Bijstellingsregeling 2002
Directoraat-generaal voor fiscale zaken, directie wetgeving
directe belastingen
Besluit van 20 december 2001, nr. WDB2001-763M, Stcrt. nr. 250
De staatssecretaris van Financiën,
Gelet op hoofdstuk 10, afdeling 10.1, van de Wet
inkomstenbelasting 2001, de artikelen 30a en 31 van de Wet
vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de
volksverzekeringen, artikel 35a van de Successiewet 1956 en
artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en
gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken;
Besluit:
Artikel I
De Wet inkomstenbelasting 2001 1) wordt als volgt gewijzigd:
.....
1) Stb. 215, 2000; laatstelijk gewijzigd bij wet van 16
november 2001, Stb. 568.
A. In artikel 2.10 worden de bedragen in de tarieftabel
zodanig vervangen dat die tabel komt te luiden:
maar niet meerbedraagt de belasting het in Bij een dan kolom III vermelde bedrag, belastbaar vermeerderd met het bedrag inkomen uit dat wordt berekend door het werk en woning in kolom IV vermelde van meer dan percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat
---
I II III IV
- ¤ 15.331 - 2,95%
¤ 15.331 ¤ 27.847 ¤ 452 8,20%
¤ 27.847 ¤ 47.745 ¤ 1.478 42%
¤ 47.745 - ¤ 9.835 52%
B. In artikel 3.19, tweede lid, worden "1,90%" en "¤ 18.950" vervangen door 1,95%, respectievelijk ¤ 19.450.
C. In artikel 3.41, tweede lid, worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:
2. Bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van:
Meer dan maar niet meer dan bedraagt het
percentage
---
- ¤ 1.900 0
¤ 1.900 ¤ 31.000 25
¤ 31.000 ¤ 61.000 22
¤ 61.000 ¤ 90.000 19
¤ 90.000 ¤ 120.000 16
¤ 120.000 ¤ 150.000 13
¤ 150.000 ¤ 180.000 11
¤ 180.000 ¤ 210.000 8
¤ 210.000 ¤ 240.000 5
¤ 240.000 ¤ 270.000 3
¤ 270.000 - 0
D. Artikel 3.42 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt "¤ 1.800" vervangen door: ¤ 1.900.
2. In het vierde lid wordt "¤ 96.000.000" telkens vervangen
door: ¤ 99.000.000.
E. In artikel 3.42a, derde lid, wordt "¤ 1.800" vervangen
door: ¤ 1.900.
F. In artikel 3.47, eerste lid, wordt "¤ 1.800" vervangen
door: ¤ 1.900.
G. Artikel 3.48 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid worden "¤ 120.000" en "¤ 29.000"
vervangen door ¤ 124.000, respectievelijk ¤ 30.000.
2. In het zesde lid wordt "¤ 2.310.000" vervangen door:
¤ 2.390.000.
H. In artikel 3.68, eerste lid, wordt "¤ 9.871" vervangen
door: ¤ 10.178.
I. Artikel 3.76 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid worden de bedragen zodanig vervangen
dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:
2. Bij een winst
gelijk aan of meermaar minder bedraagt de
dan dan zelfstandigenaftrek
---
- ¤ 12.110 ¤ 6.179
¤ 12.110 ¤ 14.050 ¤ 5.743
¤ 14.050 ¤ 15.995 ¤ 5.307
¤ 15.995 ¤ 45.805 ¤ 4.727
¤ 45.805 ¤ 47.745 ¤ 4.312
¤ 47.745 ¤ 49.685 ¤ 3.854
¤ 49.685 ¤ 51.620 ¤ 3.397
¤ 51.620 - ¤ 2.983
2. In het derde lid wordt "¤ 1.774" vervangen door: ¤ 1.829.
J. Artikel 3.77 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt "¤ 4.990" vervangen door:
¤ 5.145.
2. In het tweede lid wordt "¤ 2.495" vervangen door:
¤ 2.573.
3. In het vierde lid wordt "¤ 5.928" vervangen door:
¤ 6.112.
K. In artikel 3.86, derde lid, wordt "¤ 351" vervangen door:
¤ 362.
L. Artikel 3.87 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid worden de bedragen zodanig vervangen dat
de tekst van dat voorschrift komt te luiden:
bij een reisafstand per openbaar vervoer
van meer dan maar niet meer dan op jaarbasis
---
- 10 km -
10 km 15 km ¤ 362
15 km 20 km ¤ 485
20 km 30 km ¤ 816
30 km 40 km ¤ 1012
40 km 50 km ¤ 1.323
50 km 60 km ¤ 1.471
60 km 70 km ¤ 1.632
70 km 80 km ¤ 1.688
80 km - ¤ 1.711
2. In het vierde lid, onderdeel b, worden "¤ 0,18" en
"¤ 1.659" vervangen door ¤ 0,19, respectievelijk ¤ 1.711.
