De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA 's Gravenhage
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
20 december 2001 EKI 2001-744
Onderwerp
Eindrapport Werkgroep Transparantie van de
Rijkscommissie
voor export-, import- en investeringsgaranties
Tijdens het Algemeen Overleg van 24 januari 2001 in de Tweede Kamer over de
evaluatie van de exportkredietverzekering heb ik toegezegd de aanbevelingen van
de Rijkscommissie voor export-, import-, en investeringsgaranties aan de Tweede
Kamer toe te zenden.
Gelet op het voornemen van de Staat om meer transparantie te gaan bieden over
door de overheid herverzekerde exportkredieten, is aan de Rijkscommissie voor
export-, import-, en investeringsgaranties gevraagd om de overwegingen van de
verschillende partijen bij een grotere openheid in kaart te brengen. Bijgaand
treft u het "Eindrapport Werkgroep Transparantie van de Rijkscommissie voor
export-, import-, en investeringsgaranties" aan.
DE MINISTER VAN FINANCIËN
RIJKSCOMMISSIE VOOR EXPORT-, IMPORT- EN INVESTERINGSGARANTIES
Werkgroep Transparantie
EINDRAPPORT
Inhoudsopgave blz
1 Inleiding 1
2 Overwegingen van de overheid 2
3 Informatiebehoefte NGO's 3
4 Overwegingen van het bedrijfsleven 5
5 Transparantie in andere landen 6
6 Invulling ex post publicatie 10
7 Conclusies en aanbevelingen13
Bijlagen
1 Samenstelling Rijkscommissiewerkgroep Transparantie15
2 Uittreksel uit Wet Openbaarheid van Bestuur 16
3 Transparantie in andere landen 18
@@1
INLEIDING
Tijdens de vergadering van de Rijkscommissie op 14 juni 2001 is, naar aanleiding
van het voornemen van de overheid om in de toekomst meer transparantie te gaan
bieden op individueel transactieniveau, besloten om een werkgroep op te richten
om de overwegingen van de verschillende partijen bij een grotere openheid in
kaart te brengen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen informatie die vóór
het effectief worden van een contract (ex ante) zou kunnen worden gepubliceerd
en informatie die achteraf (ex post) openbaar zou kunnen worden gemaakt.
De werkgroep is in de maanden september en oktober van 2001 driemaal bijeengeweest. De aandacht is gericht op transacties die worden herverzekerd via de reguliere exportkredietverzekering en investeringsverzekering (RHI), alsmede op verzekering onder SENO en GOM.
In dit rapport zullen wij allereerst ingaan op de overwegingen die de overheid zelf heeft ten aanzien van transparantie (hoofdstuk 2). Vervolgens komt de informatiebehoefte van Niet Gouvernementele Organisaties (NGO's) aan de orde. Vertegenwoordigers van enkele NGO's zijn uitgenodigd om tijdens een consultatieve bijeenkomst met de werkgroep hun wensen en belangen bij een grotere openheid toe te lichten (hoofdstuk 3). Door het bedrijfsleven is anderzijds aangegeven welke mogelijkheden er zijn om transparantie op transactieniveau te realiseren met oog voor gerechtvaardigde belangen van verzekerden (hoofdstuk 4). Door de werkgroep is tevens in kaart gebracht wat het beleid in andere landen is ten aanzien van openbaarmaking van transactiegegevens (hoofdstuk 5). Op basis van het voorgaande heeft de werkgroep bekeken hoe aan de (ex post) publicatie invulling kan worden gegeven (hoofdstuk 6). De conclusies en bevindingen zijn vastgelegd in hoofdstuk 7.
2 OVERWEGINGEN VAN DE OVERHEID
De overheid heeft de wens uitgesproken om te komen tot een zo groot mogelijke openheid over transacties die in de toekomst door de Staat worden herverzekerd, zonder dat de gerechtvaardigde belangen van het bedrijfsleven worden geschaad en rekening houdende met bestaande normen van openbaar bestuur en daarin opgenomen vertrouwelijkheidsbepalingen.
De Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) vormt het kader voor
informatieverstrekking door bestuursorganen. De WOB richt zich in eerste
instantie op de bestuurlijke aangelegenheid waar de burger inzicht in wenst
(artikel 3, zie bijlage 2). Op individueel niveau wordt een afweging voor de
mate van openheid gemaakt. Hierbij geldt als uitgangspunt dat
overheidsinformatie openbaar is, tenzij één van de in de artikelen 10 en 11
genoemde uitzonderingsgronden van toepassing is. Daarnaast kan een
bestuursorgaan uit eigen beweging informatie verschaffen over het beleid, de
voorbereiding en uitvoering daaronder begrepen (artikel 8). Er is geen algemene
richtlijn opgenomen voor het actief openbaar maken van gegevens op een
geaggregeerd niveau.
Voor exportcontrole/wapenvergunningen bestaat reeds een beleidslijn onder de WOB
voor het openbaar maken van gegevens. Bij wapenvergunningen wordt alleen land,
bedrag en categorie van het goed openbaar gemaakt. Namen van exporteurs en
type-aanduidingen blijven vertrouwelijk. Op halfjaarbasis wordt aan de Tweede
Kamer gerapporteerd over de afgegeven vergunningen. Wanneer de overheid meer
openheid wil geven over transacties die door haar worden herverzekerd dient
derhalve rekening te worden gehouden met de bestaande beleidslijn voor
wapenexport.
