Nieuw-Vlaamse Alliantie


Vlaanderen is ziek van het Blok (20/12/01)

Er is tien jaar voorbijgegaan sinds de electorale doorbraak van het Vlaams Blok op 24 november 1991; tien jaar van Blok-bestrijding via betogingen, sensibilisering, opiniestukken en cordon sanitaire. Het enige resultaat was dat de geviseerde partij iedere verkiezing won en vandaag de derde grootste is geworden in Vlaanderen, besluit Bart De Wever in een opiniebijdrage in De Standaard.

Na de jongste gemeenteraadsverkiezingen vroeg Brusselaar Luckas Vander Taelen zich vertwijfeld af wie al die Blok-stemmers toch konden zijn, hij kende er namelijk niet één. Helaas trok hij hieruit niet de gepaste conclusie; namelijk dat iemand die niet de minste voeling heeft met het electoraat van een bepaalde partij -- ook al is het de grootste Vlaamse partij in zijn eigen woonplaats -- misschien slecht geplaatst is om die mensen ervan te overtuigen hun stemgedrag te wijzigen. Een vaststelling die opgaat voor heel wat progressieve opiniemakers in Vlaanderen, die er hardnekkig mee doorgaan op te treden als ideale sparringpartner van het Blok.

De mestkevers -- dixit Karel De Gucht -- van het Blok ondergaan het bombardement tegen hen al tien jaar ongehavend, en met de glimlach. Even goed kan men water uitgieten over een eend. Wie een antwoord zoekt op het Blok, zal het anders moeten aanpakken. De partij poneert in hoofdzaak een radicaal rechtse maatschappijvisie --met het anti-vreemdelingenstandpunt en vedette -- en in afgeleide orde een etnisch gekleurd Vlaams-nationalisme. Hoe daarop reageren?

Ten eerste kunnen de sociale problemen die de partij succesvol exploiteert, niet langer worden weggewuifd. In Nederland is het maatschappelijk debat rond de vreemdelingenproblematiek sinds enige tijd volledig losgekomen van alle multiculturele dogma's. Dit ondanks het feit dat er daar geen succesvolle, extreem-rechtse partij bestaat. Of misschien juist dankzij, want sommige ongenuanceerd afwijzende reacties op het rapport-Van San bewijzen dat het Vlaams Blok een hypnotiserend effect heeft. Vooral ter linkerzijde is men hieraan onderhevig. Het vervormde beeld van de werkelijkheid dat het Blok propageert, wordt er gecounterd met dat van de politieke correctheid. Deze polarisatie maakt het klimaat ongezond voor wie genuanceerd probeert te spreken, aan beide kanten dreigen de banbliksems.

De slogantaal tegen het Blok zou beter wijken voor het besef dat alleen een realistisch en volgehouden beleid op termijn de aantrekkingskracht kan verminderen van de zogenaamde oplossingen die de partij aanbiedt. Helaas ontbreekt het de huidige paars-groene coalitie aan cohesie om dit waar te maken. Inzake vreemdelingenbeleid bijvoorbeeld werd er na juni 1999 een combinatie aangekondigd van ,,groene'' regularisaties en ,,blauwe'' uitwijzingen; sindsdien zagen we een gebrekkige uitvoering van het eerste, van het tweede wordt vrijwel niets meer vernomen. Van een doordacht inburgeringsbeleid voor nieuwkomers is zelfs nog geen sprake. Zou Guy Verhofstadt vandaag durven herhalen dat het succes van zijn regering afgemeten zal worden aan het resultaat van extreem-rechts bij de volgende verkiezingen?

Op de tweede plaats is er het Vlaams-nationalisme. Hiervoor geldt dezelfde redenering: de afkeer van het Blok maakt dat reële problemen vaak niet onder ogen worden gezien. De hypnose bepaalt immers dat, als het Vlaams Blok pleit voor Vlaamse onafhankelijkheid, dit niet anders dan een bekrompen en extreem-rechts streven kan zijn. Het is dit axioma dat de VU deed uit elkaar vallen en dat ervoor zorgt dat de N-VA het etiket van ,,vendelzwaaiers'' in sommige media niet afgeworpen krijgt. Nochtans is het zonneklaar dat de barst in België door de 20ste eeuw heen onoverbrugbaar is geworden. Vandaag wordt de wetgevende en de uitvoerende macht verdeeld tussen partijen die alleen in een van beide deelstaten opkomen. Vlamingen en Walen hebben dus maar een halve democratie. De sociale en economische verschillen zorgen ervoor dat het unitair beleid in alle mogelijke dossiers vastloopt. Elio Di Rupo kan zich ongestoord populair maken bij de Waalse kiezer door veto's uit te spreken tegen de Vlaamse consensus. Hoe is het mogelijk dat VLD en NCD daaruit de perverse conclusie trekken dat er in Vlaanderen een grote volkspartij nodig zou zijn om hetzelfde te gaan doen tegenover Wallonië?

Men kan, zoals een Geert van Istendael, dromen van een restauratie van België als natiestaat. Of men kan, zoals een Marc Reynebeau, via deconstructie het begrip identiteit diskwalificeren om vervolgens België te huldigen als exponent van non-identiteit. Er zal geen Blok-kiezer van wakker liggen. Het heeft geen zin om zich vast te klampen aan België, noch om te poseren met een pseudo-progressief wereldburgerschap. Op die manier worden de Vlaamse natie en de symbolen ervan steeds exclusiever geconnoteerd met het Vlaams Blok, dat zich met groeiend electoraal succes opwerpt als beschermer van de eigenheid in een steeds grotere wereld. Men moet Vlaanderen niet afwijzen omdat men het Vlaanderen van het Blok afwijst. De uitdaging is integendeel om een geloofwaardig alternatief aan te bieden: een Vlaamse natie waarin identiteit niet wordt bepaald door afkomst, maar door volwaardig burgerschap. Een civiel Vlaams-nationalisme dus.

Slotsom is dat men het Vlaams Blok niet langer de pap in de mond zou mogen geven door automatisch fanatiek in te roeien tegen alles wat de partij aan de orde stelt; evenmin door het bestaan van het Blok bij iedere gelegenheid tot het belangrijkste drama van Vlaanderen uit te roepen. De remedie van de politieke correctheid heeft gefaald en vertoont bovendien trekjes van de kwaal. Laten we volstaan met te streven naar een democratische Vlaamse natie met efficiënt bestuur, zonder taboes en voor alle inwoners.

Auteur:
Bart De Wever
Lid Partijbestuur N-VA

Meer informatie:
E-post: bart.dewever@n-va.be