Ministerie van Financien

Ministeriële regeling tot wijziging van de Douaneregeling

Directoraat-generaal voor fiscale zaken, Directie wetgeving douane

Besluit van 18 december 2001, nr. WD2001/1007M, Stcrt. nr. 248

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op de artikelen 1, 3, 4, 18, 19, 22 en 58 van de Douanewet; de artikelen 1, 3, 4, 8, 10, 16, 18, 35 en 78 van het Douanebesluit en de artikelen 22a, 22b en 22c van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen;

Besluit:

Artikel I

De Douaneregeling 1) wordt als volgt gewijzigd:

.....


1) Stcrt. 1996, 94; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 december 2000 (Stcrt. 2000, 248).

A. In artikel 2 wordt "Internationale Maritieme Consultatieve Organisatie" vervangen door: Internationale Maritieme Organisatie (IMO).

B. Inartikel 5 wordt "Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst" vervangen door: Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische Controledienst.

C. In artikel 6, tweede lid, wordt "Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst" vervangen door: Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische Controledienst.

D. Artikel 8 vervalt.

E. Na artikel 11 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 11a


1. Als plaatsen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het besluit, waar schepen en de daarin of daarop aanwezige goederen kunnen worden aangebracht, worden aangewezen de plaatsen opgenomen in bijlage II. Het aanbrengen geschiedt door het doen van een mededeling aan de inspecteur van de aankomst op een plaats als hiervoor bedoeld.


2. Op de plaatsen als bedoeld in het eerste lid kunnen geen andere activiteiten plaatsvinden dan


a. het innemen van provisie en scheepsbehoeften ten behoeve van de bemanning van het schip; of


b. het innemen van brandstoffen of smeermiddelen bestemd voor de aandrijving of smering van het schip; of


c. het aan boord nemen van goederen welke nodig zijn voor reparatie of vervanging van onderdelen van het schip, mits deze reparatie of vervanging noodzakelijk is om het schip zijn reis voort te kunnen laten zetten alsmede de daadwerkelijke reparatie of vervanging van deze onderdelen.

Het schip dient na afloop van deze activiteiten zijn reis voort te zetten zonder dat de eerstvolgende haven van bestemming een in Nederland gelegen haven is.

Artikel 11b


1. De toestemming tot het overladen van ter zee uitgaande goederen als genoemd in artikel 35, tweede lid, van het besluit, wordt door de inspecteur door middel van een daartoe strekkende vergunning verleend aan de persoon die de wettelijke verplichtingen met betrekking tot het uitgaan van goederen dient na te komen. Met betrekking tot het verlenen, het aanpassen en het intrekken van de vergunning is artikel 3 van het besluit van overeenkomstige toepassing.


2. De toestemming wordt slechts verleend voor het overladen van:


a. provisie of scheepsbehoeften ten behoeve van de bemanning van het schip; of


b. brandstoffen of smeermiddelen bestemd voor de aandrijving of smering van het schip; of


c. goederen welke nodig zijn voor reparatie of vervanging van onderdelen van het schip, mits deze reparatie of vervanging noodzakelijk is om het schip zijn reis voort te kunnen laten zetten.


3. De overlading kan slechts plaatsvinden in een schip dat overeenkomstig artikel 11a, eerste lid, is aangebracht.

F. Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

Voor goederen die over zee zijn binnengebracht en met een ander vervoermiddel over zee of door de lucht rechtstreeks zullen worden verder vervoerd, kan een doorvoerlijst (Douane 51) worden opgemaakt.

G. Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:


1. In het eerste lid wordt "uitgegeven" vervangen door: gepubliceerd.


2. Het tweede lid komt te luiden:


2. Het gebruikstarief is met inbegrip van alle wijzigingen beschikbaar via internetadres www.douane.nl/taric-nl. Tegen betaling is de lijst van goederenomschrijvingen tot op 10-cijferig (gecombineerde nomenclatuur en Tariccode) ook als losbladig boekwerk verkrijgbaar. Hierin zijn de rechten bij invoer opgenomen. De afwijkende tarifaire maatregelen en de non-tarifaire maatregelen zijn uitsluitend opgenomen in het gebruikstarief.

H. In artikel 52, eerste lid, wordt "artikel 349, vierde lid, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel 357, vierde lid, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

I. Artikel 58 komt te luiden:

Artikel 58

Als instelling als bedoeld in artikel 570, letter b, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek worden tevens aangemerkt de instellingen, opgenomen in bijlage X.

J. Artikel 59 vervalt.

K. Artikel 60 komt te luiden:

Artikel 60

Als erkende instantie als bedoeld in artikel 565 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek worden aangewezen de instanties opgenomen in bijlage XII.

L. Artikel 61 vervalt.

M. Artikel 63 wordt als volgt gewijzigd:


1. In het eerste lid wordt "artikel van 719, vierde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk elfde lid, onderdeel c, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel 561, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.


2. In het derde lid wordt "artikel 719, vierde lid, onderdeel a, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door "artikel 561, eerste lid, onderdeel a, van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek" en wordt "artikel 719, elfde lid, onderdeel c, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel 561, eerste lid, onderdeel b, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

N. Artikel 64 vervalt.

O. In artikel 83, tweede lid, wordt "artikel 4, tweede lid, van het Douanebesluit" vervangen door: artikel 4, derde lid, van het Douanebesluit.

