Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie

Persbericht ministerraad
21 december 2001

HERIJKING VAN STRAFMAXIMA IN WETBOEK VAN STRAFRECHT

De maximumstraffen in het strafrecht, met name die voor de geweldsdelicten en de zogenaamde culpose delicten, worden herijkt. Daarmee wordt het strafrecht aangepast aan gewijzigde maatschappelijke opvattingen en worden tevens strafmaxima voor verschillende delicten meer met elkaar in evenwicht gebracht. Zo wordt het maximum voor dood door schuld verhoogd van negen maanden naar twee jaar en tot vier jaar als de dood het gevolg is van roekeloosheid van de dader. De maximale straf voor eenvoudige mishandeling wordt verhoogd van twee naar drie jaar. Dat staat in een wetsvoorstel waarmee de ministerraad op voorstel van minister Korthals van Justitie heeft ingestemd.

De voorgestelde verhoging van het strafmaximum van eenvoudige mishandeling houdt een strafverhoging in voor verschillende vormen van geweld, zoals zinloos geweld tegen een slachtoffer dat burgermoed heeft getoond en mishandeling van weerloze slachtoffers. Ook vallen mishandelingen van werknemers in de (semi-)openbare ruimte eronder (bijvoorbeeld conducteurs). Daarnaast is de strafverhoging van toepassing bij huiselijk geweld. Op grond van de bestaande strafverzwaringsgronden zal degene die zijn echtgenoot, kind of geregistreerde partner mishandelt, voortaan een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren riskeren. Onder omstandigheden kan dan tevens inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis worden toegepast en kan de verdachte buiten heterdaad worden aangehouden. In de praktijk blijkt daar behoefte aan te bestaan.

Culpose delicten zijn delicten waarbij de dader niet opzettelijk een bepaald gevolg veroorzaakt, maar waarbij het zijn schuld is dat het feit plaatsheeft. Schuld betekent dat op zijn minst aanmerkelijk onvoorzichtig is gehandeld; roekeloosheid is de zwaarste vorm van schuld. Voorbeelden van culpose delicten zijn: dood door schuld, al dan niet in het verkeer, het veroorzaken van ernstig lichamelijk letsel door schuld, al dan niet in het verkeer en het door onvoorzichtig handelen veroorzaken van brand of explosies etc. Bij de strafmaxima voor culpose delicten is voor de volgende systematiek gekozen: (1) bij fataal gevolg geldt een strafmaximum van twee jaar; (2) het strafmaximum bij fataal gevolg is het dubbele van dat bij zwaar lichamelijk letsel als gevolg; (3) indien de schuld bestaat uit roekeloosheid worden beide strafmaxima verdubbeld, zodat bij fataal gevolg vier jaren gevangenisstraf en bij zwaar lichamelijk letsel twee jaren gevangenisstraf opgelegd kunnen worden; (4) in het verkeer zijn de strafmaxima de helft hoger; (5) bij rijden onder invloed en bij het in ernstige mate overschrijden van de maximumsnelheid worden de strafmaxima met de helft verhoogd (gecombineerd met roekeloosheid dus maximaal negen jaar, dat is gelijk aan het huidige maximum).

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 21.12.2001