MINISTERIE VAN FINANCIEN
DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN
DIRECTIE WETGEVING VERBRUIKSBELASTINGEN
Nr. WV/2001- 682 M
's-Gravenhage, december 2001
Wijziging Uitvoeringsregeling energiepremies
De Staatssecretaris van Financiën,
Handelende in overeenstemming met de Minister van
Economische Zaken en de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op de artikelen 36a, eerste lid,
onderdeel j, en 36p, tweede lid, van de Wet belastingen
op milieugrondslag;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel I, onderdeel B, van de
Uitvoeringsregeling energiepremies wordt "de apparaten
en voorzieningen opgenomen in bijlage I bij deze
regeling" vervangen door: de apparaten,
energiebesparende voorzieningen voor bestaande
woningen, voorzieningen voor het opwekken van duurzame
energie en voorzieningen voor nieuwbouwwoningen
opgenomen in Bijlage I bij deze regeling.
ARTIKEL II
In de Uitvoeringsregeling energiepremies
worden Bijlage I en Bijlage II vervangen door de bij
deze regeling behorende Bijlage I en Bijlage II.
ARTIKEL III
De onderdelen 2021 tot en met 2023 uit Bijlage
I en Bijlage II bij de Uitvoeringsregeling
energiepremies komen slechts in aanmerking voor een
energiepremie indien het EnergiePrestatieAdvies is
uitgebracht vóór 1 juli 2002.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van
1 januari 2002.
De Staatssecretaris van Financiën,
Toelichting
Algemeen
Met ingang van 1 januari 2000 is ingevolge de Wet van
16 december 1999 tot wijziging van de regulerende
energiebelasting en de inkomstenbelasting met het oog
op het bevorderen van energiezuinig en
milieuvriendelijk gedrag (Stb. 557) in de Wet
belastingen op milieugrondslag de mogelijkheid
opgenomen de aanschaf van energiezuinige apparaten en
energiebesparende voorzieningen aan de woning te
stimuleren door middel van het toekennen van een
energiepremie. Op grond van artikel 36a, eerste lid,
onderdeel j, van de Wet belastingen op milieugrondslag
worden in de Uitvoeringsregeling energiepremies
apparaten en voorzieningen aangewezen die in het belang
zijn van een doelmatig gebruik van energie. Naar
aanleiding van de eerste ervaringen met de regeling heb
ik besloten de lijst met maatregelen die is opgenomen
als Bijlage I aan te passen en een groot aantal
premiebedragen in Bijlage II opnieuw vast te stellen.
Daarbij wordt onder meer een nieuwe categorie
geïntroduceerd, namelijk de categorie voorzieningen
voor nieuwbouwwoningen.
Bijlage I en Bijlage II
Wijziging van de regeling voor de EPA-adviezen
Zoals onlangs in de brief over het klimaatbeleid in de
gebouwde omgeving van 27 november 2001 van de
Staatssecretaris van VROM aan de Tweede Kamer is
aangegeven vormt het EnergiePrestatieAdvies (EPA) een
belangrijk instrument in het klimaatbeleid. Op basis
van de evaluatie van het EPA-beleid is de
Uitvoeringsregeling energiepremies voor EPA's op een
aantal punten gewijzigd. Het gaat hierbij om de
volgende punten:
1. Marktpartijen hebben het initiatief genomen
voor een EPA-procescertificering. Het certificaat
vergroot de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van
het instrument bij de consument. Tevens draagt het
certificaat bij aan een doelmatige besteding van de
terugsluis van regulerende energiebelasting (REB). Om
het EPA-procescertificaat toegepast te krijgen, wordt
aan EPA's van procesgecertificeerde bedrijven een
hogere premie gegeven dan EPA's die zijn uitgevoerd
door bedrijven die (nog) niet over een dergelijk
procescertificaat (of een gelijkwaardig
kwaliteitsborgingssysteem) beschikken. EPA's die zijn
uitgebracht op of na 1 juli 2002 komen alleen nog voor
premie in aanmerking indien ze zijn uitgevoerd door
procesgecertificeerde EPA-adviseurs.
2. Uit onderzoek is gebleken dat de huidige
koppeling tussen premie voor het EPA en het uitvoeren
van een maatregel uit het EPA voor de consument te
belemmerend werkt om een EPA aan te vragen. Om deze
reden wordt deze koppeling losgelaten bij EPA's van
procesgecertificeerde bedrijven.
3. Uit de monitoring van het EPA-beleid is
verder gebleken dat EPA-adviseurs bij EPA's voor
individuele woningen in de praktijk langer bezig zijn
met het opstellen van het EPA dan vooraf is ingeschat.
Om deze reden is het premiebedrag voor EPA's van
procesgecertificeerde bedrijven iets verhoogd.
Energiezuinige nieuwbouwwoningen
Vanuit het Bouwbesluit worden eisen gesteld aan de
energieprestatie van nieuw te bouwen woningen. Deze
eisen zijn een aantal keer aangescherpt (meest recent
in 2000). In de Tweede Kamer bestaat draagvlak voor een
verdere aanscherping van de energieprestatie-eisen voor
woningen (motie De Boer) Op dit moment is een verdere
generieke aanscherping van de energieprestatie-eis uit
oogpunt van kosteneffectiviteit niet gewenst. Wel wordt
het zinvol geacht dat er in ruime mate ervaring wordt
opgedaan met het realiseren van woningen die een betere
energieprestatie hebben dan de wettelijke eis. Dat is
een belangrijke manier om tot een brede toepassing - en
daarmee kostenreductie - van nieuwe energiebesparende
technieken te komen. Om deze reden is de voorziening
van energiezuinige nieuwbouwwoningen in de regeling
energiepremies opgenomen.
Lage Temperatuur Verwarming bij nieuwbouwwoningen
Het stimuleren van de toepassing van Lage Temperatuur
Verwarming past in het streven om verdergaande
energiebesparing te combineren met een verbetering van
het wooncomfort. Om deze reden was Lage Temperatuur
Verwarming voor de bestaande bouw reeds opgenomen in de
maatregelenlijst. Nu de Regeling energiepremies ook
voor nieuwbouwwoningen open staat is deze voorziening
ook voor nieuwbouwwoningen opgenomen.
Warmtepompen
De categorie voorzieningen voor het opwekken van
duurzame energie is uitgebreid met verschillende
warmtepompen. Op de lijst was vanaf 2000 reeds de
warmtepompboiler (warmtapwatertoestel) opgenomen. Met
deze wijziging wordt de lijst uitgebreid met de
warmtepomp voor ruimteverwarming, waarbij onderscheid
gemaakt wordt naar de door de warmtepomp gebruikte
warmtebron. Voor combiwarmtepompen (toestellen voor
ruimteverwarming én warmtapwater tegelijk) zijn steeds
twee omschrijvingen op de lijst van toepassing. Voor
zowel de tapwater- als de ruimteverwarmingswarmtepomp
is ook een omschrijving van de collectieve variant
(levering aan meerdere woningen vanuit één toestel)
opgenomen.
De in de omschrijvingen genoemde prestatie-eisen voor
warmtepompen zijn afgeleid van in ontwikkeling zijnde
normen en keurmerken of komen reeds in regelgeving voor
(energieprestatienormering).
Artikel III: EPA's vanaf 1 juli 2002
EPA's die zijn uitgebracht op of na 1 juli 2002 komen
alleen nog voor premie in aanmerking indien ze zijn
uitgevoerd door procesgecertificeerde EPA-adviseurs.
Artikel IV: inwerkingtreding
De regeling treedt ingevolge artikel IV in werking met
ingang van 1 januari 2002. Dit heeft onder meer tot
gevolg dat de nieuwe premiebedragen die zijn opgenomen
in Bijlage II bij deze regeling alleen van toepassing
zijn op apparaten en voorzieningen die zijn aangeschaft
op of na 1 januari 2002.
