Netelenbos moet met NS-top over prestatiebeloning leiding gaan praten
21 december 2001
Tweede Kamerlid Camiel Eurlings vindt dat Minister Netelenbos zo snel
mogelijk met de top van de NS moet gaan praten over de invoering van een
prestatiebeloning voor het topmanagement van de NS. Zo'n prestatiebeloning
zou middels een privaatrechtelijk contract kunnen worden vastgelegd. Op deze
wijze zou het management gemotiveerd kunnen worden om voor betere prestaties
op het spoor te zorgen.
Eurlings vindt de door de minister aangekondigde "drastische maatregelen"
onvoldoende. Minister Netelenbos heeft donderdag 20 december jl., tijdens
een debat over de problemen bij de NS, stilzwijgend toegezegd het bestuur en
de raad van commissarissen tot opstappen te dwingen, als blijkt dat de NS er
niet in is geslaagd om in 2001 80% van de treinen op tijd te laten rijden.
Eurlings verwacht dat de concessiewet, waardoor de overheid (weer) meer
zeggenschap krijgt over de gang van zaken bij de NS, er pas over een jaar
zal zijn. In afwachting daarvan wil hij dat de minister nu al meer actie
onderneemt, door met de top van de NS om de tafel te gaan zitten en over een
nieuw prestatiecontract gaat onderhandelen. Daarbij zou de NS-top zich
bereidwilliger moeten opstellen.
"Ik heb een dubbel gevoel wat betreft de verantwoordelijkheid voor de
problemen bij de NS. Er wordt nu veel over de directie van de NS
gediscussieerd, en dat is ook wel logisch, maar hoofdverantwoordelijk is en
blijft de minister. Zij is eindverantwoordelijk voor de huidige structuur
van de NS. In 1995 heeft het paarse kabinet een grote fout gemaakt door de
NS grotendeels te privatiseren", aldus Camiel Eurlings.
Eurlings hekelt de houding van de minister tegenover de NS. "De minister is
tamelijk mak. Zij vindt dat je een zieke patiënt (zo noemt ze de NS) vooral
met rust moet laten. Ik zeg dat zo'n patiënt juist de beste dokter met het
beste medicijn moet krijgen."
"Toen het begin oktober helemaal mis ging bij de NS, kwam de minister met
een zogenaamd verbeterplan. Ik zou het eerder een verslechterplan willen
noemen. Want wat is er gebeurd: begin oktober reed nog maar 82% in plaats
van 90 % van de treinen op tijd. Je zou verwachten dat de minister zegt: we
moeten terug naar tenminste 90%. Maar zei zij toen: we moeten "realistisch"
zijn: zolang 80% van de treinen op tijd rijdt, hoeven we nog niet in te
grijpen. De minister heeft te weinig ambitie getoond en dat is
teleurstellend. De reiziger is hiervan de dupe"