3 INFORMATIEBEHOEFTE NGO'S
De werkgroep heeft kennis genomen van de wensen en belangen van de NGO's bij een
grotere openheid ten aanzien van transacties die door de Staat worden
herverzekerd. Vertegenwoordigers van enkele NGO's zijn uitgenodigd om namens
de gezamenlijke NGO's de informatiebehoefte te presenteren en toe te lichten.
NGO's blijken met name drie belangen te hebben bij meer openheid. In de eerste
plaats willen zij vanuit hun deskundigheid input kunnen leveren bij nieuwe
projecten; zij willen ongewenste gevolgen voor het milieu, (inheemse)
bevolkingsgroepen en cultuurhistorische objecten kunnen signaleren, zodat hier
iets aan kan worden gedaan. Om deze zaken tijdig te kunnen signaleren, is het
wenselijk dat reeds in een vroegtijdig stadium bepaalde informatie over een
project openbaar wordt gemaakt. Daarnaast dient volgens de NGO's te kunnen
worden getoetst of de criteria die de overheid heeft opgesteld in de praktijk
worden gevolgd. Hiertoe is behoefte aan uitgebreide informatie achteraf. In de
derde plaats zijn sommige NGO's geïnteresseerd in de schuldopbouw door
ontwikkelingslanden en willen zij inzicht in het soort transacties waarvoor
leningen zijn aangegaan (is er bijvoorbeeld sprake van productive expenditure?).
Met het oog hierop is ook behoefte aan informatie over uitstaande
exportkredietschulden en over uitstaande exportkredietverzekeringen. Het
WOB-verzoek dat Both ENDS namens Jubilee 2000 aan de Minister van Financiën
heeft gericht en waarover momenteel een procedure loopt, is met name op dit
derde doel gericht. Hoewel de werkgroep zich bij haar werkzaamheden heeft
gericht op toekomstige transacties, heeft zij kennis genomen van het feit dat de
behoefte van NGO's verder gaat.
Ex ante publicatie
Vanuit de optiek van de NGO's is het wenselijk dat vóór het definitief worden
van de transactie de volgende gegevens openbaar worden gemaakt:
- een omschrijving van de transactie en eventueel een beschrijving van
het grotere project waar de transactie onderdeel van uitmaakt. De locatie is
daarbij een belangrijk gegeven.
- de naam van de exporteur/investeerder, waarbij onderscheid wordt
gemaakt tussen exporttransacties en investeringen.
- een indicatie van de Nederlandse bijdrage aan het project: er is
begrip voor het feit dat vóórdat het contract binnen is het contractbedrag niet
bekend wordt gemaakt; wel zou een indicatie omtrent de omvang van de transactie
(groot, middel of klein) wenselijk zijn.
- beoogd aanvangstijdstip alsmede een indicatie van de looptijd.
- de Milieueffectrapportage (MER) voor categorie A projecten (projecten
met grote milieu-effecten). Omdat men in de ontwikkelingslanden afhankelijk is
van veldwerk, wil men dat de MER minimaal 6 maanden vóór afgifte van de dekking
openbaar moet zijn.
- een beargumenteerde milieuverklaring (Environmental Impact Statement)
voor categorie B projecten (projecten met substantiële milieu-effecten).
- de besluitvorming ten aanzien van aanvragen: welke procedures gelden
er en welke afwegingen worden gemaakt (een overzicht van de relevante criteria
zou hierbij behulpzaam zijn).
In de praktijk blijkt dat de behoefte van NGO's aan informatie vóóraf het
sterkst wordt gevoeld bij herverzekering door de Staat van (de Nederlandse
bijdrage aan) grote infrastructurele projecten. Hierbij kan worden aangetekend
dat bij dit soort projecten veelal sprake is van ORET of publieke financiering
via een multilaterale instelling als de Wereldbank. In dat geval heeft al een
beoordeling plaatsgevonden en is het, ook volgens de NGO's, niet nodig om ook de
herverzekering van kredieten nog eens te toetsen.
Van de zijde van de werkgroep is erop gewezen dat er verschillen bestaan in uitvoeringsstructuur van Export Credit Agencies (ECA's) die van invloed zijn op het soort informatie en het tijdstip waarop informatie openbaar kan worden gemaakt: anders dan een direct lender is een kredietverzekeraar doorgaans pas in een relatief laat stadium bij een project betrokken . Dit legt beperkingen op ten aanzien van de periode waarin een aanvraag kan worden aangehouden.
Ex post publicatie
Om te kunnen toetsen of de criteria die de overheid heeft opgesteld in de
praktijk worden gevolgd, hebben de NGO's ook behoefte aan 'ex post informatie'.
In het bijzonder hebben de NGO's aangegeven dat zij graag zouden zien dat ná
contract ook de looptijd en de contractomvang openbaar worden gemaakt. Verder is
het volgens de NGO's wenselijk dat er additionele informatie beschikbaar komt op
basis waarvan een beoordeling van de naleving van de criteria ook inderdaad
mogelijk wordt. Een mogelijkheid is dat bedrijven zelf beschrijven hoe zij zich
houden aan de criteria.