De Staatssecretaris van Financiën,
Bijlage I
Deze bijlage wordt aangehaald als: Energiepremie-lijst
2002
Omschrijving apparaten
1010 Koelkast/vriezer met A-label voor
energiegebruik
Bestemd het koelen van levensmiddelen voor
voor: huishoudelijk gebruik, met behulp van een
koelkast of een koel/vries-combinatie of
een vrieskist of vrieskast met een inhoud
van 1 m3 of minder
Bestaande koelkast, vrieskast, vrieskist of
uit: koel/vries-combinatie voorzien van een
A?label, zijnde een verklaring afgegeven
door de leverancier, importeur of
fabrikant, waaruit blijkt dat deze
apparaten voldoen aan de Energie-efficiency
klasse A als bedoeld in de Regeling
etikettering energiegebruik koel- en
vriesapparatuur
1011 Koelkast/vriezer met energie-efficiency
index
Bestemd het koelen van levensmiddelen voor
voor: huishoudelijk gebruik, met behulp van een
koelkast of een koel/vries-combinatie of
een vrieskist of vrieskast met een inhoud
van 1 m3 of minder
Bestaande koelkast, vrieskast, vrieskist of
uit: koel/vries-combinatie voorzien van een
A?label, zijnde een verklaring afgegeven
door de leverancier, importeur of
fabrikant, waaruit blijkt dat deze
apparaten voldoen aan de Energie-efficiency
klasse A als bedoeld in de Regeling
etikettering energiegebruik koel- en
vriesapparatuur en een energie efficiency
index hebben gelijk of lager dan 0,42
hetgeen blijkt ofwel uit een Ecolabel ofwel
uit een verklaring van de leverancier,
importeur of fabrikant dat de energie
efficiency index gelijk of lager is dan
0,42. Ingeval van een verklaring omtrent de
energie efficiency index van de
leverancier, importeur of fabrikant, wordt
deze slechts voor toekenning van premie
geaccepteerd, indien de leverancier
voorafgaand aan uitgifte van de verklaring
het typenummer van het apparaat heeft laten
registreren bij Novem. Registratie door de
leverancier, importeur of fabrikant is
slechts mogelijk indien uit een
onderzoeksrapport, dat is opgesteld
overeenkomstig de Regeling etikettering
energiegebruik koel- en vriesapparatuur,
een energie efficiency index gelijk of
lager dan 0,42 blijkt
Vaatwasser met A-label voor energiegebruik
1020 en A-label of B-label voor afwas- en
droogresultaat
Bestemd het reinigen van huishoudelijke vaat
voor:
Bestaande vaatwasser met een capaciteit van minder
uit: dan 15 standaard couverts en voorzien van
een A-label, zijnde een verklaring
afgegeven door de leverancier, importeur of
fabrikant, waaruit blijkt dat dit apparaat
voldoet aan de Energie-efficiency klasse A
voor energieverbruik en klasse A of B voor
afwasresultaat en droogresultaat als
bedoeld in de Regeling etikettering
energiegebruik afwasmachines
1030 Wasmachine met A-label voor energiegebruik
Bestemd het reinigen van kleding en huishoudelijk
voor: textiel
Bestaande wasmachine met een beladingcapaciteit van
uit: minder dan 8 kg wasgoed en voorzien van een
A-label, zijnde een verklaring afgegeven
door de leverancier, importeur of
fabrikant, waaruit blijkt dat dit apparaat
voldoet aan de Energie-efficiency klasse A
als bedoeld in de Regeling etikettering
energiegebruik wasmachines
1031 Wasmachine met A-label voor energiegebruik,
A-label voor wasresultaat en A-label voor
droogresultaat
Bestemd het reinigen van kleding en huishoudelijk
voor: textiel
Bestaande wasmachine met een beladingcapaciteit van
uit: minder dan 8 kg wasgoed en voorzien van een
A-label, zijnde een verklaring afgegeven
door de leverancier, importeur of
fabrikant, waaruit blijkt dat dit apparaat
voldoet aan de Energie-efficiency klasse A
voor energieverbruik en klasse A voor
wasresultaat en droogresultaat als bedoeld
in de Regeling etikettering energiegebruik
wasmachines
1041 Elektrische condens wasdroger met A-label
voor energiegebruik
Bestemd het drogen van kleding en huishoudelijk
voor: textiel door middel van drooglucht die
wordt verwarmd door een elektrische
installatie
Bestaande elektrische condens wasdroger met een
uit: beladingcapaciteit van minder dan 8 kg
wasgoed en voorzien van een A-label, zijnde
een verklaring afgegeven door de
leverancier, importeur of fabrikant,
waaruit blijkt dat dit apparaat voldoet aan
de Energie-efficiency klasse A als bedoeld
in de Regeling etikettering energiegebruik
droogtrommels, met de vermelding dat sprake
is van een condenserend apparaat
1050 Gasverwarmde wasdroger
Bestemd het drogen van kleding en huishoudelijke
voor: textiel door middel van drooglucht die
direct wordt verwarmd met gas of indirect
wordt verwarmd door een gasgestookte
installatie
Bestaande gasverwarmde wasdroger met een
uit: beladingcapaciteit van minder dan 8 kg
wasgoed
1060 Wasdrogercombinatie met A-label voor
energiegebruik
Bestemd het reinigen en drogen van kleding en
voor: huishoudelijk textiel
Bestaande een wasdrogercombinatie met een
uit: beladingcapaciteit van minder dan 8 kg
wasgoed en voorzien van een A-label, zijnde
een verklaring afgegeven door de
leverancier, importeur of fabrikant,
waaruit blijkt dat dit apparaat voldoet aan
de Energie-efficiency klasse A als bedoeld
in de Regeling etikettering energiegebruik
was-droogcombinaties
1080 Woonhuisarmatuur met compact
fluorescentielamp met steekfitting en
vermogen > 30 Watt
Bestemd het verlichten van vertrekken in woonhuizen
voor:
Bestaande woonhuisarmatuur geschikt voor compact
uit: fluorescentielampen met steekfitting met
een vermogen groter dan of gelijk aan 30 W.
Uitgezonderd zijn armaturen voor rechte
buisvormige fluorescentielampen
(TL-balken). Armaturen dienen te beschikken
over een certificaat, opgesteld door KEMA,
dat aantoont dat aan bovenstaande eisen
wordt voldaan
1090 Losstaande LCD-monitor met beelddiagonaal >
35 cm
Bestemd het tonen van televisiebeelden of
voor: computerbeelden
Bestaande een televisie of een los
uit: computerbeeldscherm met Liquid Crystal
Display (LCD) met een minimale (opgegeven)
beelddiagonaal van 35 cm (14'')
Omschrijving energiebesparende voorzieningen voor
bestaande woningen
2001 Vloerisolatie met R ? 1,30 m2.K/W
Bestemd het isoleren van de begane grondvloer of
voor: van de vloer boven een onverwarmde ruimte
van een woning door middel van het
aanbrengen van een isolatielaag aan de
onderzijde van de vloer, waarbij de
voorziening is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer. Bij
woningen zonder kruipruimte of een
kruipruimte met een hoogte (te meten tussen
de onderzijde van de begane grondvloer en
de vloer van de kruipruimte) van minder dan
60 cm, is het aanbrengen van vloerisolatie
aan de bovenzijde van de begane grondvloer
toegestaan mits hiervoor bovenop de
isolatielaag harde
vloerafwerkingsmaterialen worden toegepast
Bestaande a) een laag isolatiemateriaal, welke uit: niet uit in situ gespoten polyurethaan bestaat, met een warmteweerstand (R) van ten minste 1,30 m2.K/W, of
b) een in situ gespoten laag HCFK
vrije polyurethaan, voorzien van een
certificaat waaruit blijkt dat de laag
voldoet aan de beoordelingsrichtlijn
1332/02 van het BKB, met een
warmteweerstand ( R ) van ten minste 1,30
m2.K/W
BijzonderheiUitgangspunt bij de vereiste
warmteweerstand (R) is een
ventilatievoorziening in twee tegenover
elkaar gelegen buitenmuren, met een
gezamenlijke doorlaat van 100 mm2 per m2
vloeroppervlak. Een dergelijke minimale
ventilatievoorziening kan bij een houten
begane grondvloer de kans op houtrot
verkleinen
2002 Bodemisolatie met R ? 1,30 m2.K/W
(bodem/opgaande werk) of
R ? 3,00 m2.K/W (bodem)
Bestemd het isoleren van een woning door middel van
voor: het bedekken van de bodem van een
kruipruimte met een isolerende laag,
waarbij tevens het opgaande werk tot aan de
begane grondvloer dient te worden
geïsoleerd of door het uitsluitend bedekken
van de bodem van de kruipruimte met een
isolerende laag
Bestaande een isolerende laag met een warmteweerstand
uit: (R) van ten minste 1,30 m2.K/W voor de
bodem van de kruipruimte en van ten minste
1,30 m2.K/W voor het opgaande werk of een
weerstand van (R) van ten minste 3,00
m2.K/W voor de bodem wanneer het opgaande
werk niet wordt geïsoleerd. Met het
opgaande werk wordt bedoeld de funderingen
van buitengevels en woningscheidende muren
gerekend vanaf de bodem van de kruipruimte
tot aan de onderzijde van de begane
grondvloer.