P. Artikel 109 komt te luiden:

Artikel 109

De inspecteur kan uitnodigingen tot betaling uit hoofde van dezelfde douaneschuld, of uit hoofde van verschillende douaneschulden op één aanslagbiljet verenigen of vermelden.

Q. Artikel 110 komt te luiden:

Artikel 110

De inspecteur kan beschikkingen tot terugbetaling of kwijtschelding van rechten bij invoer welke voortvloeien uit dezelfde douaneschuld, of welke voortvloeien uit verschillende douaneschulden op één kennisgeving verenigen of vermelden.

R. In artikel 142, tweede lid, onder a, wordt als volgt gewijzigd:


1. "0101 1100" wordt vervangen door: 0101 1010;






2. "1205 0010" wordt vervangen door: 1205 1010;






3. "1207 9210," vervalt;







4. "1207 9910" wordt vervangen door "1207 9920".




S. Artikel 152, onderdeel c, derde
gedachtestreepje, komt te luiden:


- de ACS-staten, Albanië, Algerije, Gebied onder Palestijnse autoriteit, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Ceuta, Cyprus, Egypte, Estland, Hongarije, Israël, Joegoslavië (Servië en Montenegro) Jordanië, Kroatië, de landen en gebieden die als begunstigde zijn aangewezen in het kader van het stelsel van de algemene
tariefpreferenties, de Landen en Gebieden Overzee, Letland, Libanon, Litouwen, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Malta, Marokko, Melilla, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Syrië, Tsjechië of Tunesië.

T. In artikel 153, onder b, wordt "45,8%" vervangen door: 44,1%.

U. Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:


1. In onderdeel 3 wordt de eerste volzin vervangen door: Te Oost-Vlieland en
West-Terschelling mogen slechts schepen worden aangebracht met goederen die mondeling dan wel door enige andere handeling kunnen worden aangegeven.


2. Na onderdeel 7 wordt ingevoegd:
8. De plaatsen als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, zijn:

Plaats

Rede van Texel
Eemshaven rede en Oterdum rede
Ankerplaatsen Den Helder A t/m Q (Adm. chart 1546) IJmuiden deep draft area en recommended anchor area Ankerplaats Scheveningen
Deepdraft 1 en 2
Maas outer 3 - Maas West 4 en Maas Noord 5 Wielingen-Noord bewesten de W8
Wielingen-Zuid beoosten de W8
Wielingen-Zuid bewesten het haventje van Nieuwe Sluis
Rede van Vlissingen incl. oostelijk deel Springergeul, Merlemon, Everingen A t/m E Put van Terneuzen A t/m C

V. In Bijlage III wordt onder 1 na "Budel" ingevoegd: "Den Helder (Den Helder Airport)".

W. Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:


1. In Titel I, onderdeel A, nummer 2, zevende gedachtestreepje wordt "(formaliteiten bij communautair douanevervoer en ter bestemming)" vervangen door: (formaliteiten ter bestemming).


2. In Titel I, onderdeel A, nummer 2, tweede alinea, tweede gedachtestreepje wordt "exemplaren
1, 4, 5 en 7" vervangen door: exemplaren 1, 4 en 5.






3. In Titel II, onderdeel A, nummer 33, wordt: "Bij toepassing van de regeling communautair douanevervoer wordt het eerste deelvak slechts ingevuld (GN-code; 8 cijfers) wanneer dit volgens de communautaire wetgeving verplicht is, terwijl de andere deelvakken niet behoeven te worden ingevuld." vervangen door:
"Bij communautair douanevervoer wordt het eerste deelvak ingevuld wanneer:


- de aangifte voor douanevervoer door dezelfde persoon gelijktijdig met of in vervolg op een douaneaangifte wordt opgesteld waarin de goederencode is vermeld; of


- wanneer de aangifte voor douanevervoer betrekking heeft op de in Bijlage B vermelde goederen; of


- wanneer dit volgens de communautaire wetgeving verplicht is."


4. In Titel II, onderdeel A, nummer 40 wordt na de tweede alinea ingevoegd: Dit vak moet verplicht worden ingevuld bij het gebruik van de regeling communautair douanevervoer. Vermelding van het referentienummer van de voorafgaande
douanebestemming of van de overeenkomstige douanedocumenten. Indien meer dan een
referentienummer moet worden vermeld, kan in dit vak "Diverse" wordt ingevuld en dat de lijst van de betrokken referentienummers bij de aangifte voor douanevervoer wordt gevoegd.


5. In Titel II, onderdeel A, nummer 51 wordt "De kantoren van doorgang zijn vermeld in de "Lijst van douanekantoren die bevoegd zijn voor
communautair/gemeenschappelijk douanevervoer"" vervangen door: De kantoren van doorgang zijn vermeld in de lijst van de kantoren die voor communautair douanevervoer bevoegd zijn.


6. Titel II, onderdeel A, nummer 52 komt te luiden:


52. Zekerheid


Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt bij uitvoer, verzending, wederuitvoer van onder een economische douaneregeling geplaatste goederen en passieve veredeling.

Vermelding, in het tweede deelvak, in de daartoe vastgestelde communautaire codes, van de soort zekerheid of dat ontheffing van zekerheidstelling is verleend en vervolgens, voorzover nodig, in het eerste deelvak, van het nummer van het certificaat van doorlopende zekerheidstelling of van ontheffing van zekerheidstelling of het nummer van het bewijs van zekerheidstelling per aangifte en, in voorkomend geval, het kantoor van
zekerheidstelling.

