De voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR DEN HAAG
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
21 december - FM 2001-02128 M
2001
Onderwerp
Strafmaatregelen Financial Action Task Force on
money laundering
Mede namens mijn ambtgenoot van Justitie deel ik
u het volgende mee.
Zoals ik u in mijn vorige brief (FM 2001-1904M)
bericht heb, heeft de Financial Action Task
Force on money laundering (FATF) tijdens haar
najaarsvergadering te Parijs besloten
strafmaatregelen te treffen tegen de Filippijnen
en Nauru indien deze er niet in zouden slagen
voor 30 november 2001 behoorlijke
anti-witwaswetgeving te implementeren.
Inmiddels is de termijn voor beide landen
verstreken en heeft de FATF besloten voorlopig
geen strafmaatregelen tegen de Filippijnen, doch
wel tegen Nauru te treffen.
De Filippijnen hebben het signaal van de FATF
opgepakt en eind november nieuwe
anti-witwaswetgeving ingevoerd, waardoor het
land strafmaatregelen heeft kunnen voorkomen. De
nieuwe wetgeving voldoet echter nog niet
volledig aan de eisen van de FATF, zodat het
land wel blijft staan op de lijst van
Non-Co-operative Countries and Territories
(NCCTs). De status van de Filippijnen zal,
tegelijk met de status van de overige
NCCT-landen, tijdens de volgende vergadering van
de FATF te Hong Kong-China (eind januari 2002),
wederom ter sprake komen.
Nauru heeft in augustus 2001
anti-witwaswetgeving ingevoerd die echter
algemeen als ontoereikend is bestempeld.
Vervolgens hebben de leden van de FATF het land
nog tot 30 november de tijd gegeven om de
geconstateerde gebreken te helen. Helaas heeft
Nauru geen enkele actie ondernomen, waardoor
strafmaatregelen onontkoombaar werden.
De FATF heeft de volgende vier strafmaatregelen
geïdentificeerd die door de leden getroffen
kunnen worden:
1. Identificatieverplichtingen bij
transacties en financiële diensten met
instellingen uit NCCT-landen en hun onderdanen
(in Nederland via de Wet Identificatie bij
Financiële dienstverlening, WIF 1993).
2. Verhoogde aandacht voor rapportering
van transacties met NCCT-landen en instellingen
of onderdanen uit NCCT landen (in Nederland via
de Wet MOT).
3. Bij de vestiging van
dochterondernemingen van banken uit NCCT-landen
in Nederland dient de toezichthouder het feit
dat deze bank haar hoofdzetel heeft in een
NCCT-land te betrekken bij haar
vergunningsbeslissing (in Nederland door DNB).
4. Niet financiële sectoren waarschuwen
dat bij het zaken doen met bedrijven uit NCCT
landen het gevaar van witwassen aanwezig is (in
Nederland door middel van brieven aan het
Parlement, de toezichthouders en persberichten).
Ik wil er graag op wijzen dat Nederland deze
vier strafmaatregelen treft tegen alle landen
die op de zwarte lijst van de FATF zijn
opgenomen. Deze lijst bestaat uit de volgende 19
landen: de Cook eilanden, Dominica, Egypte, de
Filippijnen, Guatemala, Grenada, Hongarije,
Indonesië, Israël, St. Kitts en Nevis, Libanon,
Marshall eilanden, Myanmar, Nauru, Nigeria,
Niue, Oekraïne, Rusland en St. Vincent en de
Grenadines. De maatregelen tegen Nauru hebben
dus geen onmiddellijke consequenties voor het
Nederlandse beleid, waakzaamheid blijft tegen
alle landen op de lijst geboden.
Nederland blijft in internationaal verband
hameren op stringenter beleid tegen landen die
de overeengekomen standaarden van de FATF aan
hun laars blijven lappen. Deze NCCT-landen zijn
een bedreiging voor de integriteit van het
internationale financieel systeem. De gevolgen
hiervan zijn niet alleen voelbaar bij de
(her)financiering van criminele activiteiten,
maar ook bij de financiering van terrorisme.
DE MINISTER VAN FINANCIËN,
| In
Favorieten
plaatsen |