De minimale warmteweerstand dient
gewaarborgd te zijn rekening houdende met
de ter plaatse mogelijke hoeveelheid staand
water. Tevens dient de bereikbaarheid van
eventueel aanwezige leidingen gehandhaafd
te blijven
BijzonderheiUitgangspunt bij de vereiste
warmteweerstand (R) is een
ventilatievoorziening in twee tegenover
elkaar gelegen buitenmuren, met een
gezamenlijke doorlaat van 100 mm2 per m2
vloeroppervlak. Een dergelijke minimale
ventilatievoorziening kan bij een houten
begane grondvloer de kans op houtrot
verkleinen
2003 Spouwmuurisolatie met R ? 1,30 m2.K/W
Bestemd het isoleren van de spouwmuur van een
voor: buitengevel, buitengeveldeel of binnenwand
grenzend aan een onverwarmde ruimte,
waarbij de voorziening is aangebracht en
geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer
Bestaande een laag isolatiemateriaal met een
uit: warmteweerstand (R) van ten minste 1,30
m2.K/W
2004 Gevelisolatie met R ? 1,30 m2.K/W
Bestemd het isoleren van de binnen- of buitenzijde
voor: van een buitengevel, buitengeveldeel
(waaronder begrepen borstweringen en het
vervangen van glas door een niet
transparante laag) of een binnenwand
grenzend aan een onverwarmde ruimte,
waarbij de voorziening is aangebracht en
geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer
Bestaande een laag isolatiemateriaal met een
uit: warmteweerstand (R) van ten minste 1,30
m2.K/W
2005 Dak- of vlieringisolatie met R ? 1,30
m2.K/W
Bestemd Het isoleren van hetzij een dak hetzij een
voor: onverwarmde vliering van een woning, met
uitzondering van een plat dak aan de
onderzijde of van een schuin dak met
UF-schuim onder de dakpannen, waarbij de
voorziening is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer
Bestaande een laag isolatiemateriaal met een
uit: warmteweerstand (R) van ten minste 1,30
m2.K/W
2006 Doe-het-zelf toepassing isolatie met Rd ³
1,30 m2.K/W
Bestemd het realiseren van energiebesparing in een
voor: woning, waarbij de voorziening door de
aanvrager zelf is aangebracht
Bestaande het realiseren van voorzieningen als uit: genoemd onder 2001 tot en met 2005 met uitzondering van 2001 deel b, waarbij isolatiemateriaal wordt toegepast met een op de verpakking vermelde warmteweerstand (Rd) van ten minste 1,30 m2.K/W
2007 HR++glas (spouw ³ 15 mm of U-waarde £ 1,20
W/m2.K)
Bestemd het beperken van energieverliezen door
voor: ramen van een woning door middel van
warmtereflecterend isolerend meervoudig
glas, waarbij de voorziening is aangebracht
en geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer
Bestaande warmtereflecterend isolerend meervoudig
uit: glas dat voorzien is van de vermelding van
de productnaam en het kenmerk HR++ glas
(vastgesteld volgens de Nationale BRL
2202,1999 of de BRL 3105,2001 c.q. de ten
tijde van het aanbrengen van de voorziening
geldende BRL) in de afstandhouder en een
spouwbreedte van ten minste 15 mm of een
U-waarde heeft van ten hoogste 1,20 W/m2.K
berekend conform NEN-EN 673 (dec.1997)
2008 HR++glas (spouw ³ 9 mm en 1,20 W/m2.K)
Bestemd het beperken van energieverliezen door
voor: ramen van een woning door middel van
warmtereflecterend isolerend meervoudig
glas, waarbij de voorziening is aangebracht
en geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer
Bestaande warmtereflecterend isolerend meervoudig
uit: glas dat voorzien is van de vermelding van
de productnaam en het kenmerk HR++ glas
(vastgesteld volgens de Nationale BRL
2202,1999 of 3105,2001 c.q. de ten tijde
van het aanbrengen van de voorziening
geldende BRL) in de afstandhouder en een
spouwbreedte heeft van ten minste 9 mm doch
minder dan 15 mm en een U-waarde van meer
dan 1,20 W/m2.K berekend conform NEN-EN 673
(dec. 1997). Bij toepassing in bewegende
delen zal HR++ glas met een spouwbreedte
van minder dan 9 mm worden opgevat als HR++
glas met een spouwbreedte van ten minste 9
mm doch minder dan 15 mm tot een maximum
van 25 % van het in de aanvraag betrokken
glasoppervlak
2009 Galerij- of balkonafdichting
Bestemd het winddicht dichtzetten van balkons en
voor: galerijen bij meergezinswoningen, waarbij
de voorziening is aangebracht en geleverd
door een derde, zijnde een ondernemer
Bestaande beglazing, beplating of andere bouwkundige
uit: voorziening
2010 HR-ketel (£ 35 kW)
Bestemd Ruimteverwarming van een woning, waarbij de
voor: voorziening is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994
Bestaande een aardgas, propaan of butaan gestookte uit: verwarmingsketel met een nominale belasting van ten hoogste 35 kW (o.w.) en
1. ingeval van een systeem met water
als warmtetransporterend medium een
rendement voor ruimteverwarming van
minimaal 107% op onderwaarde gemeten
volgens NEN-EN 677 onder deellastcondities
en/of een Gaskeur HR-107
kwaliteitsaanduiding volgens de
Gaskeur-criteria voor cv- en
cv-combi-toestellen, en
2. ingeval van een systeem met lucht
als warmtetransporterend medium een
verbrandingsgaszijdig rendement van
minimaal 108% op onderwaarde, gemeten
volgens EN 1196 bij 30% deellast en/of een
Gaskeur HR-107 kwaliteitsaanduiding volgens
de Gaskeur-criteria voor gasgestookte
luchtverwarmers voor huishoudelijk gebruik
en met een hoog rendement
2011 HR-ketel (> 35 kW)
Bestemd Ruimteverwarming van een woning, waarbij de
voor: voorziening is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994
Bestaande een aardgas, propaan of butaan gestookte uit: verwarmingsketel met een nominale belasting van meer dan 35 kW (o.w.) en
1. ingeval van een systeem met water
als warmtetransporterend medium een
rendement voor ruimteverwarming van
minimaal 107% op onderwaarde gemeten
volgens NEN-EN 677 onder deellastcondities
en/of een Gaskeur HR-107
kwaliteitsaanduiding volgens de
Gaskeur-criteria voor cv- en
cv-combi-toestellen, en
2. ingeval van een systeem met lucht
als warmtetransporterend medium een
verbrandingsgaszijdig rendement van
minimaal 108% op onderwaarde gemeten
volgens EN 1196 bij 30% deellast en/of een
Gaskeur HR-107 kwaliteitsaanduiding volgens
de Gaskeur-criteria voor gasgestookte
luchtverwarmers voor huishoudelijk gebruik
en met een hoog rendement
2012 Woningaanpassing warmtelevering
Bestemd het geschikt maken van de
voor: verwarmingsinstallatie van een woning voor
aansluiting op een extern
warmtedistributienet, waarbij de
voorziening is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer
Bestaande voorzieningen binnen de woning ten behoeve
uit: van ontvangst en benutting van warmte voor
ruimteverwarming vanuit een
warmtedistributienet dat buiten het
woningenblok is gelegen
2013 Individuele warmtebemetering
Bestemd het meten van het energiegebruik voor
voor: verwarming of voor de productie van warm
tapwater in afzonderlijke eenheden van een
collectief verwarmd en nog niet individueel
bemeterd gebouw, waarbij de voorziening is
aangebracht en geleverd door een derde,
zijnde een ondernemer
Bestaande individuele warmtemeters per woningeenheid
uit:
2014 Warmteterugwinning uit
ruimteventilatielucht
Bestemd het terugwinnen van warmte uit
voor: ruimteventilatielucht van een woning,
waarbij de voorziening is aangebracht en
geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer en waarbij de veiligheid van de
voorziening is gecontroleerd door een
derde, zijnde een ondernemer erkend conform
REI 1994
Bestaande een warmtewisselsysteem met een energetisch
uit: rendement van ten minste 80 %
2015 Gelijkstroomventilator voor woningventilatietoepassingen
Bestemd het verplaatsen van luchtstromen in een
voor: ruimteventilatiesysteem van een woning,
waarbij de voorziening is aangebracht en
geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer en waarbij de veiligheid van de
voorziening is gecontroleerd door een
derde, zijnde een ondernemer erkend conform
REI 1994
Bestaande een ventilator aangedreven door een
uit: gelijkstroomventilator
2016 HF-verlichting
Bestemd verlichting van collectieve ruimtes bij
voor: meergezinswoningen, waarbij de voorziening
is aangebracht en geleverd door een derde,
zijnde een ondernemer en waarbij de
veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REI 1994
Bestaande een hoogfrequent elektronisch uit: voorschakelapparaat waarbij het lichtconversiesysteem bij een omgevingstemperatuur van 25 graden Celsius en bij het nominale lampvermogen voldoen aan de eis ten aanzien van de verhouding lichtstroom/opgenomen vermogen van:
- > 90 lumen/Watt voor lagedruk buisvormige
fluorescentielampen;
- > 75 lumen/Watt voor lagedruk compacte
fluorescentielampen;
- > 90 lumen/Watt voor overige lampen.