De NGO's hebben te kennen gegeven dat zij ook meer inzicht willen hebben in het
besluitvormingstraject en de procedures die worden toegepast. Om in deze
behoefte te voorzien zou door de Staat overwogen kunnen worden om informatie
over de structuur van de EKV, het besluitvormingstraject en de daarbij
gehanteerde procedures op te nemen op de (nog te ontwikkelen) web site van het
Ministerie van Financiën.
4 OVERWEGINGEN VAN HET BEDRIJFSLEVEN
Het bedrijfsleven is van mening dat in lijn met de toegenomen maatschappelijke
belangstelling voor de activiteiten van ondernemingen een grotere transparantie
ten aanzien van de door de overheid herverzekerde transacties mogelijk moet
zijn. Bij de openbaarmaking van gegevens inzake individuele transacties dienen
wel grenzen in acht te worden genomen die recht doen aan de belangen van het
bedrijfsleven.
Ex ante publicatie
Voor het bedrijfsleven is het van groot belang dat geen bedrijfsgevoelige en/of
concurrentiegevoelige informatie wordt gepubliceerd. Dit betekent dat ex ante
geen informatie over een te verzekeren transactie openbaar kan worden gemaakt.
Het enkele feit dat een exporteur meedingt naar een order, is al
concurrentiegevoelige informatie. Ook ten aanzien van publicatie van
geaggregeerde gegevens (per sector / soort activiteit) is terughoudendheid
gewenst. Omdat Nederland een 'klein' land is met een beperkt aantal
kapitaalgoederenexporteurs/aannemers, kan deze informatie eenvoudig naar een
individuele exporteur worden herleid. Indien de overheid toch op enigerlei wijze
ex ante inzicht wil geven in de herverzekering van transacties, zou dit vanuit
een meer beleidsmatige invalshoek kunnen gebeuren.
Ex post publicatie
Het bedrijfsleven kan instemmen met de ex post publicatie van individuele
kredietverzekerde transacties nadat de polis is afgegeven, hetgeen in de
praktijk aansluit bij het moment dat het contract effectief is geworden. Het
bedrijfsleven wijst erop dat bepaalde informatie, ook waar het individuele
transacties betreft, reeds openbaar wordt gemaakt in o.a. jaarverslagen,
vaktijdschriften of in publicaties van NCM (met toestemming van verzekerde).
Voordat het contract effectief wordt, is het onwenselijk om tot publicatie over
te gaan omdat hierbij bij uitstek sprake is van concurrentiegevoelige
informatie. In dit verband is gewezen op de dekkingstoezeggingen en 'letters of
interest' (project finance) die door verzekerde gebruikt worden in het
onderhandelingsproces om tot een order te komen. Ex ante publicatie van de
milieutoets wordt in dit licht eveneens als onwenselijk beschouwd door het
bedrijfsleven.
Uiteraard is het belangrijk hoe de transparantie vorm gegeven gaat worden: over
welke transacties of activiteiten worden gegevens openbaar gemaakt? Welke mate
van detail wordt geboden? Op welk moment vindt publicatie plaats (definitie van
ex post)? Met welke frequentie wordt gepubliceerd en op welke wijze? Voor de
nadere invulling hiervan dient zo veel mogelijk aansluiting te worden gezocht
bij het publicatiebeleid van de overige relevante ECA's in geïndustrialiseerde
landen.
5 TRANSPARANTIE IN ANDERE LANDEN
Door de werkgroep is tevens in kaart gebracht wat het beleid in andere landen is
ten aanzien van openbaarmaking van transactiegegevens. Gekeken is naar
Noord-Amerika, waar transparantie het verst is doorgevoerd, naar West-Europa,
waar de meeste concurrenten van Nederlandse exporteurs gevestigd zijn, en naar
Japan. Hierbij dient opgemerkt te worden dat transparantie een beleidsonderwerp
is dat in veel landen in beweging is.
Bij de internationale vergelijking dient in ogenschouw te worden genomen dat in
Nederland sprake is van een (her)verzekeringsfaciliteit en niet van direct
lending zoals in enkele landen, die ver gaan bij het openbaarmaken van gegevens
over individuele transacties (o.a. Canada). Een (her)verzekeraar is doorgaans in
een later stadium bij een project betrokken hetgeen consequenties heeft voor de
wijze waarop en wanneer gerapporteerd kan worden.
Uit de door NCM verzamelde informatie blijkt dat de kredietverzekeraars die gegevens over individuele transacties openbaarmaken of voornemens zijn dit vanaf binnenkort te gaan doen, deze informatie alleen vrijgeven nadat het exportcontract in werking is getreden. In veel gevallen geldt als voorwaarde dat verzekerde met publicatie heeft ingestemd. Soms zijn bepaalde sectoren (v.b. defensiegoederen) van transparantie uitgezonderd, doordat een ECA deze impliciet of expliciet van openbaarmaking uitsluit of doordat dekking plaatsvindt via een andere instelling die geen transparantie biedt.
