Ministerie van Justitie

Geliquideerd; criminele afrekeningen in Nederland

Mattijs van de Port
Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen / Universiteit Utrecht
Bestellingen: Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen Kenmerk: EWB 98.135

samenvatting

Het onderzoek is een duidelijk voorbeeld van de onderzoeken uit de 'Bovenkerk-school'. De invalshoek is sociologisch, meer precies cultureel antropologisch; dr. Van de Port is zelf ook cultureel antropoloog. Wie in het rapport op zoek gaat naar 'harde' informatie over - de ontwikkeling van - liquidaties in Nederland zal teleurgesteld zijn. Weliswaar wordt er aandacht besteed aan cijfermatige gegevens over het fenomeen, maar de titel van het desbetreffende hoofdstuk luidt niet voor niets "Rapporteren over het duister". De onderzoeker betoogt dat de liquidatie geen objectief verschijnsel is dat ter bestudering uit de werkelijkheid kan worden gelicht, maar veeleer een denkcategorie is, een interpretatie van de werkelijkheid.
Hij geeft op basis van het bestuderen van 55 dossiers en gesprekken met rechercheurs een interpretatiekader voor liquidaties, op basis van de motieven voor de moord, de modus operandi en de rechtvaardigingen ervoor.

Hij kiest als vertrekpunt veel voorkomende aspecten in criminologische beschouwingen van het fenomeen, maar komt tot de constatering: "de specifieke betekenis van liquidaties niet enkel te zoeken in de richting van de economische "logica" van illegale markten, maar evenzo (zo niet meer) in de richting van emotionele genoegdoening en het vestigen van een gewelddadige reputatie bij individuen en groeperingen" (pag. 63). Hij werkt dit uit in het derde hoofdstuk met de titel "Eer en wraak in het milieu", waarin emoties aan de orde komen als angst, gezichtsverlies en wraakzucht. In het vierde hoofdstuk reflecteert de onderzoeker op de relatie tussen etniciteit en liquidaties, waarbij hij in navolging van Bovenkerk een onderscheid maakt tussen directe en indirecte verbanden tussen etniciteit en criminaliteit. Het slothoofdstuk belicht de extremiteit van het verschijnsel moord aan de hand van twee gruwelijke moordzaken.

Het onderzoek leert primair dat er achter moorden die door de politie van het label 'liquidatie' zijn voorzien, een bonte verzameling van gevallen schuilgaat. Er is sprake van veel verschillende (etnische) groepen, lokale, nationale als internationale settings en diverse modi operandi en een keur van motieven. Er bestaat derhalve geen overeenstemming over wat een liquidatie nu eigenlijk is. Bestaande ideeën over de regulerende werking van geweld op de criminele markt blijken veelal gebaseerd op beweringen over een moord, die achteraf werden gedaan. Zoals reeds aan de orde laat de onderzoeker zien hoe vaak moorden in verband kunnen worden gebracht met kwesties rond eer en wraak. De reflectie op de directe en indirecte verbanden tussen etniciteit en criminaliteit in het vierde hoofdstuk is lezenswaardig, maar leidt niet tot (beleidsmatige interessante) conclusies. Wel biedt de studie een nuancering van verschillende denkbeelden die bij de publieke discussie rondom liquidaties telkenmale de kop op steken.

WODC- informatiedesk / e-mail: wodc-informatiedesk@best-dep.minjus.nl Redacteur: Hans van Netburg

Laatst gewijzigd: 21-12-2001