Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

BSE-geval in Hellendoorn en in Aalburg

28 december 2001 - Bij een koe afkomstig van een bedrijf in de gemeente Hellendoorn is Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) geconstateerd. Het is het zevenentwintigste geval in Nederland sinds 1997 en het negentiende in 2001. De besmetting kwam aan het licht na een snelle test die werd uitgevoerd in het kader van de reguliere controle op BSE in het slachthuis. Het rund, Loes 5 is geboren op 11 november 1996. Op 17 december is het kadaver bemonsterd en op 18 december bleek de snelle test een positieve uitslag op te leveren. Daarop is een onderzoek ter bevestiging van de uitslag van de snelle test ingezet. Op 27 december bleek ook dit tot een positieve uitslag te leiden. De in totaal 83 runderen die verder op het bedrijf aanwezig waren, zijn klinisch geïnspecteerd en vertoonden geen verschijnselen van BSE. Zoals gebruikelijk wordt een onderzoek ingesteld naar het veevoer, met name naar het voer gegeten in de eerste levensmaanden door de zieke koe. De runderen op het bedrijf worden geruimd. Ook alle dieren met een verhoogd BSE-risico afkomstig van dit bedrijf die inmiddels op andere bedrijven verblijven, worden getraceerd en geruimd.

Bij een koe afkomstig van een bedrijf in de gemeente Aalburg is Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) geconstateerd. Het is het achtentwintigste geval in Nederland sinds 1997 en het twintigste in 2001. De besmetting kwam aan het licht na een snelle test die werd uitgevoerd in het kader van de reguliere controle op BSE in het slachthuis. Het rund, Maaike 273 is geboren op 1 november 1997. Op 18 december is het kadaver bemonsterd en op 20 december bleek de snelle test een positieve uitslag op te leveren. Daarop is een onderzoek ter bevestiging van de uitslag van de snelle test ingezet. Op 27 december bleek ook dit tot een positieve uitslag te leiden. De in totaal 161 runderen die verder op het bedrijf aanwezig waren, zijn klinisch geïnspecteerd en vertoonden geen verschijnselen van BSE. Zoals gebruikelijk wordt een onderzoek ingesteld naar het veevoer, met name naar het voer gegeten in de eerste levensmaanden door de zieke koe. De runderen op het bedrijf worden geruimd. Ook alle dieren met een verhoogd BSE-risico afkomstig van dit bedrijf die inmiddels op andere bedrijven verblijven, worden getraceerd en geruimd.