IP/01/1868
Brussel, 20 december 2001
Werkgelegenheid: nieuw deskundigenverslag zegt dat EU-arbeidsmarkten
soepeler moeten werken
Een Task Force op hoog niveau voor vaardigheden en mobiliteit
verklaart in een nieuw verslag aan de Commissie dat er nog steeds te
veel belemmeringen voor arbeidsmobiliteit in de EU bestaan. In het
verslag worden de belangrijkste probleemgebieden geanalyseerd en een
reeks aanbevelingen gedaan. Zo wordt gepleit voor meer en beter
talenonderricht voor beginners, IT-vaardigheden, eenvoudiger stelsels
voor overdracht van socialezekerheids- en pensioenrechten en een
hervorming van de stelsels voor beroepsregulering en erkenning van
vaardigheden en ervaring die in een andere lidstaat zijn opgedaan. Ook
het eenvoudigweg ontbreken van voorlichting over banen in het
buitenland kan een probleem zijn. Dit onafhankelijke verslag is op
vraag van Anna Diamantopoulou opgesteld. Het biedt de Commissie een
degelijke grondslag om voortgang te maken met haar actieplan om tegen
2005 tot Europese arbeidsmarkten te komen. Dit actieplan wordt begin
2002 op de top van Barcelona voorgesteld als onderdeel van de nieuwe
doelstelling van de Commissie, het "aansturen van veranderingen".
Anna Diamantopoulou, Europees Commissaris voor werkgelegenheid en
sociale zaken, verwelkomde het verslag van de Task Force: "Momenteel
is het voor de burgers van de EU te vaak te moeilijk om over te
stappen naar een andere baan en een ander land. Dat is voor een groot
deel te wijten aan de vaardigheidskloof, maar ook aan een combinatie
van andere factoren. Geen wonder dat deze mensen de EU als een
hersenspinsel beschouwen waar ze weinig aan hebben als het voor hen
van belang is - bijvoorbeeld voor hun werk. De Commissie wil tegen
2005 komen tot open en toegankelijke arbeidsmarkten die de hele EU
bestrijken."
De Task Force op hoog niveau voor vaardigheden en mobiliteit is op
initiatief van de Commissie opgezet om de EU-arbeidsmarkten tegen 2005
open te stellen en heeft de steun gekregen van de Europese top van
Stockholm in maart 2001. De belangrijkste aanbevelingen van de Task
Force luiden als volgt:
* Alle scholieren dienen tegen het eind van hun verplicht onderwijs
naast hun moedertaal minstens twee andere EU-talen te beheersen;
het zou nuttig zijn als een van deze vreemde talen Engels was.
Tegen 2005 moet het vroegtijdig verwerven van taalvaardigheden in
de kleuter- en lagere school (ten laatste vanaf de leeftijd van 8
jaar) van start gaan, en in het secundair onderwijs worden
voortgezet.
* Tegen 2006 moet ervoor worden gezorgd dat elke burger de
basisvaardigheden kan verwerven die nodig zijn om zijn
inzetbaarheid te garanderen: lezen en schrijven, rekenen, omgaan
met informatietechnologie.
* Een derde van het curriculum van postsecundaire studenten dient in
een andere EU-lidstaat te worden doorgebracht, en internationale
uitwisselingsprogramma's binnen de EU moeten worden gestimuleerd
om jongeren en volwassenen betere kansen te geven om ervaringen op
te doen met onderwijs, opleiding en werk in andere landen. Het
percentage van de bevolking dat postsecundair onderwijs heeft
genoten, moet worden opgetrokken tot het niveau van de drie best
presterende lidstaten.
* Deelname aan levenslang leren en bedrijfsopleiding moet
aanzienlijk worden opgevoerd, met uitwisseling van beste
praktijken op Europees niveau (zoals initiatieven van
ICT-bedrijven inzake opleiding en kwalificaties); prijzen en
labels voor Europees levenslang leren dienen te worden toegekend
aan bedrijven die strategieën voor de ontwikkeling van
vaardigheden invoeren.
* ICT-vaardigheden moeten worden gedefinieerd en uitgebreid,
doorzichtig en verkrijgbaar worden gemaakt in de hele EU en moeten
worden gebaseerd op in de hele EU geldende normen. De vraag naar
vaardigheden op ICT-gebied en inzake e-business en de daarmee
samenhangende aanpassingen aan de curricula moeten worden
afgestemd op de vereisten van het bedrijfsleven. Vrouwen moeten
betere kansen krijgen om ICT-vaardigheden te verwerven.