Hierbij betreft het opgenomen vermogen, het
vermogen opgenomen door het gehele
lichtconversiesysteem; de lichtstroom
betreft de lichtstroom van de kale lamp
2017 Aanwezigheids- en/of daglichtsensoren
Bestemd het automatisch schakelen en/of regelen van voor: verlichtingssystemen, t.b.v. verlichting van collectieve ruimtes bij meergezinswoningen, in afhankelijkheid van de aanwezigheid van personen en/of daglicht, waarbij de voorziening is aangebracht en geleverd door een derde, zijnde een ondernemer en waarbij de veiligheid van de voorziening is gecontroleerd door een derde, zijnde een ondernemer erkend conform REI 1994
Bestaande een bewegingssensor en/of daglichtsensor
uit: met schakeleenheid
2018 Lage Temperatuur CV
Bestemd het in een bestaande woning aanpassen van
voor: een centraal warmwaterverwarmingssysteem op
een zodanige wijze dat de
ontwerp-aanvoertemperatuur maximaal 55 oC
bedraagt, waarbij de voorziening is
aangebracht en geleverd of aangepast door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994
Bestaande een warmwaterverwarmingssysteem waartoe
uit: inregelvoorzieningen per
warmte-afgifte-element zijn aangebracht
danwel inregelvoorzieningen per
warmte-afgifte-element alsook additionele
c.q. andere warmte-afgifte-elementen
(radiatoren of convectoren) zijn
aangebracht
De warmwaterverwarmingsinstallatie dient te
voldoen aan de kwaliteitseisen geformuleerd
in ISSO publicatie 50 "Kwaliteitseisen
Verwarmingsinstallaties Woningen" (1999)
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde
"Checklist voor toepassing van Lage
Temperatuur Verwarming (LTV) voor
CV-installaties in de bestaande bouw" te
worden meegezonden
2019 Vloer- of wandverwarming aangesloten op
Lage Temperatuur CV
Bestemd het in een bestaande woning toevoegen van
voor: vloer- en/of wandverwarming in woonkamer en
keuken aan een centraal
warmwaterverwarmingssysteem conform 2018,
waarbij de voorziening is aangebracht en
geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer en waarbij de veiligheid van de
voorziening is gecontroleerd door een
derde, zijnde een ondernemer erkend conform
REG 1994
Bestaande vloer- en/of wandverwarming in woonkamer en
uit: keuken toegevoegd aan een (aangepaste)
warmwaterverwarmingsinstallatie die
gerealiseerd is conform de eisen gesteld
bij maatregel 2018 van deze bijlage,
waarbij bovendien het afgiftevermogen van
de aangebrachte vloer- en/of wandverwarming
groot genoeg is om in deze vertrekken als
hoofdverwarming te dienen.
De warmwaterverwarmingsinstallatie dient te voldoen aan de kwaliteitseisen geformuleerd in ISSO publicatie 50 "Kwaliteitseisen Verwarmingsinstallaties Woningen" (1999)
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde
"Checklist voor toepassing van Lage
Temperatuur Verwarming (LTV) voor
CV-installaties in de bestaande bouw" te
worden meegezonden
2020 Lage Temperatuur luchtverwarming
Bestemd het in een bestaande woning aanpassen van voor: een centraal indirect gestookt luchtverwarmingssysteem op zodanige wijze dat de waterzijdige-ontwerptemperatuur maximaal 55 oC bedraagt, waarbij de voorziening is aangebracht en geleverd door een derde, zijnde een ondernemer en waarbij de veiligheid van de voorziening is gecontroleerd door een derde, zijnde een ondernemer erkend conform REG 1994
Bestaande een (aangepaste)
uit: luchtverwarmingssinstallatie die voldoet
aan de kwaliteitseisen geformuleerd in ISSO
publicatie 50 "Kwaliteitseisen
Verwarmingsinstallaties Woningen" (1999)
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde
"Checklist voor toepassing van Lage
Temperatuur Verwarming (LTV) voor
CV-installaties in de bestaande bouw" te
worden meegezonden
2021 EnergiePrestatieAdvies (EPA) van niet
procesgecertificeerde onderneming voor één
woning1)
Bestemd het op uniforme en betrouwbare wijze
voor: bepalen van de energetische hoedanigheid en
de mogelijke verbetering daarin van een
woning
Bestaande een EnergiePrestatieAdvies dat voldoet aan
uit: de eisen bedoeld in artikel 36a, eerste
lid, onderdeel j, van de wet, waarbij het
meetresultaat op geen andere woning van
toepassing wordt verklaard en er uit het
EnergiePrestatieAdvies ten minste één
voorziening die op de Energiepremie-lijst
staat wordt toegepast. Het advies is
opgesteld door een onderneming die niet
beschikt over een procescertificaat voor
EPA's volgens BRL 9502 of een vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem. In de
Ministeriele regeling
EnergiePrestatieAdvies zijn de eisen voor
zo'n vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem nader uitgewerkt
2022 EnergiePrestatieAdvies (EPA) van niet procesgecertificeerde onderneming voor een woningblok van 2 t/m 10 woningen1)
Bestemd het op uniforme en betrouwbare wijze
voor: bepalen van de energetische hoedanigheid en
de mogelijke verbetering daarin van een
woning, deel uitmakend van een woningblok
van 2 tot en met 10 technisch
gelijksoortige woningen van dezelfde
eigenaar
Bestaande een EnergiePrestatieAdvies dat voldoet aan
uit: de eisen bedoeld in artikel 36a, eerste
lid, onderdeel j, van de wet, waarbij het
meetresultaat van toepassing wordt
verklaard op het gehele woningblok en er
uit het EnergiePrestatieAdvies ten minste
één voorziening die op de
Energiepremie-lijst staat per woningblok
wordt toegepast.Het advies is opgesteld
door een onderneming die niet beschikt over
een procescertificaat voor EPA's volgens
BRL 9502 of een vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem. In de
Ministeriele regeling
EnergiePrestatieAdvies zijn de eisen voor
zo'n vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem nader uitgewerkt
2023 EnergiePrestatieAdvies (EPA) van niet procesgecertificeerde onderneming voor een woningblok van meer dan 10 woningen1)
Bestemd het op uniforme en betrouwbare wijze voor: bepalen van de energetische hoedanigheid en de mogelijke verbetering daarin van een woning, deel uitmakend van een woningblok van meer dan 10 technisch gelijksoortige woningen van dezelfde eigenaar
Bestaande een EnergiePrestatieAdvies dat voldoet aan
uit: de eisen bedoeld in artikel 36a, eerste
lid, onderdeel j, van de wet, waarbij het
meetresultaat van toepassing wordt
verklaard op het gehele woningblok en er
uit het EnergiePrestatieAdvies ten minste
één voorziening die op de
Energiepremie-lijst staat per woningblok
wordt toegepast. Het advies is opgesteld
door een onderneming die niet beschikt over
een procescertificaat voor EPA's volgens
BRL 9502 of een vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem. In de
Ministeriele regeling
EnergiePrestatieAdvies zijn de eisen voor
zo'n vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem nader uitgewerkt
2024 EnergiePrestatieAdvies (EPA) van
procesgecertificeerde onderneming voor één
woning
Bestemd het op uniforme en betrouwbare wijze
voor: bepalen van de energetische hoedanigheid en
de mogelijke verbetering daarin van een
woning van de aanvrager, zijnde
eigenaar-bewoner
Bestaande een EnergiePrestatieAdvies dat voldoet aan
uit: de eisen bedoeld in artikel 36a, eerste
lid, onderdeel j, van de wet, waarbij het
meetresultaat op geen andere woning van
toepassing wordt verklaard, en waarbij het
advies is opgesteld door een adviseur van
een onderneming die beschikt over een
procescertificaat voor EPA's volgens BRL
9502 of een vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem. In de
Ministeriele regeling
EnergiePrestatieAdvies zijn de eisen voor
zo'n vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem nader uitgewerkt.
