PRICEWATERHOUSECOOPERS

Meer doorlooptijd tussen aankondiging en afronding fusies

Doorlooptijd tussen aankondiging en afronding van grote fusies en overnames stijgt in Europa met ruim 35%

Fusies en overnames in Europa en de VS kosten meer tijd dan ooit tevoren. Dit blijkt uit een onlangs gepubliceerd onderzoek door PricewaterhouseCoopers, de grootste zakelijke dienstverlener ter wereld. Het Transaction Services-team van PricewaterhouseCoopers heeft tussen 1996 en 2000 jaarlijks voor de honderd grootste deals in elke regio onderzocht hoeveel tijd er is verstreken tussen de aankondiging en de afronding.

In Europa is de benodigde tijd tussen 1996 en 2000 met 39 dagen gestegen naar ruim vier maanden. Over dezelfde periode steeg het gemiddelde in de VS met twintig dagen. Daar heeft men nu ruim vijf maanden nodig.

Een van de redenen van de toename is de grotere omvang van de gemiddelde transactie en de toegenomen complexiteit van grote deals. De ervaring leert dat overnemende partijen in de eerste fasen van de transactie meer tijd nodig hebben voor belangrijke kwesties als ontvlechtingsoperaties, problemen met mededingingsautoriteiten en het afsluiten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten met topmanagers.

Natuurlijk proberen de partijen tevens de adviseurskosten zo veel mogelijk te drukken tot ze zeker weten dat de transactie doorgaat. De transactiemanagers staan dan ook voor de uitdaging een goed evenwicht zien te vinden tussen vroegtijdige en uitgebreide diepgaande analyses en de daarmee samenhangende adviseurskosten en de vertraagde realisatie van nagestreefde synergievoordelen en extra kosten van mogelijke problemen en vertragingen in een latere fase.

De belangrijkste bevindingen uit het rapport zijn hieronder samengevat:

Europa

In de afgelopen vijf jaar hadden Europese bedrijven na de aankondiging gemiddeld nog 108 dagen nodig om een transactie af te ronden.

Tussen 1996 en 2000 is het aantal dagen dat daarvoor gemiddeld nodig was met 39 gestegen.

Om de vijftig grootste Europese transacties rond te krijgen, was gemiddeld tien dagen meer nodig dan voor de vijftig daaropvolgende.

VS

In de afgelopen vijf jaar hadden Amerikaanse bedrijven na de aankondiging gemiddeld nog 158 dagen nodig om een transactie af te ronden.

Tussen 1996 en 2000 is het aantal dagen dat daarvoor gemiddeld nodig was met twintig gestegen.

Om de vijftig grootste Amerikaanse transacties rond te krijgen, was gemiddeld een maand meer nodig dan voor de vijftig daaropvolgende.

Jack de Kreij, Managing partner Transaction Services bij PricewaterhouseCoopers in Nederland, zegt hier het volgende over:

De uitkomsten zijn niet echt verrassend: de transacties worden steeds complexer en omvangrijker. Het in kaart brengen van alle van belang zijnde factoren , vereist zorgvuldigheid, diepgang en een continue toetsing aan de strategische doelstelling. Dit kost tijd. Geen enkele transactie is eenvoudig. De reden dat deals bijna altijd meer tijd kosten dan verwacht, is in onze ervaring dat veel bedrijven te optimistisch zijn over de snelheid waarmee de benodigde detailinformatie kan worden verkregen. De enige manier om dit op te lossen is door meer voorbereidend werk te doen, vooral van de zijde van de verkoper.

De Kreij vervolgt: Naarmate deals langer duren, zal het management van de overnemende partij tevens rekening moeten gaan houden met vertragingen in de te realiseren synergievoordelen en de consequenties hiervan voor de stemming onder de medewerkers bij zowel de eigen als de over te nemen organisatie. Vooral als de vertraging onverwacht is kan dit tot grote onzekerheid leiden. In eerdere onderzoeken van PricewaterhouseCoopers is namelijk gebleken dat een effectief integratieproces na de overname altijd complexer blijkt te zijn dan verondersteld.