* Het regelgevingskader inzake vrij verkeer, overdraagbaarheid van
socialezekerheids- en pensioenrechten moet tegen 2004 worden
gemoderniseerd; tegen 2004 moet de invoering van een
EU-socialezekerheidskaart worden overwogen om de toegang tot
uitkeringen in de hele EU te verbeteren.
* De uitvoering van het stelsel voor erkenning van gereguleerde
beroepen moet tegen 2005 snel en grondig worden gemoderniseerd.
* Erkenning en validering van vaardigheden, deskundigheid en
ervaring moet worden verbeterd, bijvoorbeeld door het uitwerken
van Europese normen en methoden voor de beoordeling van
niet-formele en informele leeractiviteiten.
* Tegen 2002 moet een Europese "one-stop" informatiesite over
mobiliteit worden opgezet om allesomvattende, kwalitatief
hoogstaande, actuele en gemakkelijk toegankelijke informatie te
verstrekken over de belangrijkste aspecten van banen, mobiliteit,
leermogelijkheden en rechten van mobiele burgers in Europa. EURES
moet tegen 2004 in de systemen van de lidstaten zijn geïntegreerd.
Achtergrond
De Task Force is in juni 2001 samengebracht door Anna Diamantopoulou,
Commissaris voor werkgelegenheid en sociale zaken, als een belangrijk
onderdeel van de strategie van de Commissie om de belemmeringen voor
mobiliteit uit de weg te ruimen en de vaardigheden van de Europese
werknemers op alle niveaus te verbeteren. De Task Force is bij zijn
werkzaamheden uitgegaan van drie beginselen. Ten eerste is vrij
verkeer binnen de Europese interne markt een fundamentele doelstelling
van de Europese Unie, en moeten alle obstakels daarvoor uit de weg
worden geruimd. Ten tweede is de ontwikkeling van een
kennismaatschappij een centrale factor in het concurrentievermogen en
de groei van een globale economie, en moet beleid ter aanmoediging van
de verwerving van vaardigheden in Europa dus worden versterkt. Ten
derde zijn zowel vrij verkeer als de totstandkoming van een
kennismaatschappij essentiële voorwaarden voor het verwezenlijken van
volledige werkgelegenheid in Europa, een doelstelling die de Europese
Raad van Lissabon begin 2000 heeft vastgesteld. De Commissie is
voornemens om op basis van het verslag van de Task Force in maart 2002
aan de Europese Raad van Barcelona een actieplan voor te leggen met
verdere initiatieven om tegen 2005 iedereen toegang te verlenen tot
werkelijk Europese arbeidsmarkten. Dit actieplan vormt ook een
belangrijke bijdrage tot de herziening van de Europese
Werkgelegenheidsstrategie die in 2002 is gepland.
De leden van de Task Force op hoog niveau waren:
Voorzitter:
Dr Ulrich Schumacher
Voorzitter en CEO van Infineon (SIEMENS group) (DE)
Leden:
Prof. Tito Boeri
Bocconi-universiteit (IT)
Dhr. Juan Chozas
Secretaris-generaal voor de Werkgelegenheid (ES)
Dhr. Giles Clarke
EU 500-ondernemer, Majestic Wine, Pet City, Voorzitter Fosters Rooms
Ltd. (UK)
Mevr. Mona Hemmer
Voormalig Vice-voorzitter van EUROCADRES, (FIN)
Mevr. Lore Hostasch
Voormalig minister van Werkgelegenheid, Gezondheid en Sociale Zaken
(AU)
Dhr. Jan E Kvarnström
Voorzitter, Castellum AB, voormalig CEO Esselte en Securum (SV)
Dhr. John Monks
Algemeen secretaris, Trade Union Congress (UK)
Dr. Jo Ritzen
Vice-voorzitter van de Wereldbank (NL)
Mevr. Rose-Marie Van Lerberghe
Directeur-general Altedia Group (FR)
Nadere inlichtingen (website-addressen worden zo snel mogelijk
geactiveerd):
http://europa.eu.int/comm/employment_social/empl&esf/news_en.htm
http://europa.eu.int/comm/dgs/employment_social/key_en.htm