Screening Down-syndroom: alleen vrouwen boven 30 jaar
20 december 2001
Onderzoek naar draagvlak onder bevolking nodig
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) adviseert de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om, bij een mogelijke
invoering van screening op Down-syndroom, deze te beperken tot vrouwen
van 30 jaar en ouder. Bovendien moet onderzocht worden of er voldoende
draagvlak bij de bevolking en bij de beroepsbeoefenaren bestaat voor
invoering van deze screening. Het College is er niet van overtuigd dat
de (maatschappelijke) aanvaarbaarheid van de voorgestelde
screeningstest en behandel-mogelijkheden voldoende is vastgesteld.
Dit standpunt heeft het College op 20 december 2001 schriftelijk
bekend gemaakt aan de minister van VWS.
Naarmate de leeftijd van een zwanger vrouw vordert, neemt de kans op
de geboorte van een baby met het Down-sydroom (DS) toe. Het aantal
geboorten van een DS-baby was in 2000 bij vrouwen onder de 30 jaar
ruim 0,09% (74 DS-baby's op 79.600 zwangerschappen). Bij vrouwen
tussen 30 en 35 jaar was dat bijna 0,16% (143 op 91.040
zwangerschappen). En van de 28.860 zwangere vrouwen van 36 jaar en
ouder kregen 0,58% (168) vrouwen een baby met DS.
De kans om baby's met een Down-syndroom op te sporen ligt bij
zwangeren onder de 30 jaar rond de 40%. Bij vrouwen van 30 tot 35 jaar
op circa 60% en bij vrouwen ouder dan 35 jaar rond de 85%. Het CVZ
hecht groot belang aan een doeltreffende en doelmatige screening van
alle zwangeren en betwijfelt of de screening van vrouwen onder de 30
jaar hieraan voldoet.
Mocht de minister besluiten tot invoering van kansbepalende screening
op Down-syndroom, dan is een krachtige centrale regie van de
screeningsprogramma's noodzakelijk om een goede aansturing, een
optimaal kwaliteitsbeeld en een permanente evaluatie en monitoring te
garanderen.
Auteur: John van der Pas (020) 3475 605
Mutatiedatum 01/12/20 13:54:32
Site Meter
College voor zorgverzekeringen