Ministerie van Algemene Zaken


1red10367
21-12-2001, NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 3, 22.50 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER DE NEDERLANDSE DEELNAME AAN DE
INTERNATIONALE TROEPENMACHT IN AFGHANISTAN

FRIESZO:
Ik begrijp het niet goed. We leveren steun aan de Amerikanen in Afghanistan. Die zouden nooit meevechten. Nu is het gevecht in Afghanistan bijna afgelopen en dan sturen we bommenwerpers, F-16's die bommen gaan werpen als de Amerikanen dat willen. Waarom nu opeens?

KOK:
We doen natuurlijk alleen maar wat de Amerikanen ons vragen. Dus, we hebben eerder besloten om ongeveer 1400 mensen beschikbaar te stellen voor enduring freedom, de actie daar. Dat waren schepen en vliegtuigen. Ook F-16's. En wat F-16's betreft werd gevraagd om fotoverkenningen uit te voeren.

FRIESZO:
Kabinet benadrukte de hele tijd: `We gaan er niet vechten, we gaan daar ten behoeve van de humanitaire taken inlichtingen inwinnen.'

KOK:
Dat zeiden we niet om het bijzondere karakter van onze aanwezigheid te onderstrepen maar gewoon om de feiten te geven zoals ze zijn. Ze waren er toen immers voor gevraagd.

FRIESZO:
Maar ondertussen vonden we het wel prettig dat we niet hoefden te knokken.

KOK:
Dat is absoluut een misverstand. Het is een hardnekkig misverstand in Den Haag dat de regering op een gegeven moment een streep heeft getrokken en zegt: `Dit wel en dat niet.' Daar is geen sprake van. Er is maar één ding aan ons gevraagd toen en daar hebben we toen ja op gezegd. Nu op dit moment ligt er een aangepaste vraag aan de Denen en aan de Noren, en ook aan Nederland om bij toerbeurt met F-16's ­ het gaat om zes F-16's ­ bepaalde taken te verrichten daar.

FRIESZO:
Taken die bestaan uit het gooien van bommen als de Amerikanen in de knel komen, bijvoorbeeld. Nu vraag ik u: Met die drie kleine landjes, dat is toch maar een symbolische bijdrage? Want de Amerikanen komen om in die vliegtuigen. Waarom zouden die die zes F-16's van ons nodig hebben?

KOK:
Net zo goed als indertijd F-16's voor andere doelen zijn gevraagd wordt hier blijkbaar toch belang aan gehecht. De F-16's zijn overigens van hoge kwaliteit. Want denk erom, we hebben goede spullen. We hebben dat bij andere conflicten, ook in Kosovo, laten zien dat we het een en ander kunnen op dat terrein. Maar ik vind het flauw om vanuit



Nederland te zeggen: `Laat de Denen en Noren dat maar doen. U Amerikanen vraagt aan Nederland om ook een bijdrage te leveren op dat terrein....'

FRIESZO:
Heeft u de Amerikanen niet gevraagd: Waarom willen jullie dat nu zo laat, bij bijna het einde van de gevechten?

KOK:
Daar zal zeker contact over zijn geweest op technisch niveau, op militair niveau. En het antwoord is voldoende overtuigend geweest om gewoon op dat punt onze bijdrage te leveren. En daarmee, maar dat is eigenlijk losstaand van de vredesmacht die nu uitgezonden wordt, dat komt dan toevallig samen in de tijd, die vliegtuigen gaan en de vredesmacht gaat uit, althans als het parlement dat goed vindt, dan gaan we dat doen. En ze kunnen in dat verband natuurlijk ook in de marge een rol vervullen bij het geven van close air support ter ondersteuning of ter ontzetting van die vredesmacht. Maar ook zonder dat zou op dit verzoek van de Amerikanen positief door de Nederlandse regering zijn gereageerd.

FRIESZO:
Kabinet heeft er niet lang over hoeven discussiëren vandaag? Het besluit ging als een mes door de boter?

KOK:
Ja.