Indien de doorlopende zekerheid, de ontheffing van zekerheidstelling of de zekerheid per aangifte niet voor alle EVA-landen geldig is, dient na "niet geldig voor" het (de) betrokken EVA-land(en) in de daartoe vastgestelde communautaire codes te worden vermeld.


7. In Titel II, onderdeel A, nummer 53 wordt "De kantoren van doorgang zijn vermeld in de "Lijst van douanekantoren die bevoegd zijn voor
communautair/gemeenschappelijk douanevervoer" vervangen door: De kantoren van doorgang zijn vermeld in de lijst van de kantoren die voor communautair douanevervoer bevoegd zijn.


8. Titel II, onderdeel B, nummer 55 komt te luiden:


55. Overladingen


De eerste drie regels van dit vak worden door de vervoerder ingevuld wanneer de goederen tijdens het vervoer op of in een ander vervoermiddel of in een andere container worden overgeladen.

De vervoerder mag de goederen eerst overladen nadat hij hiervoor toestemming heeft verkregen van de douaneautoriteiten van de lidstaat waar de overlading plaatsvindt.

Indien deze autoriteiten van oordeel zijn dat het douanevervoer op de normale wijze kan worden voortgezet, viseren zij, na eventueel de nodige maatregelen te hebben genomen, de vierde en het vijfde exemplaar van de aangifte voor
douanevervoer.


9. In Titel III, onderdeel B, komt het eerste gedachtestreepje te luiden:

"- in het eerste deelvak van vak 1 wordt de afkorting "IM/c", "EX/c" of "EU/c" (of eventueel "COM/c") aangebracht; deze afkortingen worden evenwel niet vermeld:


a. wanneer het formulier uitsluitend voor communautair douanevervoer wordt gebruikt, in welk geval in het derde deelvak "T1 bis", "T2 bis" of "T2F bis" wordt vermeld, al naar gelang de regeling communautair douanevervoer die op de goederen van toepassing is; of


b. wanneer het formulier uitsluitend wordt gebruikt om het communautaire karakter van goederen aan te tonen, in welk geval in het derde deelvak "T2L bis" of "T2LF bis" wordt vermeld, al naar gelang de douanestatus van de goederen."


10. Titel III, onderdeel C komt te luiden:

C

Bij gebruik van aanvullende formulieren:


- worden de niet-ingevulde vakken "Colli en omschrijving van de goederen" van het aanvullend formulier doorgehaald zodat het niet mogelijk is daar later iets toe te voegen;


- worden de vakken 32 "Artikelnummer ", 33 "Goederencode", 35 "Brutomassa (kg)", 38 "Nettomassa (kg)" en 44 "Bijzondere
vermeldingen/Voorgelegde stukken/Certificaten en vergunningen" op de aangifte voor douanevervoer of het document T2L of T2LF doorgehaald en behoeven de merken, nummers, aantal en soort van de colli en de omschrijving van de goederen niet te worden ingevuld in vak 31 "Colli en omschrijving van de goederen" In dit vak 31 wordt het volgnummer en de afkorting van de verschillende aanvullende formulieren van de aangifte voor douanevervoer of van het document T2L of T2LF ingevuld.


11. Bijlage A, vak 1, derde deelvak, komt te luiden:

Derde deelvak

Dit deelvak wordt slechts ingevuld bij toepassing van de regeling communautair douanevervoer of bij gebruik als document om het communautaire karakter van goederen aan te tonen.
Hiervoor worden de volgende codes gebruikt:

T1: goederen die met toepassing van de regeling extern communautair douanevervoer worden vervoerd;

T2: goederen die overeenkomstig artikel 163 of artikel 165 van het Wetboek met toepassing van de regeling intern communautair douanevervoer worden vervoerd, behalve in het in artikel 340 quater, lid
1, bedoelde geval;


T2F: goederen die overeenkomstig artikel 340 quater, lid 2, onder de regeling intern communautair douanevervoer worden vervoerd;

T: de in artikel 351 bedoelde gemengde zendingen. In dit geval moet de niet-benutte ruimte achter de letter T worden doorgehaald;

T2L: document waarmee het communautaire karakter van goederen wordt aangetoond;

T2LF: document ten bewijze van het communautaire karakter van goederen die bestemd zijn voor of afkomstig zijn uit een deel van het douanegebied van de Gemeenschap waar Richtlijn 77/388/EEG niet van toepassing is.


12. In Bijlage A, Vak 33 wordt na "Vak 33: Goederencode" ingevoegd:

Eerste deelvak (acht cijfers)

In te vullen overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur.

Wordt het formulier ten behoeve van de regeling communautair douanevervoer gebruikt, dan moet de uit ten minste zes cijfers bestaande code van het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en codering van goederen in dit deelvak worden vermeld. De achtcijfercode van de gecombineerde nomenclatuur moet echter worden ingevuld indien dit volgens de wetgeving van de Gemeenschap is vereist.


13. bijlage A, Vak 37, onderdeel B wordt als volgt gewijzigd:

Bij 685 wordt "artikel 724 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel556van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

Bij 690 wordt "Materiaal en toebehoren als bedoeld in de artikelen 671 en 672 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: Beroepsuitrusting en toebehoren als bedoeld artikel 569 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.


700 komt te luiden:



700: Goederen die bestemd zijn om op een algemeen toegankelijk evenement dat niet uitsluitend voor de commerciële verkoop van goederen wordt georganiseerd te worden getoond of te worden gebruikt (artikel 576 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek).

