Ministerie van Financien

De Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten Generaal

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

21 december 2001 WV 2001-00732

Onderwerp

Verhoging glastuinbouwtarief REB

Inleiding en achtergrond

Met deze brief informeer ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over een voorgenomen verhoging van het glastuinbouwt in de regulerende energiebelasting (REB). Deze verhoging houdt verband met de beschikking over dit tarief van de Europese Commissie d.d. 13 decembe

In de REB is een bijzonder tarief voor aardgas - en voor minerale oliën, indien geen aansluiting aanwezig is voor aardgas - opgenomen ten behoeve glastuinbouwsector. Eind 1999 heeft de Commissie na toetsing onder meer op criteria van tijdelijkheid en degressiviteit van de steun haar goedkeuri gehecht aan een bijzondere regeling voor de glastuinbouw in de REB voor de jaren 1999, 2000 en 2001. Tevens betrok de Commissie in haar overweging duidelijke milieudoelen, waaronder energiebesparing, aan de tuinbouw werden opgelegd. Deze door de sector geleverde tegenprestatie is thans verster doordat ze gekoppeld wordt aan een algemene maatregel van bestuur.

De bijzonder regeling voor de glastuinbouw houdt in dat de sector voor de jaren 2000 en 2001 in de heffing werd betrokken op een wijze die was geba op een vergelijking van de glastuinbouwsector met andere energie-intensieve bedrijven (Kamerstukken II 1999-2000, 26 972, nr. 3).

Regeling vanaf 1 januari 2002

In de loop van 2001 is met de Europese Commissie besproken op welke wijze vervolg moest worden gegeven aan de regeling voor de periode van 2002 tot 2007. Met haar beschikking van 13 december jongstleden heeft de Commissie de nu voorgenomen regeling goedgekeurd. Deze regeling kent de dezelfde berekeningsgrondslag als de thans geldende maatregel, met dien verstande dat een correctie is toegepast waarbij rekening wordt gehouden met het eff de bijzondere regeling voor de glastuinbouwsector in relatie tot de generieke belastingvermindering van ¤ 142 volgend uit artikel 36j van de Wet belastingen op milieugrondslag (WBM). Tevens is voorzien in een verhoging van het huidige tarief van 10% bij de inwerkingtreding per 1 januari 2002 verdere verhoging van 10% voor 3 jaar per 1 januari 2005. Hierbij zij opgemerkt dat de procentuele verhoging niet van toepassing is op de correctie generieke belastingvermindering. Dit heeft tot gevolg dat goedkeuring van de Europese Commissie toestaat het tarief voor de periode 2002 tot en me vast te stellen op 1,37% van het reguliere tarief, en voor de periode 2005 tot en met 2007 op 1,42%.

De resulterende aanpassing van de bijzondere tarieven in de REB voor de glastuinbouw per 1 januari 2002 zal bij afzonderlijk voorstel van wet aan h parlement ter goedkeuring worden voorgelegd. Hierbij zullen de volgende tarieven worden voorgesteld:

aardgas:

0 - 5000 m3 0,00165 ¤/m3

5000 - 170.000 m3 0,00077 ¤/m3

170.000 - 1.000.000 m3 0,00014 ¤/m3

Indien geen aansluiting voor aardgas aanwezig is gelden de volgende tarieven:

halfzware olie per 1000 L 1,7329 ¤

Gasolie per 1000 L 1,7475 ¤

Vloeibaar gemaakt petroleumgas per 2,0671 ¤ 1000 KG

Terugwerkende kracht

In het wetsvoorstel zal worden voorzien in terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2002. Deze terugwerkende kracht is onvermijdelijk aangezien de Europese Commissie slechts tot die datum goedkeuring heeft verleend aan het hanteren van het thans geldende tarief. Met de energiebedrijven, die bi inwerkingtreding van deze wet in de loop van 2002 meer belasting verschuldigd zijn over het vanaf 1 januari 2002 geleverde aardgas aan de glastuinbouwbedrijven, en met de glastuinbouwsector die deze belasting doorberekend krijgt van de energiebedrijven, is reeds overleg gevoerd over d wijziging met terugwerkende kracht. In dat overleg is overeenstemming bereikt over de te volgen handelwijze ter zake. De energiebedrijven zullen, m instemming van de glastuinbouwsector (Productschap Tuinbouw en LTO-Nederland), vooruitlopend op de te verwachten wetswijziging vanaf 1 januari 2002 het in te voeren tarief doorberekenen aan de afnemers en vervolgens ook reeds dat bedrag, tezamen met de overigens verschuldigde regulerende energiebelasting, aan de Belastingdienst op aangifte voldoen.

De staatssecretaris van Financiën,

W. Bos.