Vlaamse overheid

VVSG-voorzitter en burgemeester van Genk Jef Gabriëls stelt de zaken tendentieus voor wanneer hij zegt (Belang van Limburg, 18/12) dat de steden en gemeenten de riem forser zullen moeten aanhalen omwille van het jongste sectoraal akkoord voor de lokale besturen en wanneer hij het heeft over de wispelturigheid van de Vlaamse regering aangaande het Gemeentefonds. Is de VVSG-voorzitter het juiste spoor bijster?

De Vlaamse regering heeft, op mijn voorstel, recent het ontwerpdecreet op het Gemeentefonds goedgekeurd. Dit ontwerpdecreet houdt een substantiële verhoging van de middelen van het Gemeentefonds in en dus een merkelijke stijging van de inkomsten van de gemeenten.

Reeds eerder werd het Gemeentefonds gespijsd: in 2001 werd de dotatie met 1 miljard frank verhoogd, in 2002 wordt een bijkomende injectie gegeven van 1,1 miljard en voor 2003 wordt, via het ontwerpdecreet nogmaals een bijkomende injectie voorzien van 1,2 miljard. Bovendien wordt in 2003 een groeivoet van 4,5 % gegarandeerd.

Dit alles betekent dat de globale dotatie van het Gemeentefonds (inclusief investeringsfonds en waarborggedeelte van het SIF-fonds) stijgt van 52,4 miljard in 1999 tot 62,2 miljard frank in 2003. Dit betekent een stijging met bijna 10 miljard frank of 18 %. De Vlaamse regering heeft hier consequent gehandeld in haar streven naar de (noodzakelijke) inhaaloperatie voor het Gemeentefonds. Van wispelturigheid is niet de minste sprake.

Het ontwerpdecreet voorziet bovendien vanaf 2004 een jaarlijkse groeivoet van het Gemeentefonds van inflatie + de geraamde groei van het Bruto Nationaal Inkomen. Dit is inderdaad een nuance bij eerdere denkpistes die voorzagen in een groeivoet van inflatie + 2,5 %. Of de nieuwe groeivoet nadeliger dan wel voordeliger is dan de groeivoet van inflatie + 2,5 % is dus afhankelijk van de economische groei. Dat men de uiteindelijk gekozen groeivoet maar minnetjes vindt, betekent dat men wel zeer hoge verwachtingen koesterde of dat men totaal geen rekening wenst te houden met de macro-economische en de budgettaire toestand. Ik pas voor zo'n beleid.

Het sectoraal akkoord 2002 voor de lokale besturen voorziet in een verhoging van de eindejaarstoelage voor de personeelsleden met 6.000 frank bruto, hetgeen voor de steden, gemeenten en provincies een jaarlijkse kost betekent van 760 miljoen frank. Dit moet zeker haalbaar zijn, gelet op de evolutie van het Gemeentefonds.

Het is correct dat de VVSG (met voorzitter Jef Gabriëls) de goedkeuring van het akkoord had verbonden aan een aantal voorwaarden, waaronder het groeipad van het Gemeentefonds. Tijdens de onderhandelingen, die parallel liepen met de discussies rond het Gemeentefonds, is van overheidswege nooit gesteld dat de beslissing aangaande de groeivoet van het Gemeentefonds reeds genomen was - wel werd melding gemaakt van mogelijke pistes. Nooit werd er evenwel van overheidswege tijdens de onderhandelingen onvolledige informatie verstrekt.

De stelling dat steden, gemeenten en provincies door het jongste sectoraal akkoord, dat overigens ook heel wat elementen bevat voor een kwalitatief beter personeelsbeleid, in financiële ademnood zouden geraken, is gewoon onjuist. Ook het resultaat met betrekking tot het sectoraal akkoord 2002 voor de lokale besturen mag gezien worden. VVSG-voorzitter en burgemeester Jef Gabriëls is geen leeghoofdig man. Maar de feiten moeten erkend worden.

Paul Van Grembergen
Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid


---