Bij 710 wordt "de artikelen 674 en 676 en in bijlage 91 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel
570 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

Bij 720 wordt "; artikelen 675 en 676 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: als bedoeld in artikel 570 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

Bij 730 wordt "artikel 677 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel 566 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

Bij 740 wordt "artikel 678 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel 565 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

Bij 750 wordt "artikel 679 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel 571 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek.


760 komt te luiden:



760: Gietvormen, matrijzen, cliche's, tekeningen, ontwerpen; meet-, controle- en
verificatie-instrumenten en soortgelijke artikelen; goederen welke moeten worden onderworpen aan proeven, experimenten of demonstraties; goederen welke moeten dienen voor het uitvoeren van proeven, experimenten of demonstraties, monsters bestemd om te worden getoond of gedemonstreerd; bijzondere gereedschappen en instrumenten die bestemd zijn om te worden gebruikt bij de productie van uit te voeren goederen (artikelen 572, 573 en 574 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek).


770 komt te luiden:



770: Andere dan nieuw vervaardigde goederen die zijn ingevoerd om op een veiling te worden verkocht; goederen op proef die niet als stalen of monsters kunnen worden ingevoerd; kunstvoorwerpen, ingevoerd om te worden tentoongesteld met het oog op eventuele verkoop (artikel 576 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek).

Bij 780 wordt "artikel 681 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel 575 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek.


790 komt te luiden:



790: Geluids-, beeld- en gegevensdragers (artikel
568 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek).


810 komt te luiden:



810: Dieren; goederen die uitsluitend worden gebruikt voor reclamedoeleinden (artikelen 567 en
568 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek).


820 komt te luiden:



820: Welzijnsartikelen voor zeelieden (artikel
564van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek).


830 komt te luiden:



830: Goederen bestemd voor de bouw, het herstel of het onderhoud van infrastructuurwerken in grensgebieden (artikel 567 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek).


840 komt te luiden:



840: Goederen die in bijzondere omstandigheden en zonder economische consequenties tijdelijk worden ingevoerd (artikel 578 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek).

Bij 850 wordt "artikel 689 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek" vervangen door: artikel 578 van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek.


14. In Bijlage A, Vak 40 wordt na "LVM: luchtvaartmanifest (manifest van de lading zoals voorzien in het Luchtvaartverdrag)" ingevoegd: "AWB: Airwaybill".


15. Bijlage A, Vak 51 komt te luiden:

Vak 51: Voorziene kantoren (en landen) van doorgang

Vermelding van het land.

De tweelettercode van de ISO (ISO 3166) is van toepassing.

België BE


---

Denemarken DK

Duitsland DE

Griekenland GR

Spanje ES

Frankrijk FR

Ierland IE

Italië IT

Luxemburg LU

Nederland NL

Oostenrijk AT

Portugal PT

Finland FI

Zweden SE

Verenigd Koninkrijk GB

Hongarije HU

IJsland IS

Noorwegen NO

Polen PL

Slowakije SK

Zwitserland CH

Tsjechië CZ


16. Bijlage A, Vak 52 komt te luiden:

Vak 52: Zekerheid

Vermelding van de soort zekerheid.

De toepasselijke codes zijn de volgende:

Situatie Code Andere verplicht te vermelden gegevens


---

Ontheffing van 0 - nummer van het zekerheidstelling certificaat van (artikel 380, lid 3) ontheffing van zekerheidstelling

Doorlopende 1 - nummer van het zekerheidstelling certificaat van doorlopende zekerheidstelling


- kantoor van zekerheidstelling

Zekerheidstelling per 2
aangifte door middel
van borgstelling

Zekerheidstelling per 3
aangifte in geld

Zekerheidstelling per 4 - nummer van het aangifte door middel bewijs van van bewijzen van zekerheidstelling zekerheidstelling

Ontheffing van 6
zekerheidstelling
(artikel 95 van
Verordening (EEG)
nr. 2913/92)

Ontheffing van 8
zekerheidstelling voor
bepaalde openbare
organen

Zekerheidstelling per 9 - verwijzing naar aangifte, de akte van borgtocht bijlage 47 bis punt 3


- kantoor van zekerheidstelling


17. Onder verlettering van Bijlage B tot Bijlage C wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage B. Goederen met een verhoogd frauderisico (Titel II, A, vak 33)


1 2 3 4 5

GS-code Omschrijving van Minimum Code Minimum-bedrag de goederen hoeveel-gevoelivan goede-rzekerheid-stelling per aangifte


---

ex 0102 Andere levende 4.000 1 1.500
90 runderen kg EUR/t


0201 10 Vlees van 3.000 2.700 runderen, vers of kg EUR/t gekoeld


0201 20 2.900 EUR/t


0201 30 5.200 EUR/t


0202 10 Vlees van 3.000 2.700 runderen, bevrorenkg EUR/r


0202 20 2.900 EUR/t


0202 30 3.900 EUR/t


0402 10 Melk en room, 2.500 1.600 ingedikt of met kg EUR/t toegevoegde suiker
of


0402 21 andere zoetstoffen 1.900 EUR/t


0402 29 2.500 EUR/t


0402 91 1.400 EUR/t


0402 99 1.600 EUR/t


0405 10 Boter en andere 3.000 2.600 van melk kg EUR/t afkomstige
vetstoffen


0405 90 2.800 EUR/t

ex 0803 Verse bananen, met8.000 1 800 EUR/t 00 uitzondering van -kg
plan tains


1701 11 Rietsuiker en 7.000 - beetwortelsuiker, kg
alsmede chemisch
zuivere


1701 12 sacharose, in - vaste vorm


1701 91 -


1701 99 -


2207 10 Ethylalcohol, niet3 hl 2.500 gedenatureerd, met EUR/hl een zuivere alcoholvolumegehalte alcohol van 80% vol of
meer