FRIESZO:
Tegelijkertijd beslist het kabinet vandaag om tweehonderd man te sturen ten behoeve van een vredesmissie. Nou komt die vredesmissie in zijn geheel onder commando van de Amerikanen te staan. Is dat niet een beetje raar dat de Amerikanen aan de ene kant het land platgooien, en aan de andere kant leiding geven aan een vredesmacht?

KOK:
Ik zal het proberen duidelijk te maken. In de eerste plaats is het goed dat die verbinding met de Amerikaanse leiding is gelegd nu. Waarom? Omdat ik er niet aan zou moeten denken dat de Amerikanen zouden zeggen: `We zijn hier voor één doel, en voor het andere doel ­ namelijk een vredesmissie voeren ­ daar hebben we geen enkele bemoeienis mee.' Ik vind het dus goed dat aan het einde van de dag via de bevelsvoering er ook een zekere verantwoordelijkheid wordt gevoeld door de Amerikanen op een moment dat de vredesmacht de Amerikanen nodig zou hebben. Maar, ik zeg er één ding bij, dat die bemoeienis van Amerika natuurlijk niet zo ver mag gaan dat het de taken van de vredesmissie zelf beïnvloedt. En dat is veilig gesteld. De vredesmissie heeft haar eigen taken. Die heeft ook haar eigen commando. Het staat uiteindelijk onder een Britse generaal-majoor meen ik. En die heeft alleen dus voor dat doel, dat voorkomen moet worden dat de ene hand niet weet wat de andere hand doet, of dat voorkomen moet worden dat de Amerikanen zich niks gelegen laten liggen aan mensen van de vredesmacht die in moeilijkheden verkeren, om dat doel dus te bereiken is die afstemming aan de bovenkant gemaakt. Dat vind ik een goede oplossing, die beter is dan het volledig loslaten van elkaar. Dat lijkt overzichtelijk. Hier zijn de Amerikanen bezig, daar zijn de vredesmachten bezig....



FRIESZO:
Maar dat heeft iets van iemand een trap geven en hem vervolgens weer oplappen, dat heeft het eigenlijk.

KOK:
Nee.

FRIESZO:
En de vredesmacht moet toch ook iets neutraals hebben, die moet toch partijen scheiden bijvoorbeeld?

KOK:
Nee, dat heeft het helemaal niet. Want het heeft juist te maken met het feit dat er ook een bijdrage wordt geleverd door de Amerikaanse aanwezigheid tot het herstel van verhoudingen waarin men van die Taliban verlost is. Dat is natuurlijk van groot belang voor het vervolg. Daarmee is het vervolg nog geen vrede gegeven. Die vrede moet worden bewerkstelligd door die strijdende partijen of de verschillende stamhoofden uit elkaar te houden. Daar is een robuuste, massieve vredesmacht bij nodig. Daar gaan wij aan meedoen. En die zal niet gevaarloos, die zal niet risicoloos opereren. Die risico's worden verder beperkt doordat de Amerikanen als uitvoerder van de andere taak, enduring freedom in Afghanistan, zich ook verantwoordelijk weten aan het einde van de dag voor de veiligheid van de mensen die daar zijn om duurzame vrede te bewerkstelligen.

FRIESZO:
Toch lijkt het mij een buitengewoon gevaarlijke missie.

KOK:
Dat is iets anders. Dat wordt niet beïnvloedt door die commandostructuur.

FRIESZO:
Nee, ik zeg het is een buitengewoon gevaarlijke missie, lijkt mij. Je hoort zelfs zeggen gevaarlijker dan in Srebrenica gebeurd is. We hebben daar een trauma aan over gehouden. Waarom moet Nederland nou weer zo nodig voorop lopen met die tweehonderd man om met die grote landen mee te doen. Waarom willen wij dat eigenlijk?

KOK:
Er zijn meerdere landen in de eerste ronde bij betrokken. Dat wordt vanavond....

FRIESZO:
Maar wij zijn haantje de voorste.