Het advies komt maximaal éénmaal per 5 jaar
voor premie in aanmerking voor dezelfde
eigenaar-bewoner
2025 2025 EnergiePrestatieAdvies (EPA) van
procesgecertificeerde onderneming voor één
of meerdere rij(-en) woningen, bestaande
uit grondgebonden zelfstandige
wooneenheden, of één vrijstaande woning
Bestemd het op uniforme en betrouwbare wijze voor: bepalen van de energetische hoedanigheid en de mogelijke verbetering van een vrijstaande woning of van alle grondgebonden zelfstandige wooneenheden (m.n. eengezinswoningen) in de betreffende rij(-en) woningen, van dezelfde eigenaar-verhuurder, zijnde woningverhuurders en -beheerders, of van dezelfde Vereniging van Eigenaren
Bestaande een EnergiePrestatieAdvies dat voldoet aan
uit: de eisen bedoeld in artikel 36a, eerste
lid, onderdeel j, van de wet, waarbij het
meetresultaat van toepassing wordt
verklaard op alle grondgebonden
zelfstandige wooneenheden (m.n.
eengezinswoningen) in de betreffende
rij(-en) woningen, van dezelfde
eigenaar-verhuurder, zijnde
woningverhuurders en -beheerders, of van
dezelfde Vereniging van Eigenaren en
waarbij het advies is opgesteld door een
adviseur van een onderneming die beschikt
over een procescertificaat voor EPA's
volgens BRL 9502 of een vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem. In de
Ministeriele regeling
EnergiePrestatieAdvies zijn de eisen voor
zo'n vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem nader uitgewerkt.
Het advies komt maximaal éénmaal per 5 jaar
voor premie in aanmerking voor dezelfde
eigenaar-verhuurder. Onder een rij woningen
wordt verstaan: een gebouw of een gedeelte
van een gebouw, niet zijnde een woongebouw
als bedoeld in de omschrijving van
maatregel 2026, waarin twee of meer
grondgebonden woningen zijn gelegen
2026 EnergiePrestatieAdvies (EPA) van procesgecertificeerde onderneming voor één of meerdere woongebouw(-en), bestaande uit woningen, zijnde gestapelde woningen
Bestemd het op uniforme en betrouwbare wijze voor: bepalen van de energetische hoedanigheid en de mogelijke verbetering daarin van alle woningen in het (de) betreffende woongebouw(-en), die niet onder maatregel 2024 of 2025 vallen, van dezelfde eigenaar-verhuurder, zijnde woningverhuurders en - beheerders, of van dezelfde Vereniging van Eigenaren
Bestaande een EnergiePrestatieAdvies dat voldoet aan
uit: de eisen bedoeld in artikel 36a, eerste
lid, onderdeel j, van de wet, waarbij het
meetresultaat van toepassing wordt
verklaard op alle woningen in het (de)
betreffende woongebouw(-en) van dezelfde
eigenaar-verhuurder, zijnde
woningverhuurders en - beheerders, of van
dezelfde Vereniging van Eigenaren en
waarbij het advies is opgesteld door een
adviseur van een onderneming die beschikt
over een procescertificaat voor EPA's
volgens BRL 9502 of een vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem. In de
Ministeriele regeling
EnergiePrestatieAdvies zijn de eisen voor
zo'n vergelijkbaar
kwaliteitsborgingssysteem nader uitgewerkt.
Het advies komt maximaal éénmaal per 5 jaar
voor premie in aanmerking voor dezelfde
eigenaar-verhuurder. Onder een woongebouw
wordt in dezen verstaan:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw,
in welk gebouw of welk gedeelte twee of
meer woningen zijn gelegen die zijn te
bereiken door een of meer
gemeenschappelijke verkeersruimte(n)
2030 Ventilatiesysteem met actieve roosters
Bestemd het ventileren van een woning gebruik voor: makend van vraaggestuurde natuurlijke toevoer en mechanische afvoer, waarbij de voorziening is aangebracht en geleverd door een derde, zijnde een ondernemer
Bestaande zelfregelende toevoerroosters in alle uit: verblijfsruimten, met uitzondering van een besloten keuken, die de vereiste volumestroom, bepaald bij 1 Pa luchtdrukverschil tussen binnen en buiten, constant houden binnen een drukgebied tot 25 Pa, binnen de in NEN 1087 gestelde voorwaarden, inclusief diodewerking teneinde de stromingsrichting te garanderen. De roosters dienen aangesloten te zijn op een centrale regelunit waarmee het gewenste ventilatiepatroon kan worden geprogrammeerd. Deze regelunit dient een mechanische afvoerunit aan te sturen op een dusdanige wijze dat de afvoercapaciteit gelijk is aan de geprogrammeerde toevoercapaciteit van de roosters. Het totale systeem dient een reductie te geven op de energieprestatiecoëfficiënt van ten minste 0,15, betrokken op een woning met een gebruiksoppervlakte van 100 m2 en een luchtdoorlatendheid van 100 m3/s; dit aan te tonen door middel van een onderbouwde gelijkwaardigheidsverklaring
2040 HR-warmtapwaterbereider (£ 70 kW)
Bestemd het verwarmen van tapwater voor een woning,
voor: waarbij de voorziening is aangebracht en
geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer en waarbij de veiligheid van de
voorziening is gecontroleerd door een
derde, zijnde een ondernemer erkend conform
REG 1994
Bestaande een aardgas, propaan of butaan gestookt
uit: warmwaterbereidingstoestel met een nominale
belasting van ten hoogste 70 kW (o.w.) dat
voldoet aan alle eisen zoals gesteld in de
Gaskeur/CW-criteria (CW-1:1996) en de
aanvullingen daarop met betrekking tot het
jaargebruiksrendement op tapwater (CW
aanvulling 1998/01) en het HR-label op
tapwater (CW aanvulling 2001/01), waaronder
meer in het bijzonder de eis,
1. Ingeval van een winterwachttijd
van ten hoogste 15 seconden, van een
jaargebruiksrendement voor tapwater van
minimaal 70% op onderwaarde of
2. Ingeval van een winterwachttijd
van meer dan 15 seconden en ten hoogste 30
seconden, van een extra
jaargebruiksrendement boven op het minimale
jaargebruiksrendement van 70% van 0,33% per
seconde extra wachttijd of
3. Ingeval van een winterwachttijd
van meer dan 30 seconden, van een
jaargebruiksrendement voor tapwater van
minimaal 75% op onderwaarde
2050 Warmte-isolerende buitendeur met U-waarde £
1,20 W/m2.K
Bestemd het beperken van energieverliezendoor
voor: deuropeningen van een woning door
toepassing van een hoogwaardig
warmte-isolerende buitendeur, waarbij de
voorziening is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer
Bestaande warmte-isolerende buitendeur met een
uit: U-waarde van ten hoogste
1,20 W/m2.K
Omschrijving voorzieningen voor het opwekken van
duurzame energie
3010 Fotovoltaïsche zonne-energie (PV-systeem)
Bestemd het opwekken van elektriciteit op een
voor: woning, waarbij de opgewekte elektriciteit
direct wordt gebruikt of teruggeleverd aan
het openbare elektriciteitsnet
Bestaande een systeem van één of meerdere
uit: zonnepanelen en één of meerdere
gelijk/wisselstroomomzetters. De
energiepremie wordt vastgesteld op basis
van de som van de nominale vermogens van de
zonnepanelen, uitgedrukt in Wp. De
individuele vermogens van de panelen dienen
vastgesteld te zijn conform IEC 60904 en te
voldoen aan de specificatie van het
desbetreffende paneeltype. Indien het
gezamenlijk vermogen van de voor een woning
of een woongebouw bestemde panelen groter
is dan 600 Wp dient de elektrische
veiligheid gecontroleerd te zijn door een
derde, zijnde een ondernemer erkend conform
REI 1994
Bijzonderheieen aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3020 Zonneboiler ³ 3 GJ
Bestemd het verwarmen van tapwater voor een woning
voor: met behulp van zonlicht, waarbij de
zonneboiler is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REW 1994 of REG
1994
Bestaande een zonneboiler die een jaarlijkse
uit: opbrengst heeft van ten minste 3,0 GJ
bepaald volgens NPR 7976 "Bepaling van de
energetische opbrengst van zonneboilers" of
het EnergiePrestatieKeur voor zonneboilers
(EPK)
Bijzonderheieen aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3030 Zonneboiler 2 - 3 GJ
Bestemd het verwarmen van tapwater voor een woning
voor: met behulp van zonlicht, waarbij de
zonneboiler is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REW 1994 of REG
1994
Bestaande een zonneboiler die een jaarlijkse
uit: opbrengst heeft van ten minste 2,0 GJ, maar
minder dan 3,0 GJ bepaald volgens NPR 7976
"Bepaling van de energetische opbrengst van
zonneboilers" of het EnergiePrestatieKeur
voor zonneboilers (EPK)
Bijzonderheieen aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3040 Collectieve zonneboiler
Bestemd het verwarmen van tapwater voor een woning
voor: met behulp van zonlicht, waarbij de
zonneboiler is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REW 1994 of REG
1994
Bestaande zonnecollectoren gekoppeld aan een
uit: collectief warmtapwatersysteem. Het
rendement van de collectoren moet minimaal
40% zijn bij een gereduceerd
temperatuurverschil (T*) van 0,078 K/m2W,
bepaald volgens ISO 9806/1 of prEN12975-2.