2208 20 Gedistilleerde 5 hl
dranken, likeuren
en andere


2209 30 dranken die
gedistilleerde
alcohol bevatten


2208 40



2208 50 2.500 EUR/hl


2208 60 zuivere alcohol


2208 70


ex 2208 1
90



2402 20 Sigaretten, tabak 35.000 120 EUR/ bevattend stuks 1.000 stuks

.....


1) Wanneer de bepalingen van deel 2. titel 11. hoofdstuk 4. afdeling 2. onderafdeling 7, worden toegepast. moet de in kolom 4 aangegeven code voor gevoelige producten worden gebruikt naast de in kolom 1 vermelde GS-code wanneer de in kolom 2 genoemde gevoelige goederen aan de hand van deze code niet met zekerheid geïdentificeerd kunnen worden.

X. Bijlage X komt te luiden:

Bijlage X

Instellingen als bedoeld in artikel 58 van de Douaneregeling zijn:


- Academie voor Dramatische Kunst "De Toneelschool", Amsterdam


- Academie voor Sociale en Culturele Arbeid, Groningen


- Algemeen Pedagogisch Studiecentrum, Amsterdam


- Amsterdam Conservatorium, Amsterdam

- Commissie voor de Publicatie van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden


- Economisch Instituut, Tilburg

- Fryske Akademy, Leeuwarden


- Groot-Seminaries


- Grotius Instituut voor de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, 's-Gravenhage


- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam


- Instituut voor Lerarenopleiding VL-VU, Amsterdam


- Institute of Social Studies, 's-Gravenhage

- Internationaal Agrarisch Centrum Wageningen, Wageningen


- Katholieke Sociale Academie "De Elzent", Eindhoven


- Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, Leiden


- Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Rotterdam


- Nationaal Centrum voor de Geestelijke Volksgezondheid, Utrecht


- Nationale Federatie Het Wit-Gele Kruis, Utrecht


- Nederlands Bijbelgenootschap, Haarlem

- Nederlandse Vereniging Revalidatie, 's-Gravenhage


- Nederlands Economisch-Historisch Archief, Amsterdam


- Nederlandse Hartstichting, 's-Gravenhage


- Nederlandse Omroep Stichting, Hilversum, voor zover betreft filmjournaals en archieffilms als genoemd in bijlage II, onderdeel A, van de verordening 918/83, onder de tariefposten
37.07 B.II.a en b



- Nederlandse Rode Kruis, 's-Gravenhage

- Nederlandse Sportfederatie, 's-Gravenhage


- Nederlandse Stichting voor Culturele Samenwerking met Suriname en de Nederlandse Antillen (Sticusa), Amsterdam


- Nederlandse Stichting voor Morele Herbewapening, 's-Gravenhage


- Nederlands Theater Instituut, Amsterdam


- Rechtshistorisch Instituut, Leiden

- Rooms Katholieke Leergangen, Tilburg

- Scholen voor Maatschappelijk Werk, Amsterdam

- School voor Taal- en Letterkunde, 's-Gravenhage


- Secretariaat Rooms Katholieke Kerkprovincie, Utrecht


- Sociale Academie, Enschede


- Sociale Academie, Hengelo


- Sociale Academie de Dommel, Eindhoven

- Sociale Academie Rotterdam, Rotterdam

- Stichting Afasie Nederland, Amsterdam

- Stichting Centraal Dansberaad, 's-Gravenhage


- Stichting Centrale opleidingscursussen voor middelbare akten, Utrecht


- Stichting Docete, Hilversum

- Stichting Film en Wetenschap, Utrecht

- Stichting Filmcentrum, Hilversum

- Stichting het Veiligheids Instituut, Amsterdam


- Stichting Het Wereld Natuurfonds (Nederland), Zeist


- Stichting Katholieke Sociale Academie, Sittard


- Stichting Katholieke Sociale Academie "Markendaal", Nieuw Ginniken


- Stichting Koningin
Wilhelminafonds-Nederlandse Organisatie voor de Kankerbestrijding, Amsterdam


- Stichting voor de leerplanontwikkeling (SLO), Enschede


- Stichting Leven en Gezondheid, Bilthoven


- Stichting Museum der Koninklijke Marechaussee, 's-Gravenhage


- Stichting Natuur en Milieu, 's-Graveland


- Stichting Nederlands Filmmuseum, Amsterdam


- Stichting Nederlands Instituut voor het Arabisch Cultuurgebied (NIAC), 's-Gravenhage


- Stichting Nederlands Instituut voor Audio-Visuele Media voor het Onderwijs, 's-Gravenhage