KOK:
Wij horen daar gewoon bij omdat we ook goede mensen hebben, die goed opgeleid zijn. We hebben een luchtmobiele compagnie die goed geëquipeerd is daarvoor. Die mensen zijn op hun taak berekend. De analyse is zeker niet zorgeloos, er is natuurlijk een risicoanalyse gemaakt door de chef-staf. Tegelijkertijd zeggen we: `We kunnen dat goed aan. We kunnen dat verantwoorden.'



FRIESZO:
We kunnen wel meer dingen. We kunnen ook een atoombom maken, dat doen we ook niet. Waarom willen we dit?

KOK:
We zijn lid van de wereldgemeenschap. We zijn lid van de internationale gemeenschap. Die internationale gemeenschap heeft bij monde van de VN, de resolutie van de Veiligheidsraad, een beroep gedaan op zijn leden individueel naar vermogen een bijdrage te leveren.

FRIESZO:
Dan steekt Nederland altijd als eerste het vingertje op?

KOK:
En Nederland is daar goed toe in staat. En ik zou het nogal laf vinden eerlijk gezegd om als het niet echt nodig zou zijn ­ kan een keer niet uitkomen of zo, je gaat niet de eerste shift maar de tweede of de derde; het is niet zo dat je minderwaardig bent als je later bent ­ ik zou het laf vinden om een positie te construeren waarbij wij gewoon niet op tijd in een maatvoering die verantwoord is, in een constructie waarin we gewend zijn te werken met de Duitsers samen, met de Engelsen werken we ook altijd prima samen, onze bijdrage te leveren. Het is overzichtelijk en uitvoerbaar. U verwijst naar Srebrenica, dat blijft natuurlijk een traumatische ervaring. Dat is overigens niet gebleken gevaarlijker te zijn, maar het is gebleken een concept te zijn dat onvoldoende werkte. Omdat het concept van de safe haven, de enclave die dan moest worden bewaakt en die alleen maar kon worden bewaakt zolang de tegenpartij ­ de Bosnische Serviërs ­ dat mogelijk maken.

FRIESZO:
Maar dat is hier ook zo. Ik zie een toekomstige minister van Defensie uit Afghanistan zeggen: `Wij gaan over onze eigen veiligheid, wij Afghanen. De VN-troepen mogen geen Afghanen ontwapenen.' Dat klinkt al goed, dat klinkt al bijna Srebrenica-achtig qua operatiegebied waar we gaan zitten. De mensen die we uit elkaar moeten gaan houden, willen ons daar niet hebben. Althans om die reden.

KOK:
Nee, dat vind ik niet. Maar goed, laten we nou maar die vergelijkingen met Bosnië verder loslaten en laten we naar dit gebied kijken.

FRIESZO:
Maar dat doe ik. Ik zeg, die minister van Defensie zegt dat we eigenlijk daar niet welkom zijn. `Wij gaan over onze eigen veiligheid' zegt hij letterlijk in Trouw van vandaag.

KOK:
Er kan van alles staan in Trouw en andere bladen waar van alles staat. Maar de regering van Afghanistan, die morgen wordt geïnstalleerd, die heeft deze bijdrage, deze militaire aanwezigheid nodig.

FRIESZO:
Ik citeer de minister van Defensie uit dat kabinet wat u nu aanhaalt.



KOK:
Dat heeft hij niet namens die regering gezegd. Die regering heeft die bijdrage nodig. En mijn stelling is dat hoe eerder daar een robuuste aanwezigheid is, hoe groter de kans dat het allemaal redelijk gladjes verloopt. Het wordt pas echt een chaos als je de tijd laat verglijden, als je er tijd over heen laat gaan, als we zeggen van: `Okay, we laten de feestdagen eens even gaan. Laten januari gaan. We kijken wel eens in de richting van het voorjaar.' Dus de internationale gemeenschap heeft haast. De Veiligheidsraad heeft haast. De VN heeft ons opgeroepen om in die haast niet te verzuimen zorgvuldig te zijn. En bij die zorgvuldige aanpak heeft Nederland voor een klein deel, tweehonderd op drieduizend mensen, dus eenvijftiende van het totaal, een bijdrage te leveren. Voor zes maanden, en daarna worden we afgelost door iemand anders. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, GB)