afdwingbare regels zouden moeten komen die op iedereen van
toepassing zouden zijn? Het internationaal recht als antwoord op
internationale barbarij, in al zijn vormen. Dat uitgangspunt
vergat de wereld toen de Twin Towers ineenstortten, maar sindsdien
is het aantal mensen dat zich weer realiseert dat oorlog geen goed
antwoord is en kan zijn, wereldwijd weer toegenomen. Ook in ons
land zijn er steeds meer mensen die beginnen te twijfelen aan de
juistheid van onze deelname aan deze merkwaardige, schimmige
nieuwe oorlog. De meesten twijfelen nog in stilte, hooguit in
eigen kring. Het is nog steeds not done om je publiekelijk uit te
spreken voor de vrede en tegen de oorlog. Voor een minderheid is
het al wel zo ver. De meer dan 12.500 mensen die hun naam zetten
onder deze petitie Stop de oorlog, stop de geweldsspiraal zijn er
al van overtuigd dat vrede op aarde niet bereikt wordt met het
uitmoorden van mensen, niet in Afghanistan, niet in Amerika,
nergens. Ook wij zijn tegen terroristisch geweld, maar de
ingeslagen weg is heilloos
Deze twaalf-en-een-halfduizend zijn het vervolg op de vijfduizend
mensen die op 30 september manifesteerden en de tienduizend die op
20 oktober demonstreerden tegen de nieuwe oorlog, allen op
uitnodiging van het landelijke Platform tegen de Nieuwe Oorlog,
waarin zon 200 politieke en maatschappelijke organisaties
samenwerken. Misschien vertegenwoordigen we een minderheid. Maar
een van de verworvenheden van onze democratie is dat ook een
minderheid van zich mag doen spreken. En precies daarom zou het
passend zijn geweest als minister-president Kok of minister Van
Aartsen ons hier ontvangen had als bewijs dat er vandaag de dag
door onze regering niet alleen naar mensen geluisterd wordt die
het met je eens zijn. Hun afwezigheid baart ons zorgen, zeker nu
de nieuwe oorlog nieuwe wegen zoekt. De Amerikaanse regering laat
niet na duidelijk te maken dat Afghanistan slechts een etappe in
de nieuwe oorlog is. Waar het volgende slagveld zal liggen weten
we niet. Wellicht in Somalië, in Soedan, in Jemen, of in Irak, wie
weet in Pakistan, het land dat nu tegen wil en dank blijkbaar
Osama bin Laden lijkt te huisvesten. En wat voortzetting van de
oorlog aan nieuwe tegenacties zal oproepen weten we evenmin. Maar
na 11 september lijkt alles mogelijk.
Over enkele dagen is het kerstmis, het feest van de vrede op
aarde. Wij zijn hier gekomen om daar aan te denken en om te
beseffen dat vrede nu niet uit de lucht zal komen vallen maar
afgedwongen moet worden. Niet met geweld, wel met overtuiging. En
overtuigd zijn wij dat ook nu nog steeds moet gelden: Stop de
oorlog, stop de geweldsspiraal!