In het overzicht op de volgende twee pagina's wordt het beleid van de
belangrijkste andere ECA's samengevat. Een uitgebreide beschrijving is opgenomen
als bijlage 3.
voornaamsteex ante ex post uitzonderitoestemming
ECA activiteit
Coface insurance - Coface publiceert milieu-infvoorwaarde
(Fra) op internet wordt is dat
transacties > EUR alleen verzekerde
20 mln: verschaft via een
over een afzonderlijke
- land afnemer aantal verklaring
sectoren. met
- naam exporteur publicatie
heeft
- omschrijving ingestemd
transactie (in de
toekomst
- gedekt deel van wordt dit
de hoofdsom via het
aanvraagformulier
- resultaten evt geregeld)
milieutoets
ECGD (VK)guarantees ECGD ECGD publiceert in - als
overweegt om haar jaarverslag transparanverzekerde
(+ bij aanvragenmbt zaken waarvoor geldt nietaannemelijk
insurance) die grote zij een guarantee tav kan maken
maatschappheeft afgegeven: kredietvedatkerde
of zaken vertrouwelijkheid
milieugevolg- land afnemer geboden is,
hebben de - in kan
naam van het - naam exporteur beginsel publicatie
project op geen achterwege
internet te - naam financier sectoren blijven
vermelden. uitgezonderd
- naam debiteur
- omschrijving
transactie
- maximum
schadevergoeding
EDC (Can)direct EDC overweegtEDC publiceert de - voorwaarde
lending om vóór volgende transparanvoor
tekening informatie over geldt nietpublicatie
(+ leningsovereeleningen: tav is dat
guarantees,milieu-informatie kredietveverzekerde
insurance) (vb EIA) - land zaken met
openbaar te publicatie
maken - naam exporteur - in heeft
beginsel ingestemd
- naam debiteur geen
sectoren
- korte uitgezonderd
omschrijving
project
- bandbreedte
leningsbedrag
- datum tekening
leningsovereenkomst.
EKN (Zwe)guarantees - EKN publiceert op - in in niet
internet beginsel gevoelige
transacties > SK is sectoren
100 mln: defensie kan
uitgezondepublicatie
- land afnemer in de
praktijk
- naam exporteur niet worden
tegengehouden
- naam financier
- naam debiteur
- omschrijving
transactie
- maximum
schadevergoeding
(NB: alle transacties zijn openbaar, maar alleen de grote worden gepubliceerd)
voornaamsteex ante ex post uitzonderitoestemming
ECA activiteit
Hermes insurance - Hermes is geen voorwaarde
(D) voornemens de milieu-infvoortie
volgende over publicatie
informatie op vervoersseis dat
internet te verzekerde
zetten: met
publicatie
- land afnemer heeft
ingestemd
- naam exporteur
- naam financier
- naam debiteur
- omschrijving
transactie
- bandbreedte
bedrag
- belangrijkste
bevindingen van
evt milieutoets
NEXI insurance - NEXI maakt op veel voorwaarde (Jap) internet (in het transactivoor Japans) melding worden publicatie van niet is dat projectfinancierinopenbaar verzekerde en omvangrijke gemaakt. met transacties. Niet publicatie duidelijk is welke heeft informatie precies ingestemd. openbaar wordt gemaakt.
NDD (Bel)insurance - NDD heeft geen plannen voor openbaarmaking
SACE insurance, - SACE heeft geen (Ita) plannen voor guarantees openbaarmaking
US direct Eximbank zet Eximbank - in verzekerde Exim-banklending, op internet publiceert in beginsel kan de naam van jaarverslag (ook geen publicatie guarantees,projecten dieop internet) sectoren niet zij in transacties > uitgezondetegenhouden insurance behandeling USD 10 mln: (NB: heeft indien landbouw een - land afnemer en Environmental defensie Impact - naam exporteur worden Analysis door (EIA) - naam financier andere beschikbaar instellingen is. - naam debiteur gedekt)
- aard project
- bedrag hoofdsom
6 INVULLING EX POST PUBLICATIE
Moment van publicatie
De gegevens over individuele kredietverzekerde transacties kunnen worden
gepubliceerd op het moment dat de polis is afgegeven, hetgeen in de praktijk
aansluit bij het moment dat het contract effectief is geworden. Publicatie zou
niet na al te lange tijd moeten plaatsvinden (bijvoorbeeld binnen drie maanden).
Transacties (aard/hoogte)
Geen van de andere ECA's beperkt zich bij de ex post openbaarmaking van gegevens
tot een bepaald soort transacties/projecten. Wel is het gebruikelijk dat
bepaalde sectoren van de transparantie worden uitgezonderd. Dit betreft veelal
defensiegoederen. Zoals eerder opgemerkt, bestaat in Nederland reeds een
beleidslijn ten aanzien van de gegevens die over wapenexport openbaar worden
gemaakt.
Geconstateerd wordt dat verschillende buitenlandse ECA's een drempel hanteren
die varieert van ongeveer EUR 10 mln (EKN, US Exim) tot EUR 20 mln (Coface). Bij
een drempel van EUR 10 mln zou in Nederland een groot deel van de herverzekerde
transacties buiten de transparantie-exercitie vallen. De werkgroep is van mening
dat in Nederland voor een lagere drempel gekozen kan worden. Eventueel zouden
zelfs alle transacties die de Staat herverzekert kunnen worden gepubliceerd,
zodat er een totaalbeeld wordt gegeven (NB: vorig jaar zijn circa 200 polissen
afgegeven).
