Centrale Raad van Beroep Utrecht

Bedrag voor kosten van het bestaan is algemene bijstand die om niet wordt verstrekt.

Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 21-12-2001

Het college van B&W heeft een bedrag aan appellante toegekend voor de algemene kosten van het bestaan, in de vorm van een geldlening; aan de toegekende bijstand werd de verplichting verbonden dat deze besteed zou worden voor het doel waarvoor het is bestemd. betrokkene meent dat het hier gaat om algemene bijstand en dat het college gehouden was deze bijstand om niet te verstrekken.
De Raad volgt betrokkene in deze stelling. De bijstand was immers bestemd ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan van het gezin van appellante. Dit betekent dat deze bijstand als algemene bijstand in de zin van artikel 6, aanhef en onder a, van de Abw moet worden beschouwd. De vraag of de bijstand om niet had moeten worden verstrekt beantwoordt de Raad met betrokkene bevestigend. Het in hoofdstuk III van de Abw opgenomen artikel 19 geeft als hoofdregel dat de bijstand om niet wordt verleend, tenzij in deze wet anders is bepaald. De overige bepalingen in die wet bieden in dit geval geen grondslag om ten aanzien van betrokkene van die hoofdregel af te wijken.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD7123
(Zie het originele bericht)