- Stichting Nederlandse Vrijwilligers, 's-Gravenhage


- Stichting Nijenrode Instituut voor Bedrijfskunde, Breukelen


- Stichting voor Opleiding tot Sociale Arbeid, Haarlem


- Stichting Rotary Administratie Nederland, Amsterdam


- Stichting Rotterdams Conservatorium, Rotterdam


- Stichting Rotterdamse Kunststichting, Rotterdam


- Stichting Rotterdamse Muziekschool, Rotterdam


- Stichting Technisch Filmcentrum, Velp

- Stichting Vrienden van het Mauritshuis, 's-Gravenhage


- Stichting Youth for Christ Nederland, Driebergen


- Syrisch-Orthodoxe Cultuur Vereniging, Enschede


- Theologische Hogeschool, Kampen en andere instellingen voor opleiding tot predikant


- Toneel Academie, Maastricht


- Vereniging tot uitgave der Bronnen van het oud-Vaderlands recht, Nijmegen


- Vrienden van de Hartstichting, 's-Gravenhage


- Wereld Experanto-Vereniging (UEA), Rotterdam

- Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis, Amsterdam


- Centraal Laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap, Amsterdam


- Centrale organisatie TNO en de bijzondere organisatie TNO, 's-Gravenhage


- J.A. Cohen Instituut Interuniversitair Instituut voor radiopathologie en
stralenbescherming, Leiden


- Europees Instituut voor Bestuurskunde, Maastricht


- Geologische Stichting, Haarlem

- Hogere Technische School, Tilburg

- Instituut voor bodemvruchtbaarheid, Groningen

- Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding, Wageningen


- Instituut voor Doven, St. Michielsgestel

- Instituut voor het Onderzoek voor de Bewaring, de Bewerking en de Verwerking van - Landbouwprodukten (IBVL), Wageningen


- Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Gebouwen (MAG), Wageningen


- Instituut voor Plantenziektekundig Onderzoek, Wageningen


- Instituut voor Veevoedingsonderzoek, Hoorn

- Instituut voor de veredeling van Tuinbouwgewassen, Wageningen


- Jan van Eijck Academie, Maastricht

- Katholieke Economische Hogeschool, Tilburg


- Katholieke Universiteit, Nijmegen

- Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam


- Koninklijke Militaire Academie, Breda

- Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, Amsterdam en de volgende door haar ingestelde bureaus, commissies en instituten:


- Centraal Bureau voor Schimmelcultures, Baarn

- Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, Yerseke


- Eclipscommissie, Amsterdam

- Hubrechts Laboratorium, Utrecht

- Instituut voor Oecologisch Onderzoek, Arnhem, Oostvoorne en Vlieland


- Limnologisch Instituut, Nieuwersluis en Oosterzee (Friesland)


- Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt


- Laboratorium van de Vereniging "Natura Docet", Denekamp


- Laboratorium voor de Volksgezondheid, Leeuwarden


- Landbouwhogeschool, Wageningen

- Leids Sterrenwachtfonds, Leiden

- Mathematisch Centrum, Amsterdam

- Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-Energiefysica, sectie Hoge-Energiefysica, Amsterdam


- Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-Energiefysica, sectie K, Amsterdam


- Nationaal Lucht- en
Ruimtevaartlaboratorium, Amsterdam


- Nederlandse Centraal Instituut voor Hersenonderzoek, Amsterdam


- Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde, Leiden


- Nederlands Instituut voor onderzoek der Zee, Texel


- Nederlands kankerinstituut, Amsterdam

- Nederlandse organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek, 's-Gravenhage


- Rotterdams Radio-Therapeutisch Instituut, Rotterdam


- Scholengemeenschap IHBO de Maere, Enschede


- Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam, Amsterdam


- Stichting Amsterdams Centrum voor rheumatiekbestrijding, Amsterdam


- Stichting Centrum voor Agrobiologisch Onderzoek, Wageningen


- Stichting voor Diergeneeskundig Onderzoek, Lelystad


- Stichting Internationaal Instituut voor Luchtkartering en Aardkunde (ITC), Enschede


- Stichting Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland, Utrecht


- Stichting voor Fundamenteel Onderzoek van de Materie, Utrecht en de volgende door haar ingestelde instituten:


- FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica, Amsterdam


- FOM-Instituut voor Plasmafysica, Jutphaas

- Stichting Instituut voor Toepassing van Atoomenergie in de Landbouw, Wageningen


- Stichting voor Internationaal Vlamonderzoek, IJmuiden


- Stichting voor Isotopen-geologisch Onderzoek, Amsterdam


- Stichting Laboratorium voor Insecticidenonderzoek, Wageningen


- Stichting Leidse Rheumatologische Kliniek Wetenschappelijk laboratorium, Leiden


- Stichting het Nederlands Biologisch Station, Wijster (Dr.)


- Stichting voor Plantenveredeling, Wageningen


- Stichting Radiostraling van Zon en Melkweg, Utrecht


- Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland


- Stichting Technische en Fysische Dienst v.d. Landbouw, Wageningen


- Stichting tot Exploitatie van het Proefstation voor de bloemisterij in Nederland, Aalsmeer


- Stichting Universitair Kankercentrum, Groningen


- Stichting Waterbouwkundig Laboratorium, Delft


- Stichting voor Wetenschappelijk Duinonderzoek, Terschelling


- Stichting Wetenschappelijk onderzoek Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam


- Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Tropen "Wotro", 's?Gravenhage


- Technische Universiteit, Delft

- Technische Universiteit, Eindhoven

- Technische Universiteit Twente, Enschede


- Universiteit van Amsterdam, Amsterdam

- Vereniging "Ned. Herv. Stichting voor Zenuw- en Geestesziekten", Soesterberg


- Vereniging "Volkssterrenwacht Simon Stevin", Hoeven


- Vrije Universiteit, Amsterdam

- Werkgroep voor Fundamenteel Biochemisch Onderzoek, Leiden


- Stichting Netherlands Institute for Metals Research te Delft

Algemene aantekening


- Onder de universiteiten zijn mede begrepen de academische ziekenhuizen.