Gegevens
De ECA's die ex post gegevens openbaarmaken of voornemens zijn dit binnenkort te
doen, publiceren in ieder geval de volgende gegevens:
1 land van de afnemer.
2 naam van de exporteur.
3 omschrijving van de transactie.
4 het bedrag (verzekerd bedrag, leningsbedrag, maximum schadevergoeding)
al dan niet binnen een bandbreedte.
Verschillende ECA's publiceren in aanvulling hierop:
5 belangrijkste resultaten van een evt milieutoets.
6 naam van de financier.
7 naam van de afnemer/debiteur.
Het bedrijfsleven stelt voor om de gegevens onder ad (1) t/m ad (5) openbaar te
maken, maar kan ermee instemmen wanneer ook de naam van de afnemer openbaar
wordt gemaakt. Wel wordt erop gewezen dat afnemer hier zelf problemen mee kan
hebben. Het bedrijfsleven acht het niet nodig om de naam van de financier te
publiceren, omdat dit geen extra informatie over de aard van de herverzekering
door de Staat oplevert.
Enkele leden van de werkgroep hebben erop gewezen dat sommige NGO's ook
geïnteresseerd zijn in de opbouw van schulden door buitenlandse overheden.
Derhalve zou ook de naam van een eventuele garant genoemd kunnen worden, met
name wanneer sprake is van een overheidsgarantie. Van de zijde van het
bedrijfsleven bestaat geen bezwaar indien de naam van de garant genoemd wordt.
De werkgroep heeft zich gebogen over de vraag welk bedrag bekend zou moeten
worden gemaakt: het transactiebedrag of het bedrag van de maximum
schadevergoeding. Uitgaande van het feit dat het de overheid is die
verantwoording aflegt voor de commitments die zij aangaat, ligt het meer voor de
hand dat de maximum schadevergoeding wordt gepubliceerd (gebeurt nu ook in de
rapportage aan de Kamer). De maximum schadevergoeding geeft echter vaak een
vertekend beeld (met name bij dekking in vreemde valuta en bij floating rates).
Indien voor het bedrag van de maximum schadevergoeding wordt gekozen, dan dient
dat de maximum schadevergoeding zonder omgekeerd koersrisico te zijn. Toegelicht
dient te worden wat dit bedrag inhoudt. Het bedrijfsleven is van mening dat
beter het transactiebedrag binnen bepaalde bandbreedtes kan worden gepubliceerd.
Het bedrijfsleven wijst er in dat kader op dat de bedragen die ECA's openbaar
maken betrekking hebben op verschillende grootheden (zo zal in geval van direct
lending of guarantees de (gedekte) lening doorgaans betrekking hebben op 85% van
de contractprijs).
Investeringsverzekering
Geconstateerd wordt dat de transparantie over investeringsverzekering in het
buitenland onderbelicht is gebleven. Niettemin is de werkgroep van mening dat in
Nederland ex post dezelfde soort informatie bekend kan worden gemaakt als bij de
kredietverzekering. Vastgesteld kan worden dat het bij investeringen om minder
concurrentiegevoelige informatie gaat, die doorgaans ook al vermeld wordt in
jaarverslagen. Ook bij investeringsverzekering zal gewerkt moeten worden met
ranges. Bij investeringsverzekering ligt het te investeren bedrag vaak nog niet
vast. Het bedrag dat in de polis genoemd staat, houdt rekening met mogelijke
uitbreidingen.
Toestemming vóóraf
Geconstateerd wordt dat verschillende buitenlandse ECA's als voorwaarde voor ex
post publicatie hanteren dat verzekerde vóóraf met ex post publicatie heeft
ingestemd. Het bedrijfsleven is van mening dat, als voor verzekerde maar vóóraf
duidelijk is dat gegevens te zijner tijd openbaar kunnen worden gemaakt,
specifieke instemming van verzekerde geen vereiste hoeft te zijn, zodat hier in
positieve zin kan worden afgeweken van wat internationaal gebruikelijk is.
Alleen als verzekerde aannemelijk kan maken dat in een bijzonder geval
vertrouwelijkheid geboden is, zou van ex post publicatie moeten worden afgezien.
Wijze van publicatie
Aangezien het de overheid is die transparantie wil bieden ten aanzien van de
transacties waarbij zij via herverzekering betrokken is, zouden de gegevens op
de web site van het Ministerie van Financiën kunnen worden gepubliceerd. Omdat
geïnteresseerden mogelijk eerder op de internetpagina van een ECA zullen kijken
dan op die van de overheid, lijkt het wenselijk dat de gegevens in ieder geval
ook via de NCM-site te vinden zijn.
7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
De werkgroep is van mening dat, met inachtneming van de belangen van
verschillende partijen, een grotere openheid geboden kan worden ten aanzien van
transacties die in de toekomst door de Staat worden herverzekerd. Hierbij dient
een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen ex ante en ex post publicatie
van gegevens.