De energiepremie is per m2 collector,
bepaald volgens de apertuur van de
collector
Bijzonderheieen aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3050 Warmtepompboiler/warmtapwaterdeel
individuele
warmtepomp
Bestemd Het verwarmen van tapwater voor een woning
voor: door middel van een warmtepomp die warmte
onttrekt aan ventilatieretourlucht,
grondwater, oppervlaktewater, bodem of
buitenlucht, waarbij de warmtepomp is
aangebracht en geleverd door een derde,
zijnde een ondernemer en waarbij de
veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REW 1994 of REG
1994
Bestaande Een individuele warmtepomp en
uit: warmtapwatervoorraadvat met een Coefficient
of Performance (COP) van ten minste 2,20
bepaald volgens de NEN 5128-1998
Bijzonderheieen aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3060 Collectieve warmtepomp voor warm
tapwater/warmtapwaterdeel collectieve
warmtepomp
Bestemd het verwarmen van warmtapwater voor
voor: meerdere woningen door middel van een
warmtepomp die warmte onttrekt aan
ventilatieretourlucht, grondwater,
oppervlaktewater, bodem of buitenlucht,
waarbij de warmtepomp is aangebracht en
geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer en waarbij de veiligheid van de
voorziening is gecontroleerd door een
derde, zijnde een ondernemer erkend conform
REG 1994 of REW 1994
Bestaande een collectieve elektrische of gasgedreven
uit: warmtepomp die warmte onttrekt aan
ventilatieretourlucht, grondwater, het
oppervlaktewater, de buitenlucht of de
bodem. In geval van een elektrische
warmtepomp de Coefficient of Performance
(COP) bepaald volgens NEN-EN 255 deel 2
onder de van toepassing zijnde testconditie
W10/W50, B0/W50 of A7(6)/W50 minimaal 3,00
te zijn; in geval van een gasgedreven
warmtepomp dient de utilization efficiency
in the heating mode van de warmtepomp
bepaald volgens NEN-EN 12309, deel 2, onder
de van toepassing zijnde testconditie
W10/W50, B0/W50 of A7(6)/W50 dan minimaal
1,20 te zijn
Bijzonderheieen aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3070 Individuele warmtepomp (water) voor
ruimteverwarming
Bestemd ruimteverwarming van een woning met behulp
voor: van omgevingswarmte, waarbij de voorziening
is aangebracht en geleverd door een derde,
zijnde een ondernemer en waarbij de
veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994 of REW
1994
Bestaande een individuele elektrische of gasgedreven
uit: warmtepomp die individueel of collectief
warmte onttrekt aan grond- of
oppervlaktewater en die is gekoppeld aan
een centraal warmwaterafgiftesysteem
conform voorziening 2018 c.q. 4050.
Bij een ontwerp-aanvoertemperatuur van het
afgiftesysteem van hoger dan 45°C, maar
lager dan of gelijk aan 55°C dient in geval
van een elektrische warmtepomp de
Coefficient of Performance (COP) van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 255, deel
2 onder testconditie W10/W50 minimaal 3,76
te zijn; in geval van een gasgedreven
warmtepomp dient de gas utilization
efficiency in the heating mode van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 12309,
deel 2 onder testconditie W10/W50 dan
minimaal 1,20 te zijn.
Bij een ontwerp-aanvoertemperatuur van het
afgiftesysteem van lager dan 45°C dient in
geval van een elektrische warmtepomp de
Coefficient of Performance (COP) van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 255, deel
2 onder testconditie W10/W35 minimaal 5,08
te zijn; in geval van een gasgedreven
warmtepomp dient de gas utilization
efficiency in the heating mode van de
warmtepomp bepaald volgens NEN 12309, deel
2 onder testconditie W10/W35 dan minimaal
1,40 te zijn
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde
"Checklist voor warmtepompen in de
Energiepremieregeling" te worden
meegezonden.
Een aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3072 Individuele warmtepomp (bodem) voor
ruimteverwarming
Bestemd ruimteverwarming van een woning met behulp
voor: van omgevingswarmte, waarbij de voorziening
is aangebracht en geleverd door een derde,
zijnde een ondernemer en waarbij de
veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994 of REW
1994
Bestaande een individuele elektrische of gasgedreven
uit: warmtepomp die individueel of collectief
warmte onttrekt aan de bodem en die is
gekoppeld aan een centraal
warmwaterafgiftesysteem conform 2018 c.q.
4050.
Bij een ontwerp-aanvoertemperatuur van het
afgifte systeem van hoger dan 45°C, maar
lager dan of gelijk aan 55°C dient in geval
van een elektrische warmtepomp de
Coefficient of Performance (COP) van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 255, deel
2 onder testconditie B0/W50 minimaal 3,03
te zijn; in geval van een gasgedreven
warmtepomp dient de gas utilization
efficiency in the heating mode van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 12309,
deel 2 onder testconditie B0/W50 dan
minimaal 1,20 te zijn.
Bij een ontwerp-aanvoertemperatuur van het
afgifte systeem van lager dan 45°C dient in
geval van een elektrische warmtepomp de
Coefficient of Performance (COP) van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 255, deel
2 onder testconditie B0/W35 minimaal 4,00
te zijn; in geval van een gasgedreven
warmtepomp dient de gas utilization
efficiency in the heating mode van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 12309,
deel 2 onder testconditie B0/W35 dan
minimaal 1,40 te zijn
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde
"Checklist voor warmtepompen in de
Energiepremieregeling" te worden
meegezonden.
Een aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3074 Individuele warmtepomp (lucht) voor
ruimteverwarming
Bestemd ruimteverwarming van een woning met behulp
voor: van omgevingswarmte, waarbij de voorziening
is aangebracht en geleverd door een derde,
zijnde een ondernemer en waarbij de
veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994 of REW
1994
Bestaande een individuele elektrische of gasgedreven
uit: warmtepomp die individueel of collectief
warmte onttrekt aan de lucht en die is
gekoppeld aan een centraal
warmwaterafgiftesysteem conform voorziening
2018 c.q. 4050.