Y. Bijlage XI vervalt.

Z. Bijlage XII komt te luiden:

Bijlage XII

Erkende instanties als bedoeld in artikel 60 van de Douaneregeling zijn:


- De Vereniging "Het Nederlandse Rode Kruis"

- Het Leger des Heils

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van
1 januari 2002.






Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. Bos.

Toelichting

Algemeen

De aanpassingen van de Douaneregeling strekken ertoe deze regeling te actualiseren. Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal technische en redactionele verbeteringen aan te brengen. Gezien de wijzigingen die in de toepassingsverordening Communautair douanewetboek per 1 juli 2001 zijn aangebracht, is het wenselijk om de Douaneregeling hierop, met ingang van
1 januari 2002, te laten aansluiten. De bedoelde wijzigingen van de communautaire regelgeving zijn neergelegd in verordeningen (EG) nr. 2787/2000 van
15 december 2000 (PbEG L 330) en nr. 993/2001 van
4 mei 2001 (PbEG L141) van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van het Communautair douanewetboek. Daarnaast is het Douanebesluit op enige punten aangepast, zoals neergelegd in het Besluit van 14 december 2001, Stb. 2001, 648. Deze wijzigingen hebben eveneens geleid tot aanpassingen van de Douaneregeling.

Artikelsgewijze Toelichting

Artikel I, onderdeel A:

(Artikel 2)

De wijziging is van redactionele aard en vloeit voort uit de naamswijziging van de Internationale Maritieme Consultatieve Organisatie (IMCO).

Artikel I, onderdelen B, C en D:

(Artikel 5, 6 en 8)

Voor de toepassing van de artikelen 5 en 8 dient de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische Controledienst aangemerkt te worden als inspecteur, onderscheidenlijk ontvanger; voor de toepassing van artikel 6, tweede lid, wordt aangewezen het hoofd van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische Controledienst.

Artikel I, onderdeel E:

(Artikel 11a en 11b nieuw)

Schepen die over zee het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen moeten naar een aangewezen douanekantoor worden gebracht zodat daar de douaneformaliteiten met betrekking tot het schip kunnen worden vervuld. Deze eisen gelden niet voor schepen die de territoriale wateren doorkruisen zonder een in Nederland gelegen haven als bestemming te hebben. Echter, voor schepen die binnen de 12-mijls zone willen provianderen zullen wel douaneformaliteiten moeten worden vervuld bij het daartoe aangewezen douanekantoor. Dit zou betekenen dat schepen zonder economisch doel een in Nederland gelegen haven zouden moeten binnenvaren. De Douaneregeling is echter zodanig aangepast dat schepen, die binnen de 12 mijls zone slechts provisie en scheepsbehoeften voor de bemanning van het schip, brandstoffen of smeermiddelen bestemd voor de aandrijving of smering van het schip willen innemen dan wel goederen die nodig zijn voor noodzakelijke reparaties of vervanging van defecte onderdelen van het schip, bij een daartoe aangewezen plaats kunnen worden aangebracht in plaats van bij een daartoe aangewezen kantoor. Gezien het economisch belang dat het bedrijfsleven heeft bij een dergelijke regeling en het feit dat het douanetoezicht hierdoor niet wordt bemoeilijkt is ervoor gekozen om de ankergebieden in de aanloopgebieden bij de in Nederland gelegen havens als plaatsen aan te wijzen waar het schip en de daarop of daarin aanwezige goederen kunnen worden aangebracht. Het aanbrengen gebeurt middels het doen van een mededeling aan de inspecteur dat het schip voor anker is gegaan op een van de aangewezen plaatsen met het doel activiteiten te laten plaatsvinden. De activiteiten zijn limitatief omschreven: het innemen van een drietal categorieën goederen en het uitvoeren van de nodige reparaties. Iedere andere activiteit waarvoor contact met de wal noodzakelijk is, is op een ankerplaats niet toegestaan.

In artikel 35, tweede lid, van het Douanebesluit is geregeld dat door de inspecteur ontheffing gegeven kan worden van de verplichting uitgaande goederen direct naar de grens te voeren. Deze toestemming wordt alleen gegeven aan degenen die schepen gaan bevoorraden of repareren, welke voor anker zijn gegaan op een plaats die is opgenomen in Bijlage II van de Douaneregeling en dit bij de douane zijn aangebracht. Verder mogen slechts proviand, brandstoffen en reparatiegoederen worden overgeladen. Er zal geen toestemming gegeven worden om andere goederen dan de in dit artikel vermelde categorieën over te laden. Alle resten, afvallen en defecte onderdelen die door de door degene die komt bevoorraden of repareren mee terug worden genomen dienen, overeenkomstig de normale procedures, bij de douane aangegeven te worden.

Artikel I, onderdeel F:

(Artikel 16)

Op grond van artikel 46 van het Communautair douanewetboek kunnen goederen worden overgeladen met toestemming van de douaneautoriteiten op daartoe aangewezen of goedgekeurde plaatsen. Voor goederen die over zee zijn binnengebracht met een ander vervoermiddel over zee of door de lucht zullen worden verder vervoerd is het van belang dat dit vervoer rechtstreeks en zonder oponthoud plaatsvindt.