Ex ante publicatie
· Vanwege (bedrijfs)vertrouwelijkheid en/of commerciële gevoeligheid van
gegevens, ziet het bedrijfsleven geen mogelijkheden om ex ante gegevens over te
verzekeren transacties openbaar te maken. Hierbij kan worden opgemerkt dat het
enkele feit dat een exporteur meedingt naar een order al concurrentiegevoelige
informatie is.
· Ook in andere landen met een vergelijkbare faciliteit als in Nederland
worden ex ante geen transactiegegevens gepubliceerd. Anders dan een direct
lender is een kredietverzekeraar doorgaans pas in een laat stadium bij een
project betrokken, hetgeen beperkingen stelt ten aanzien van de periode dat een
aanvraag kan worden aangehouden .
Ex post publicatie
· Het bedrijfsleven kan instemmen met de publicatie ex post van
individuele transacties die door de Staat worden herverzekerd, waarbij ex post
betekent dat de polis is afgegeven hetgeen in de praktijk aansluit bij het
moment dat het contract effectief is geworden.
· Hoewel de meeste ECA's voor publicatie een drempel hanteren die varieert van ongeveer EUR 10 mln tot EUR 20 mln, zou in Nederland voor een lagere drempel kunnen worden gekozen zodat een compleet beeld wordt gegeven.
· Net als in andere landen kunnen in ieder geval het land van de afnemer, de naam van de exporteur, een omschrijving van de transactie en het bedrag van de maximum schadevergoeding zonder omgekeerd koersrisico danwel het transactiebedrag binnen een bepaalde bandbreedte worden gepubliceerd, alsmede de belangrijkste uitkomsten van een eventuele milieutoets. Het bedrijfsleven heeft er geen bezwaar tegen indien ook de naam van de afnemer en de naam van een eventuele (overheids)garant worden gepubliceerd.
· Hoewel transparantie over investeringsverzekering in het buitenland onderbelicht is gebleven, is de werkgroep van mening dat in Nederland ex post dezelfde soort informatie bekend kan worden gemaakt als bij kredietverzekering.
· In de meeste landen geldt als voorwaarde voor publicatie dat
verzekerde vóóraf met publicatie heeft ingestemd. Het bedrijfsleven is van
mening dat, als voor verzekerde maar vóóraf duidelijk is dat gegevens openbaar
kunnen worden gemaakt, specifieke instemming van verzekerde geen vereiste hoeft
te zijn, zodat hier in positieve zin kan worden afgeweken van wat in het
buitenland gebruikelijk is.
Overig
Hoewel de werkgroep zich in eerste instantie heeft gericht op het in kaart
brengen van de voor- en nadelen van het in de toekomst openbaarmaken van
gegevens over individuele transacties, heeft de werkgroep er kennis van genomen
dat de kennisbehoefte van NGO's verder reikt. NGO's zijn ook geïnteresseerd in
transacties die in het verleden door de Staat zijn herverzekerd. De werkgroep
spreekt zich hier niet over uit. Voorts bestaat er bij NGO's behoefte aan meer
transparantie over de EKV in het algemeen. Aan deze behoefte zou tegemoet kunnen
worden gekomen door op de (nog te ontwikkelen) web site van het Ministerie van
Financiën aandacht te besteden aan de structuur van de EKV, het
besluitvormingstraject en de procedures.
BIJLAGE 1
Samenstelling van de Rijkscommissiewerkgroep Transparantie
Mw. mr. van den Berg Koninklijke Boskalis Westminster NV
Dhr. A.M.A. Driessen VNO-NCW
Mw. A.M.E.Th. Lantinga-Hammes Lantinga Consultancy BV, namens VNO-NCW
Drs. R. Poelhekke VNO-NCW
Dhr. J. K. Hansen Fortis Bank Nederland NV
Mr. W.G. Klaver ABN AMRO Bank NV
Mw. drs. A.O.J. Meering ING Barings
Drs. V. David NCM
Mw. dr. J.J.W. Peeters Ministerie van Financiën
Mw. drs. E.L. Siekman-Freling Ministerie van Economische Zaken
Drs. E.W. Lindeijer De Nederlandsche Bank (voorzitter)
Drs. J.M. Thoolen De Nederlandsche Bank (secretaris)
BIJLAGE 2
Uittreksel uit Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB)
HOOFDSTUK II
Openbaarheid
Art 2 Een bestuursorgaan verstrekt bij de uitvoering van zijn taak,
onverminderd het elders bij de wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet.
HOOFDSTUK III
Informatie op verzoek
Art 3 - 1. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten
over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder
verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of
bedrijf.
- 2. De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de bestuurlijke
aangelegenheid of het daarop betrekking hebbend document, waarover hij
informatie wenst te ontvangen.
- 3. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming
van het bepaalde in de artikelen 10 en 11.
HOOFDSTUK IV
Informatie uit eigener beweging
Art 8 - 1. Het bestuursorgaan dat het rechtsreeks aangaat, verschaft uit
eigener beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering
daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische
besluitvorming.
- 2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de informatie wordt
verschaft in begrijpelijke vorm, op zodanige wijze dat belanghebbende en
belangstellende burgers zoveel mogelijk worden bereikt en op zodanige
tijdstippen, dat deze hun inzichten tijdig ter kennis van het bestuursorgaan
kunnen brengen.