Bij een ontwerp-aanvoertemperatuur van het
afgiftesysteem van hoger dan 45°C, maar
lager dan of gelijk aan 55°C dient in geval
van een elektrische warmtepomp de
Coefficient of Performance (COP) van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 255, deel
2 onder testconditie A7(6)/W50 minimaal
2,81 te zijn; in geval van een gasgedreven
warmtepomp dient de gas utilization
efficiency in the heating mode van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 12309,
deel 2 onder testconditie A7(6)/W50 dan
minimaal 1,20 te zijn.
Bij een ontwerp-aanvoertemperatuur van het
afgiftesysteem van lager dan 45°C dient in
geval van een elektrische warmtepomp de
Coefficient of Performance (COP) van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 255, deel
2 onder testconditie A2(1,5)/W35 minimaal
2,83 te zijn; in geval van een gasgedreven
warmtepomp dient de gas utilization
efficiency in the heating mode van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 12309,
deel 2 onder testconditie A2(1,5)/W35
minimaal 1,40 te zijn
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde
"Checklist voor warmtepompen in de
Energiepremieregeling" te worden
meegezonden.
Een aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
3080 Collectieve warmtepomp voor
ruimteverwarming
Bestemd ruimteverwarming meerdere woningen met
voor: behulp van omgevingswarmte, waarbij de
voorziening is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994 of REW
1994
Bestaande een collectieve elektrische of gasgedreven
uit: warmtepomp die warmte onttrekt aan het
grondwater, het oppervlaktewater, de
buitenlucht of de bodem en die is gekoppeld
aan een warmtedistributiesysteem met in de
woningen een centraal
warmwaterafgiftesysteem conform voorziening
2018 c.q. 4050.
Bij een ontwerp-aanvoertemperatuur van het
afgiftesysteem van hoger dan 45°C, maar
lager dan of gelijk aan 55°C dient in geval
van een elektrische warmtepomp de
Coefficient of Performance (COP) van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 255, deel
2 onder de van toepassing zijnde
testconditie W10/W50, B0/W50 of A7(6)/W50
minimaal 3,00 te zijn; in geval van een
gasgedreven warmtepomp dient de gas
utilization efficiency in the heating mode
van de warmtepomp bepaald volgens NEN-EN
12309, deel 2 onder de van toepassing
zijnde testconditie W10/W50, B0/W50 of
A7(6)/W50 dan minimaal 1,20 te zijn.
Bij een ontwerp-aanvoertemperatuur van het
afgiftesysteem van lager dan 45°C dient in
geval van een elektrische warmtepomp de
Coefficient of Performance (COP) van de
warmtepomp bepaald volgens NEN-EN 255, deel
2 onder de van toepassing zijnde
testconditie W10/W35, B0/W35 of A2(1,5)/W35
minimaal 4,00 te zijn; in geval van een
gasgedreven warmtepomp dient de gas
utilization efficiency in the heating mode
van de warmtepomp bepaald volgens NEN-EN
12309, deel 2 onder de van toepassing
zijnde testconditie W10/W35, B0/W35 of
A2(1,5)/W35 dan minimaal 1,40 te zijn
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde
"Checklist voor warmtepompen in de
Energiepremieregeling" te worden
meegezonden.
Een aanvraag voor een voorziening voor het
opwekken van duurzame energie, die bij
oplevering in de woning is aangebracht,
sluit uit dat ook een aanvraag wordt
ingediend voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
Omschrijving voorzieningen voor nieuwbouwwoningen
4010 Nieuwbouwwoning met een EPC-waarde lager
dan 0,90 en
hoger dan of gelijk aan 0,80
Bestemd het realiseren van energiezuinige
voor: nieuwbouwwoningen
Bestaande het realiseren van nieuwbouwwoningen met
uit: een EPC-waarde lager dan 0,90 en hoger dan
of gelijk aan 0,80. Deze waarde dient door
de aanvrager te worden aangetoond aan de
hand van een door de bouwer van de woning
af te gegeven set documenten, die omvat:
· de berekening van de te
realiseren EPC-waarde van de betreffende
woning conform NEN 5128, getoetst door de
gemeente.
· de bestektekening van de
betreffende woning.
· een verklaring van de bouwer,
incl. korte technische beschrijving (type
aanduiding, bijv. m.b.t. HR
warmteterugwinning) toegepaste maatregelen,
waaruit blijkt dat de betreffende woning
conform de in het kader van de
bouwvergunning door de gemeente getoetste
EPC-berekening is gerealiseerd.
Novem zal op basis van de aanvraag een
controleberekening uitvoeren op basis
waarvan het energiebedrijf beslist over de
aanvraag
BijzonderheiEen aanvraag voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning sluit uit dat ook een
aanvraag wordt ingediend voor een
voorziening voor het opwekken van duurzame
energie of voor een lage temperatuur
verwarmingssysteem, indien deze bij
oplevering in de woning is aangebracht.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
4020 Nieuwbouwwoning met een EPC lager dan 0,80
Bestemd het realiseren van energiezuinige
voor: nieuwbouwwoningen
Bestaande het realiseren van nieuwbouwwoningen met
uit: een EPC-waarde lager dan 0,80.
Deze waarde dient door de aanvrager te
worden aangetoond aan de hand van een door
de bouwer van de woning af te geven set
documenten, die omvat:
· de berekening van de te
realiseren EPC-waarde van de betreffende
woning conform NEN 5128, getoetst door de
gemeente.
· de bestektekening van de
betreffende woning.
· een verklaring van de bouwer,
incl. korte technische beschrijving (type
aanduiding, bijv. m.b.t. HR
warmteterugwinning) toegepaste maatregelen,
waaruit blijkt dat de betreffende woning
conform de in het kader van de
bouwvergunning door de gemeente getoetste
EPC-berekening is gerealiseerd.
Novem zal op basis van de aanvraag een
controleberekening uitvoeren op basis
waarvan het energiebedrijf beslist over de
aanvraag
BijzonderheiEen aanvraag voor een energiezuinige
nieuwbouwwoning sluit uit dat ook een
aanvraag wordt ingediend voor een
voorziening voor het opwekken van duurzame
energie of voor een lage temperatuur
verwarmingssysteem, indien deze bij
oplevering in de woning is aangebracht.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van een
ondertekende "Verklaring reeds verleende
subsidie"
4050 Lage Temperatuur CV (nieuwbouw)
Bestemd het in een nieuwbouwwoning aanbrengen van
voor: een centraal warmwaterverwarmingssysteem
van een woning op een zodanige wijze dat de
ontwerp-aanvoertemperatuur maximaal 55 oC
bedraagt, waarbij de voorziening is
aangebracht en geleverd of aangepast door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994
Bestaande een warmwaterverwarmingssysteem waartoe
uit: inregelvoorzieningen per
warmte-afgifte-element zijn aangebracht dan
wel inregelvoorzieningen per
warmte-afgifte-element alsook additionele
c.q. andere warmte-afgifte-elementen
(radiatoren of convectoren) zijn
aangebracht.
De warmwaterverwarmingsinstallatie dient te
voldoen aan de kwaliteitseisen geformuleerd
in ISSO publicatie 50 "Kwaliteitseisen
Verwarmingsinstallaties Woningen" (1999)
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde "Checklist voor toepassing van Lage Temperatuur Verwarming (LTV) voor CV-installaties in nieuwbouwwoningen" te worden meegezonden. Een aanvraag voor een lage temperatuur verwarmingssysteem, dat bij oplevering in de woning is aangebracht, sluit uit dat ook een aanvraag wordt ingediend voor een energiezuinige nieuwbouwwoning. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een ondertekende "Verklaring reeds verleende subsidie"
4051 Vloer- of wandverwarming aangesloten op
Lage Temperatuur CV (nieuwbouw)
Bestemd het in een nieuwbouwwoning aanbrengen van
voor: vloer- en/of wandverwarming in woonkamer en
keuken aan een centraal
warmwaterverwarmingssysteem conform 4050,
waarbij de voorziening is aangebracht en
geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer en waarbij de veiligheid van de
voorziening is gecontroleerd door een
derde, zijnde een ondernemer erkend conform
REG 1994
Bestaande vloer- en/of wandverwarming in woonkamer en
uit: keuken toegevoegd aan een (aangepaste)
warmwaterverwarmingsinstallatie die
gerealiseerd is conform de eisen gesteld
bij maatregel 4051 van deze bijlage,
waarbij bovendien het afgiftevermogen van
de aangebrachte vloer- en/of wandverwarming
groot genoeg is om in deze vertrekken als
hoofdverwarming te dienen.