Artikel I, onderdeel G:

(Artikel 27)

De goederencode die op grond van wettelijke bepalingen in een aangifte worden vermeld is de code die voor die goederen is vastgesteld in het gebruikstarief. In het gebruikstarief zijn eveneens de tarieven vermeld. Op grond van artikel 16 Douanebesluit worden de regels gesteld voor de vaststelling, de uitgifte en de beschikbaarstelling van het gebruikstarief. Op grond van signalen uit de praktijk over de leesbaarheid en de toegankelijkheid van de schriftelijke versie van het gebruikstarief (boekwerk Heffingen bij invoer, deel II) is overgegaan tot wijziging van de opzet van de publicatie van de schriftelijke versie van het gebruikstarief met een gelijktijdige publicatie van een volledige en continu geactualiseerde versie van het gebruikstarief op de website van de douane.

Artikel I, onderdeel H:

(Artikel 52)

De wijziging is van redactionele aard en vloeit voort uit de wijziging van de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

Artikel I, onderdelen I tot en met N:

(Artikelen 58, 59, 60, 61, 63 en 64)

De wijzigingen zijn van redactionele aard en vloeien voort uit de wijziging in de
toepassingsverordening Communautair douanewetboek. De voorwaarden voor volledige vrijstelling worden niet meer vermeld en komen daarmee te vervallen.

Artikel I, onderdeel O:

(Artikel 83, lid 2)

De wijziging is van redactionele aard en vloeit voort uit de wijziging van artikel 4 van het Douanebesluit.

Artikel I, onderdelen P en Q:

(Artikel 109 en 110)

Volgens de huidige tekst dient naar aanleiding van elke aangifte een aparte uitnodiging tot betaling opgemaakt te worden en wordt deze uitnodiging tot betaling op een apart aanslagbiljet toegezonden of uitgereikt aan de schuldenaar. Ook de verschillende soorten rechten bij invoer, zoals de douanerechten, landbouwheffingen en anti-dumpingheffingen, kunnen niet samen worden vermeld op één aanslagbiljet.

Op grond van het huidige artikel kan derhalve geen verzamel-uitnodiging tot betaling worden opgemaakt die betrekking heeft op schulden die voortvloeien uit meerdere aangiften of ziet op de hiervoor genoemde rechten bij invoer. Dit leidt in de praktijk tot een inefficiënte wijze van afhandeling van de verschillende douaneschulden. Het zou beter zijn bij de afwikkeling van de controles na invoer een verzamel-uitnodiging tot betaling op te maken.

Met de voorgestane wijziging zal het voor de inspecteur mogelijk worden om uitnodigingen tot betaling voor verschillende aangiften en de verschillende rechten bij invoer op één aanslagbiljet te verenigen of te vermelden indien hij dit doelmatig acht. Hetzelfde geldt voor de beschikkingen die bij verzoeken om terugbetaling of kwijtschelding worden opgemaakt.

Artikel I, onderdeel R:

(Artikel 142, lid 2)

Goederen kunnen in het algemeen bij uitvoer niet worden ingedeeld in een onderverdeling met een voetnoot volgens welke de indeling onder die onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen vast te stellen door de bevoegde autoriteiten. In dit artikel is een aantal onderverdelingen van de gecombineerde nomenclatuur opgesomd dat is voorzien van een voetnoot (bijzondere bestemming) maar die bij uitvoer wel kunnen worden gebruikt, voor zover bij uitvoer kan worden vastgesteld dat aan de bij het in het vrije verkeer brengen geldende voorwaarden en bepalingen wordt voldaan. In deze lijst moeten de GN-codes worden geactualiseerd omdat de nomenclatuur van het Geharmoniseerd Systeem met ingang van 1 januari
2002 ingrijpend wordt gewijzigd. De wijzigingen betreffen onder meer de post voor levende paarden (01.01), de post voor kool- en raapzaad (12.05), alsmede post 12.07 ("andere oliehoudende zaden en vruchten"), post 20.09, aantekening 4 op hoofdstuk
30 en post 30.06, post 39.24, post 85.02 en post
89.06.






Artikel I, onderdeel S:

(Artikel 152)

De wijziging is van redactionele aard en vloeit voort uit de actualisering van de lijst van ACS-staten.

Artikel I, onderdeel T:

(Artikel 153)

De wijziging vloeit voort uit de aanpassing van de forfaitaire tarieven accijns.

Artikel I, onderdelen U en V:

In de Bijlagen II en III zijn de plaatsen waar goederen kunnen worden aangebracht respectievelijk de internationale luchthavens opgesomd. Aan bijlage II wordt onderdeel 8 toegevoegd in verband met de wijziging van artikelen 4 en 35 van het Douanebesluit en de invoeging van de nieuwe artikelen 11a en 11b van de Douaneregeling. Aan bijlage III wordt thans toegevoegd het luchtvaartterrein in Den Helder.

Artikel I, onderdeel W:

Bijlage IV betreft de toelichting op het Enig Document. Aan deze toelichting wordt toegevoegd een code "AWB" voor de Airwaybill.

De overige wijzigingen zijn van redactionele aard en vloeien voort uit de wijziging in de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

Artikel I, onderdelen X, Y en Z:

De wijzigingen van bijlage X, XI en XII zijn van redactionele aard en vloeien voort uit de wijziging van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

De Staatssecretaris van Financiën

W. Bos

| In Favorieten plaatsen |