HOOFDSTUK V
Uitzonderingsgronden en beperkingen
Art 10 - 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft
achterwege voor zover dit:
a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;
b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;
c. het bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke
personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.
d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van
de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen
inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt.
- 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens
achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende
belangen:
a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale
organisaties;
b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere
publieksrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, en het tweede
lid, bedoelde bestuursorganen;
c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te
kunnen nemen van de informatie,
g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de
aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van
derden.
- 3. Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van
milieugegevens voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk
karakter.
- 4. Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het
verstrekken van milieu-informatie. Het verstrekken van deze informatie ingevolge
deze wet kan achterwege blijven voor zover het gegevens betreft waarvan
openbaarmaking aantasting van het milieu waarschijnlijker zou maken.
Art 11 - 1. In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen.
- 2. Over persoonlijke beleidsopvattingen kan met het oog op een
goede en democratische bestuursvoering informatie worden verstrekt in niet tot
personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of
zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot
personen herleidbare vorm worden verstrekt.
- 3. Met betrekking tot adviezen van een ambtelijke of gemengd
samengestelde adviescommissie kan het verstrekken van informatie over de daarin
opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen plaatsvinden, indien het voornemen
daartoe door het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat aan de leden van de
adviescommissie voor de aanvang van hun werkzaamheden kenbaar is gemaakt.
BIJLAGE 3
Transparantie in andere landen
Onderstaande informatie is gebaseerd op gesprekken die NCM met de betrokken
ECA's heeft gevoerd.
Coface (Frankrijk)
Sinds enkele maanden publiceert Coface op het internet transacties boven EUR 20
miljoen. Voorwaarde voor publicatie is dat de exportovereenkomst in werking is
getreden en dat de verzekerde in een afzonderlijke verklaring schriftelijk heeft
ingestemd met publicatie (in de toekomst zal dit via het aanvraagformulier
worden geregeld). Stemt verzekerde niet in, dan volgt geen publicatie, maar
krijgt verzekerde wel haar polis. Overigens is dit laatste nog niet voorgekomen.
Coface publiceert het land van de afnemer, de exporteur, een omschrijving van de te leveren goederen/diensten, het verzekerde bedrag (gedekte deel van de hoofdsom) alsmede de resultaten van een eventuele milieutoets. De naam van de financier wordt niet gepubliceerd. Milieu-informatie wordt alleen verschaft over de volgende sectoren: mijnbouw, papier, (petro)chemie, dammen en waterkrachtenergie, fossiele energie, aannemerij en infrastructuur, landbouw.
ECGD (Verenigd Koninkrijk)
ECGD publiceert in haar jaarverslag zaken waarvoor zij een guarantee heeft
afgegeven en waarvan de exportovereenkomst in werking is getreden. Zij
publiceert het land van de afnemer, de namen van exporteur, financier en
debiteur, een omschrijving van de transactie en het bedrag van de maximum
schadevergoeding (in valuta van de overeenkomst). Kredietverzekerde zaken
(vrijwel uitsluitend contante zaken waaronder contante aannemerij) zijn van
publicatie uitgezonderd.
ECGD overweegt om bij aanvragen die grote maatschappelijke of milieugevolgen
hebben de naam van het project (zonder vermelding van aanvrager e.d.) op het
internet te publiceren. Wanneer ECGD daartoe zou overgaan is nog niet bekend.
Voorts is ECGD volgend jaar voornemens de informatie die nu al in het
jaarverslag staat op het internet te publiceren. Op grond van de Britse wet
openbaarheid bestuur kan deze informatie op verzoek ook worden verstrekt, maar
alleen nadat de overeenkomst in werking is getreden.
Als een verzekerde aannemelijk kan maken dat vertrouwelijkheid is geboden, kan publicatie achterwege blijven. Dit komt echter nauwelijks voor. In beginsel zijn geen sectoren van openbaarmaking uitgesloten.
EDC (Canada)
EDC heeft zeer onlangs haar nieuwe publicatiebeleid vastgesteld. Uiterlijk 90
dagen nadat zij een leningsovereenkomst heeft getekend zal zij de volgende
informatie over individuele transacties openbaar maken: land, bandbreedte van
het leningsbedrag (en dus niet het precieze bedrag), korte omschrijving van het
project of de transactie, naam van de exporteur en debiteur en datum van
tekening van de leningsovereenkomst. Voorwaarde voor openbaarmaking is
instemming van de exporteur. Net als ECGD maakt EDC geen gegevens openbaar over
kredietverzekerde zaken. In beginsel zijn geen sectoren van openbaarmaking
uitgezonderd.
EDC beraadt zich nog over de vraag of reeds voor de tekening van de
leningsovereenkomst milieu-informatie (bijv. een Environmental Impact Analysis)
openbaar kan worden gemaakt. Hierover vinden met het Canadese bedrijfsleven en
NGO's gesprekken plaats. Het is nog onbekend wat het resultaat hiervan zal zijn.
EKN (Zweden)
EKN is van plan om met ingang van december 2001 de volgende gegevens over door
haar gegarandeerde transacties op het internet te publiceren: land van de
afnemer, namen van exporteur, financier en debiteur, een omschrijving van de
transactie en het bedrag van de maximum schadevergoeding (in de valuta van de
overeenkomst). De exportovereenkomst moet wel in werking zijn getreden. EKN
publiceert niet over gevoelige sectoren: defensie is in beginsel uitgesloten.