De warmwaterverwarmingsinstallatie dient te voldoen aan de kwaliteitseisen geformuleerd in ISSO publicatie 50 "Kwaliteitseisen Verwarmingsinstallaties Woningen" (1999)
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde "Checklist voor toepassing van Lage Temperatuur Verwarming (LTV) voor CV-installaties in nieuwbouwwoningen" te worden meegezonden. Een aanvraag voor een lage temperatuur verwarmingssysteem, dat bij oplevering in de woning is aangebracht, sluit uit dat ook een aanvraag wordt ingediend voor een energiezuinige nieuwbouwwoning. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een ondertekende "Verklaring reeds verleende subsidie"
4052 Lage Temperatuur luchtverwarming
(nieuwbouw)
Bestemd het in een nieuwbouwwoning aanbrengen van
voor: een centraal indirect gestookt
luchtverwarmingssysteem op zodanige wijze
dat de waterzijdige-ontwerptemperatuur
maximaal 55 oC bedraagt, waarbij de
voorziening is aangebracht en geleverd door
een derde, zijnde een ondernemer en waarbij
de veiligheid van de voorziening is
gecontroleerd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REG 1994
Bestaande een luchtverwarmingssinstallatie die uit: voldoet aan de kwaliteitseisen geformuleerd in ISSO publicatie 50 "Kwaliteitseisen Verwarmingsinstallaties Woningen" (1999)
BijzonderheiBij de aanvraag dient de volledig ingevulde "Checklist voor toepassing van Lage Temperatuur Verwarming (LTV) voor CV-installaties in nieuwbouwwoningen" te worden meegezonden. Een aanvraag voor een lage temperatuur verwarmingssysteem, dat bij oplevering in de woning is aangebracht, sluit uit dat ook een aanvraag wordt ingediend voor een energiezuinige nieuwbouwwoning. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een ondertekende "Verklaring reeds verleende subsidie"
1) Geldig indien uitgebracht vóór 1 juli 2002
Indien in de bijlage sprake is van meetvoorschriften of
tests, of van verklaringen
of certificaten, worden
apparaten of voorzieningen die getoetst zijn met
gelijkwaardige meetvoorschriften of tests,
onderscheidenlijk voorzien zijn van gelijkwaardige
verklaringen of certificaten, gelijkgesteld met de
aangewezen apparaten of voorzieningen.
Indien in de bijlage sprake is van werkzaamheden of
leveranties die dienen te geschieden door op grond van
vakbekwaamheid of opleiding erkende personen of
ondernemers, dan worden hieraan gelijkgesteld, personen
of ondernemers die deze bekwaamheid of opleiding hebben
verworven in het buitenland.
Bijlage II
Nummer Apparaat / Voorziening Eenheid Premiebedrag
in EURO
1010 Koelkast/vriezer met A-label stuk 50
voor energiegebruik
1011 Koelkast/vriezer met stuk 100
energie-efficiency index
0,42
1020 Vaatwasser met A-label voor stuk 50
energiegebruik en A-label of
B-label voor afwas- en
droogresultaat
1030 Wasmachine met A-label voor stuk 50
energiegebruik
1031 Wasmachine met A-label voor stuk 100
energiegebruik, A-label voor
wasresultaat en A-label voor
droogresultaat
1041 Elektrische condens stuk 160
wasdroger met A-label voor
energiegebruik
1050 Gasverwarmde wasdroger stuk 160
1060 Wasdrogercombinatie met stuk 205
A-label voor energiegebruik
1080 Woonhuisarmatuur met compact stuk 50
fluorescentielamp met
steekfitting en vermogen >
30 Watt
1090 Losstaande LCD-monitor met stuk 50
beelddiagonaal > 35 cm
2001 Vloerisolatie met R > 1,30 m2 7,5
m2.K/W
2002 Bodemisolatie met R > 1,30 m2 7,5
m2.K/W (bodem/opgaande werk)
of R > 3,00 m2.K/W(bodem)
2003 Spouwmuurisolatie met R ³ m2 6
1,30 m2.K/W
2004 Gevelisolatie met R > 1,30 m2 15
m2.K/W
2005 Dak-of vlieringisolatie met m2 12,5
R > 1,30 m2.K/W
2006 Doe-het-zelf toepassing m2 2,5
isolatie met Rd > 1,30m2.K/W
2007 HR++ glas (spouw > 15 mm of m2 30
U
2008 HR++ glas (spouw > 9 mm en m2 20
U > 1,20 W/m2.K)
2009 Galerij- of balkonafdichting woning 100
2010 HR-ketel (
2011 HR-ketel (> 35 kW) kW 1,5
2012 Woningaanpassing woning 50
warmtelevering
2013 Individuele warmtebemetering woning 70
2014 Warmteterugwinning uit stuk 100
ruimteventilatielucht
2015 Gelijkstroomventilator voor stuk 50
woningventilatietoepassingen
2016 HF-verlichting stuk 10
2017 Aanwezigheids- en/of stuk 15
daglichtsensoren
2018 Lage Temperatuur CV woning 300
2019 Vloer-of wandverwarming woning 230
aangesloten op Lage
Temperatuur CV
2020 Lage Temperatuur woning 230
luchtverwarming
2021 EPA van niet woning 160
procesgecertificeerde
onderneming voor één
woning ) )
EPA van niet woning 114,
2022 procesgecertificeerde onderneming max.456
voor een woningblok van 2 t/m 10 per
woningen 1) 2) woningblok
2023 EPA van niet woning 46,
procesgecertificeerde onderneming max.1610
voor een woningblok van meer dan per
10 woningen 1) 2) woningblok
2024 EPA van procesgecertificeerde woning 200
onderneming voor één woning 1)
2025 EPA van procesgecertificeerde woning 150, max
onderneming voor rij(-en) 750 per
woningen, grondgebonden aanvraag
zelfstandige wooneenheden,
vrijstaande woning 1)
2026 EPA van procesgecertificeerde woning 150,
onderneming voor woongebouw(-en), max.3000
gestapelde woningen 1) per
aanvraag
2030 Ventilatiesysteem met actieve woning 100
roosters
2040 HR-warmtapwaterbereider(£70kW) stuk 100
2050 Warmte-isolerende buitendeur met stuk 70
U-waarde
£ 1,20 W/m2.K
3010 Fotovoltaïsche zonne-energie Wp 3,5
(PV-systeem)
3020 Zonneboiler > 3 GJ stuk 700
3030 Zonneboiler 2 - 3 GJ stuk 455
3040 Collectieve zonneboiler m2 125
3050 Warmtepompboiler/warmtapwaterdeelstuk 700
individuele warmtepomp
3060 Collectieve warmtepomp voor warm woning 500, max.
tapwater/warmtapwaterdeel 25000 per
collectieve warmtepomp aanvraag
3070 Individuele warmtepomp (water) stuk 2000
voor ruimteverwarming
3072 Individuele warmtepomp (bodem) stuk 2000
voor ruimteverwarming
3074 Individuele warmtepomp (lucht) stuk 1500
voor ruimteverwarming
3080 Collectieve warmtepomp voor woning 1000, max.
ruimteverwarming 50000 per
aanvraag
4010 Nieuwbouwwoning met een woning 450
EPC-waarde lager dan 0,90 en
hoger dan of gelijk aan 0,80
4020 Nieuwbouwwoning met een EPC lagerwoning 1100
dan 0,80
4050 Lage Temperatuur CV (nieuwbouw) woning 300
4051 Vloer- of wandverwarming woning 230
aangesloten op Lage Temperatuur
CV (nieuwbouw)
4052 Lage Temperatuur luchtverwarming woning 230
(nieuwbouw)
---
) Wanneer op basis van een EPA één of meerdere
voorzieningen worden getroffen die behoren tot de
nummers 2001 t/m 2020, 2030, 2040, 2050 of 3010 t/m
3080 dan wordt de premie voor die voorziening(en)
vermeerderd met een bonus van 25%, mits de EPA voor
toekenning van een energiepremie in aanmerking komt.
) Geldig indien uitgebracht vóór 1 juli 2002
| In Favorieten plaatsen |