http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=424529
---
Aan de Voorzitter van de Directie Veiligheidsbeleid
Tweede Kamer der Staten-Generaal Nucleaire Aangelegenheden en
Binnenhof 4 Non-Proliferatie
Den Haag Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum 21 december 2001 Behandeld O.D. Kervers
Kenmerk DVB/NN-487/01 Telefoon (070) 348 5106
Blad 1/1 Fax (070) 348 5684
Bijlage(n) 1 E-mail od.kervers@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid
Van Bommel over de OPCW
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Van Bommel over de houding van Nederland ten opzichte van de
Chemische Wapens Verdragorganisatie (CWV). Deze vragen werden ingezonden op
30 november 2001 met kenmerk 2010203060.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen
van het lid Van Bommel (2010203060)
Vraag 1:
Is het waar dat door een vergadertechnische verandering de OPCW niet
langer de mogelijkheid heeft zich tijdens de Algemene Vergadering (AV) van
de Verenigde Naties rechtstreeks tot alle afgevaardigden te richten?
Antwoord:
Neen. Op 6 december jl. heeft de Directeur-Generaal van de OPCW, dhr.
Bustani, de Algemene Vergadering in plenaire zitting toegesproken. Ook
tijdens de 57e AVVN in 2002 zal deze mogelijkheid bestaan. Op grond van een
dit jaar door de Algemene Vergadering aangenomen resolutie inzake de
revitalisering van de Algemene Vergadering zal na de 57e Algemene
Vergadering ondermeer het agendaonderwerp inzake het Samenwerkingakkoord
tussen de VN en de OPCW tweejaarlijks worden geagendeerd. De Directeur
-Generaal van de OPCW kan bij die gelegenheden de Algemene Vergadering in
plenaire zitting toespreken. Aangezien het onderwerp Chemische wapens
jaarlijks wordt besproken in de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering
(inzake ontwapening en internationale veiligheid), bestaat ook daar de
mogelijkheid voor de Directeur-Generaal van de OPCW zich tot de
afgevaardigden te richten.
Vraag 2:
Is het waar dat de OPCW in het verleden juist door rechtstreeks aan de AV te
rapporteren vele landen wist te overtuigen de Chemische Wapens Conventie te
tekenen en/of ratificeren?
Antwoord:
Op 17 oktober 2000 werd de samenwerkingsovereenkomst tussen de VN en de OPCW
ondertekend. Rapportage van de OPCW aan de VN onder die overeenkomst heeft
voor het eerst plaatsgevonden op 6 december 2001. Op dat moment waren al 143
landen partij bij het Chemische Wapensverdrag (CW-verdrag). De grote toename
in het aantal partijen bij het CW-verdrag lijkt in het verleden met name het
gevolg van intensieve diplomatieke actie, waarbij de EU en Nederland een
voortrekkersrol hebben gespeeld.
Vraag 3:
Is het waar dat Nederland, als gastland van de OPCW, geacht is het
initiatief te nemen om deze situatie te wijzigen, indien dat gewenst is?
Antwoord:
Het is gebruikelijk dat een gastland van een specifieke internationale
organisatie in de AVVN de ontwerp-resolutie indient die zich uitspreekt over
de samenwerkingsovereenkomst tussen de VN en die organisatie. Nederland
heeft een dergelijke resolutie met betrekking tot de
samenwerkingsovereenkomst tussen de VN en de OPCW zowel tijdens de 55e als
tijdens de huidige (56e) AVVN ingediend.
Vraag 4:
Is het waar dat de OPCW van 20 lidstaten de toezegging heeft gekregen dat ze
een resolutie zullen steunen die oproept om de OPCW opnieuw de mogelijkheid
te geven jaarlijks rechtstreeks aan de AV te rapporteren? Om welke reden
weigert Nederland een dergelijke resolutie in te dienen?
Vraag 5:
Deelt u de mening dat deze houding de missie van de OPCW, om te komen tot
een wereldwijd erkend verbod op productie, bezit en gebruik van chemische
wapens en de eliminatie van alle chemische wapens, bemoeilijkt?
Vraag 6:
Bent u bereid alsnog een initiatief te nemen om ervoor te zorgen dat de OPCW
zich rechtstreeks tot de AV kan richten? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Om het functioneren van de VN te stroomlijnen, zet de EU zich al jaren in
voor rationalisatie van de werkzaamheden van deze organisatie. In het kader
hiervan worden bijvoorbeeld resoluties over bepaalde onderwerpen niet elk
jaar, maar eens in de twee of zelfs drie jaar ingediend. In september jl.
nam de AVVN met consensus een resolutie aan, waarbij de
samenwerkingsovereenkomsten met onder meer de OPCW, de OVSE en de
Voorbereidende Commissie van de Organisatie van het Kernstopverdrag (CTBTO)
na de 57e AVVN (die in september 2002 begint) elke twee jaar in de AVVN aan
de orde komen.
Nederland heeft niettemin aan de OPCW medegedeeld in beginsel bereid te zijn
een resolutie in te dienen die jaarlijkse rapportage wederom mogelijk zou
maken. Voorwaarde daarvoor was wel dat de steun die de OPCW op dit punt
waarnam bij de leden van de OPCW ook bij indiening in de AVVN gegarandeerd
zou zijn, aangezien alle VN leden enkele maanden geleden de resolutie voor
tweejaarlijkse behandeling nog ondersteunden. Nederland heeft hierover
vervolgens in New York intensief overleg gevoerd, waaruit echter bleek dat
voor een terugkeer naar een jaarlijkse resolutie niet of nauwelijks steun
bestaat bij de VN delegaties. Nederland heeft daarop een resolutie ingediend
die slechts het onderwerp samenwerking tussen VN en OPCW voor volgend jaar
agendeert en waarin dus niet wordt ingegaan op de vraag of daarna jaarlijks
dan wel tweejaarlijkse agendering dient plaats te vinden.
Wanneer deze kwestie volgend jaar wederom in de AVVN aan de orde komt, zal
Nederland nagaan of de steun voor jaarlijkse behandeling alsdan zodanig is
toegenomen, dat een VN-resolutie daartoe voldoende steun in de AVVN
ondervindt.
OPCW = Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons
Trouw, 28 november jl.
===