Verzekerde kan publicatie in beginsel niet tegenhouden, tenzij verzekerde EKN
kan overtuigen dat het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen de belangen
van verzekerde. Wellicht zal EKN in de toekomst ook informatie over
maatschappelijke en milieu-aspecten publiceren, maar dit is nog niet zeker.
Milieu-informatie wordt alleen verschaft over de sectoren energie, aannemerij,
infrastructuur, pulp en papier, mijnbouw, staal, chemie.
HERMES (Duitsland)
Gezien de Duitse wetgeving kan Hermes alleen informatie over individuele
transacties publiceren als de verzekerde daarmee uitdrukkelijk instemt. Onder
deze voorwaarde is Hermes voornemens de volgende informatie op het internet te
zetten: land van de afnemer, namen van exporteur, financier en debiteur, een
omschrijving van de transactie, een ruime bandbreedte van het bedrag en
belangrijkste bevindingen van een eventuele milieutoets. Er wordt geen
milieu-informatie verstrekt over de vervoerssector (schepen, vliegtuigen,
vrachtwagens etc).
NEXI (Japan)
Van projectfinanciering en omvangrijke transacties (NEXI geeft hiervan geen
drempelwaarde aan) maakt NEXI (in het Japans) melding op het internet en via een
persbericht. Zij doen dit bij het uitreiken van de polis, doch uitsluitend
indien de verzekerde hiermee instemt. NEXI is niet specifiek over welke
informatie precies openbaar wordt gemaakt. Veel transacties worden niet openbaar
gemaakt. Milieu-informatie wordt alleen verschaft als NEXI dat belangrijk vindt.
Ad-hoc verzoeken van derden (zoals NGO's) om informatie over individuele
transacties bekijkt NEXI van geval tot geval. Concurrentiegevoeligheid is
hierbij een belangrijke overweging.
NDD (België)
NDD heeft geen plannen voor openbaarmaking.
SACE (Italië)
SACE heeft geen plannen voor openbaarmaking.
Eximbank (US)
De Export-Import Bank of the United States (Eximbank) publiceert in haar
jaarverslag exportovereenkomsten boven USD 10 miljoen die in werking zijn
getreden. De verzekerde kan publicatie niet tegenhouden. Het jaarverslag staat
ook op internet. Eximbank publiceert het land van de afnemer, de namen van
exporteur, financier en debiteur, het bedrag (hoofdsom lening) en de aard van
het project. Aangezien deze publicatie met vertraging plaatsvindt, kan deze
informatie ook op verzoek van eenieder worden gegeven (mits de
exportovereenkomst in werking is). In beginsel zijn geen sectoren van
openbaarmaking uitgesloten. Opgemerkt dient te worden dat in sommige sectoren
(bv landbouw en defensie) dekking door andere instellingen dan US Exim
plaatsvindt.
Voorts publiceert Eximbank op het internet de naam van de projecten (en niet
meer dan dat) die zij in behandeling heeft en waarvoor een Environmental Impact
Analysis (EIA) beschikbaar is. De bevindingen van deze EIA kunnen dan bij
Eximbank door eenieder worden opgevraagd.
---
Het voornemen van de Staat om te komen tot grotere openheid is primair
gericht op toekomstige transacties, zo blijkt ook uit het antwoord dat de
Minister Van Financiën, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en
de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, heeft gegeven op vragen van het
kamerlid Koenders over overheidsgesteunde transacties van het particuliere
bedrijfsleven (brief EKI 2001-533 dd 31 augustus 2001). De wens van de overheid
om te komen tot een zo'n groot mogelijke openheid is in lijn met het advies van
de Commissie Toezicht Overheidscommunicatie. Deze commissie heeft onderzocht wat
de overheid de komende jaren aan moet met de nieuwe mogelijkheden van internet.
Zij adviseert de overheid al haar documenten, ook die aangaande voornemens en
plannen waarover nog niet is besloten, op internet te zetten.
Bij de bijeenkomst waren aanwezig vertegenwoordigers van Anped, Both ENDS
en Amnesty International. De vertegenwoordiger van Milieudefensie was
verhinderd.
Alleen bij projectfinanciering is NCM/Staat van begin af aan bij (de
optuiging van) een project betrokken: er wordt hierbij samengewerkt met
financiers en ECA's uit andere landen (multisourcing). Bij de optuiging van de
financiering is nog niet altijd bekend welke Nederlandse export uit de door
NCM/Staat gedekte lening gefinancierd zal worden. Opgemerkt kan worden dat de
Nederlandse export, die door NCM/Staat zal worden (her)verzekerd, veelal
bestaat uit toeleveranties. De Nederlandse (her)verzekeraar is daarmee niet de
meest aangewezen partij om ex ante informatie over een nieuw project openbaar te
maken.
In die gevallen waarbij andere publieke instellingen zoals multilaterals als
financiers optreden, zou het mogelijk moeten zijn dat NGO's een deel van deze
informatie bij deze instellingen betrekken.
| In Favorieten plaatsen |