Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie

Persbericht ministerraad van het Koninkrijk
21 december 2001

GOEDKEURING EUROPEES RECHTSHULPVERDRAG

De Rijksministerraad heeft ingestemd met wetsvoorstellen van minister Korthals van Justitie tot goedkeuring en uitvoering van het EU-rechtshulpverdrag dat op 29 mei 2000 te Brussel is gesloten. Het verdrag moderniseert de internationale rechtshulp in strafzaken. Zo moet bij de uitvoering van rechtshulpverzoeken rekening worden gehouden met door de verzoekende Staat aangegeven formaliteiten en procedures. Onder de bestaande verdragen geschiedt de uitvoering van rechtshulpverzoeken volgens het recht van de aangezochte staat.

Het verdrag kent ook geheel nieuwe vormen van samenwerking, zoals het horen van getuigen en deskundigen per videoconferentie en het werken in gemeenschappelijke onderzoeksteams. Bij het verhoor via videoverbindingen blijft de getuige in zijn eigen land en hoeft dus niet, zoals nu, naar een ander land te reizen. Gemeenschappelijke onderzoeksteams zijn teams die bestaan uit opsporingsambtenaren maar ook uit bijvoorbeeld officieren van justitie uit verschillende lidstaten. Het initiatief tot het instellen van een gemeenschappelijk team wordt genomen door middel van een rechtshulpverzoek. Deze teams hebben geen permanent karakter maar worden ingesteld voor een bepaald doel en voor een beperkte duur. Daarbij zal het veelal gaan om grensoverschrijdende criminaliteit.

Een apart hoofdstuk in het verdrag is gewijd aan het aftappen van telecommunicatie van specifiek aangeduide personen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek, waarbij ook rekening is gehouden met de techniek van de mobiele satelliettelecommunicatie. Met het oog op intensivering van de justitiële samenwerking en de uitwisseling van gegevens bevat het verdrag tenslotte bepalingen inzake de bescherming van die gegevens.

De ministerraad van het koninkrijk heeft ermee ingestemd dat de wetsvoorstellen voor advies aan de Raad van State zullen worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstellen en van de adviezen van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 21.12.2001