Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
TRCJZ/2001/17957
datum
21-12-2001

onderwerp
inwerkingtreding bij wet Legkippenbesluit
doorkiesnummer

bijlagen

Geachte Voorzitter,

In uw bovengenoemde brief deelde u mede dat 30 leden van de Tweede Kamer de wens te kennen hebben gegeven dat de inwerkingtreding van het Legkippenbesluit bij wet wordt geregeld. Een wetsvoorstel te dien einde is inmiddels door de Ministerraad geaccordeerd.

datum
21-12-2001

kenmerk
TRCJZ/2001/17957

bijlage

Het Legkippenbesluit strekt ter implementatie van richtlijn 1999/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor legkippen (PbEG L 203). Deze richtlijn schrijft voor dat nationale regelgeving ter uitvoering van de richtlijn uiterlijk op 1 januari 2002 in werking moet treden. Om te voorkomen dat deze overschrijding van de EU-termijn langer duurt dan strikt noodzakelijk is, zal ik bevorderen dat het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk aan uw kamer kan worden aangeboden. Hiertoe zal onder meer aan de Raad van State worden verzocht de adviesaanvraag omtrent het wetsvoorstel met spoed te behandelen.

Nu het Legkippenbesluit niet tijdig in werking kan treden, is bij de sector onzekerheid ontstaan over de vraag welke regels gelden. Mijn brief van 11 december j.l. aan uw kamer heeft hieraan in zoverre bijgedragen dat daarin ten onrechte is opgemerkt dat houders van scharrelkippen na 1 januari slechts 7 kippen per vierkante meter mogen houden in plaats van de 9 die de richtlijn toestaat.

Om verdere onzekerheid te voorkomen, volgt hieronder een overzicht van de regels die gelden in afwachting van de inwerkingtreding van het Legkippenbesluit. Het relevante kader wordt gevormd door de EU-verordeningen waarin de normen met betrekking tot het verhandelen van eieren zijn opgenomen (Verordening (EG) nr. 1907/99 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 5/2001 en Verordening (EG) nr. 1274/91 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) 1651/2001). Deze verordeningen worden uitgevoerd op basis van de Landbouwkwaliteitswet. Het onderstaande overzicht is indicatief bedoeld. Voor de precieze eisen wordt verwezen naar de betreffende artikelen in de verordeningen en richtlijn 99/74/EG.

Scharreleieren:
Als scharrelei mogen worden verhandeld alle eieren die afkomstig zijn uit een huisvestingssysteem dat voldoet:
1. tot 1 januari 2007 aan de oude eisen met betrekking tot scharreleieren en volière-eieren mits het bedrijf niet is verbouwd, of
2. aan de eisen uit artikel 4 van richtlijn 99/74/EG: + maximaal 9 kippen per vierkante meter bruikbare oppervlakte; + een oppervlakte van 250 cm2 bedekt met strooisel per kip, tenminste een derde deel van het grondoppervlak moet met strooisel bedekt zijn;
+ een voerbaklengte van tenminste 10 cm per kip of 4 cm bij ronde voerbakken;
+ 2,5 cm drinkgootlengte per kip of 1 cm bij ronde drinkbakken; + tenminste 1 nest per 7 kippen of 1 m2 nestruimte per 120 kippen;
+ zitstokken met een lengte van tenminste 15 cm per kip; + in geval van meerdere niveaus mogen niet meer dan vier niveau's worden toegepast, met een vrije hoogte van 45 cm tussen de niveau's, uitwerpselen mogen niet op lager gelegen niveau's terecht komen.

Als aan alle eisen uit dit artikel wordt voldaan mogen derhalve 9 kippen per vierkante meter worden gehouden.

Eieren van hennen met vrije uitloop
Voor deze eieren gelden dezelfde eisen als voor scharreleieren. Daarboven worden eisen gesteld aan de uitloop:
* de kippen moeten de gehele dag over de uitloop in de open lucht kunnen beschikken;
* de uitloop in de open lucht moet een oppervlakte hebben die is afgestemd op de bezettingsgraad en het bodemtype; * de bezetting mag op geen enkel moment meer bedragen dan 2500 hennen per hectare, d.w.z. niet meer dan één hen per 4 m2; * de uitloop mag zich niet verder uitstrekken dan 150 meter van de dichtstbijgelegen uitgang van het gebouw. De uitloop mag zich echter tot 350 meter van de dichtstbijzijnde uitgang van het gebouw uitstrekken wanneer voldoende schuilplaatsten en drinkgoten gelijkmatig over het ruimte verdeeld zijn met een minimum van 4 schuilplaatsten per hectare;
* de uitloop moet grotendeels begroeid zijn en mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden uitgezonderd als boomgaard of bosterrein. Gebruik als grasland voor de beweiding van vee mag echter door de nationale autoriteit worden toegestaan. Ik ben voornemens dit gebruik voor herkauwers toe te staan.

Kooi-eieren

Onder kooi-eieren worden de eieren verstaan die afkomstig zijn uit een verrijkte kooi of uit een legbatterij. De oude eisen aan legbatterijen zijn nog tot 2003 van toepassing. In Nederland is dit geregeld in het Besluit Legbatterijen en de Beschikking legbatterijen die zijn gebaseerd op de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst


---