3. In het vijfde lid wordt "¤ 1.659" vervangen door:
¤ 1.711.
4. In het zevende lid wordt "¤ 1.659" vervangen door:
¤ 1.711.
M. In artikel 3.97, tweede lid, onderdeel a, wordt "¤ 3.399"
vervangen door: ¤ 3.493.
N. Artikel 3.112 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt "¤ 7.800" vervangen door:
¤ 8.000.
2. In het vijfde lid wordt "¤ 7.800" vervangen door:
¤ 8.000.
O. In artikel 3.114, eerste lid, wordt "¤ 3.399" vervangen
door: ¤ 3.493.
P. Artikel 3.118 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden "¤ 125.500" en "¤ 28.500"
vervangen door ¤ 129.500, respectievelijk ¤ 29.400.
2. In het zesde lid wordt "¤ 125.500" vervangen door:
¤ 129.500.
3. In het zevende lid wordt "¤ 125.500" vervangen door:
¤ 129.500.
Q. Artikel 3.125 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt "¤ 57.064"
vervangen door: ¤ 58.833.
2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt "¤ 17.121"
vervangen door: ¤ 17.652.
R. Artikel 3.127 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt "¤ 1.036" telkens vervangen door:
¤ 1.069.
2. In het derde lid wordt "¤ 5.708" telkens vervangen door:
¤ 5.885 en wordt "¤ 11.276" vervangen door: ¤ 11.626.
3. In het vierde lid worden "¤ 9.896" en "¤ 132.771"
vervangen door ¤ 10.203, respectievelijk ¤ 136.887.
S. Artikel 3.129 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt "¤ 362.105"
vervangen door: ¤ 373.331.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt "¤ 181.055"
vervangen door: ¤ 186.668.
3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt "¤ 90.531"
vervangen door: ¤ 93.338.
T. In artikel 3.141, eerste lid, onderdeel a, wordt
"¤ 3.937" vervangen door: ¤ 4.060.
U. In artikel 3.143, eerste lid, wordt "¤ 8.800" vervangen
door: ¤ 9.073.
V. Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt "¤ 17.600" vervangen door:
¤ 18.146.
2. In het tweede lid wordt "¤ 35.200" vervangen door:
¤ 36.292.
3. In het derde lid worden "¤ 17.600", "¤ 35.200" en
"¤ 2.349" vervangen door ¤ 18.146, respectievelijk ¤ 36.292 en
¤ 2.422.
W. Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt "¤ 232.944"
vervangen door: ¤ 240.166.
2. In het eerste lid worden de bedragen van de tabel in de
laatste volzin zodanig vervangen dat de tekst komt te luiden:
Bij een inkomen uit werk en woning vóór toepassing van de
persoonsgebonden aftrek van:
meer dan maar niet meer dan bedraagt de
ouderentoeslag 50%
van de
saldogrondslag
doch ten hoogste
---
- ¤ 12.276 ¤ 24.020
¤ 12.276 ¤ 17.079 ¤ 12.010
¤ 17.079 - nihil
X. In artikel 5.10, onderdeel a, wordt "¤ 5.708" telkens
vervangen door: ¤ 5.885.
Y. Artikel 5.13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt "¤ 46.984" vervangen door:
¤ 48.441.
2. In het derde lid wordt "¤ 93.968" vervangen door:
¤ 96.882.
Z. Artikel 5.16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt "¤ 46.984" vervangen door:
¤ 48.441.
2. In het derde lid wordt "¤ 93.968" vervangen door:
¤ 96.882.
AA.Artikel 6.18 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid worden "¤ 25.000" , "¤ 37.500" en
"¤ 50.000" telkens vervangen door ¤ 25.775, respectievelijk
¤ 38.663 en ¤ 51.550.
2. In het zesde lid, onderdeel a, wordt "¤ 0,16" vervangen
door: ¤ 0,17.
AB.In artikel 6.20, tweede lid, wordt "¤ 708" vervangen door:
¤ 730.
AC.In artikel 6.21, tweede lid, wordt "¤ 708" vervangen door:
¤ 730.
AD.In artikel 6.22, tweede lid, wordt "¤ 708" vervangen door:
¤ 730.
AE.Artikel 6.24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, worden "¤ 6.215" en
"¤ 696" vervangen door ¤ 6.411, respectievelijk ¤ 718.
2. In het eerste lid, onderdeel b, worden "¤ 6.215" en
"¤ 48.437" vervangen door ¤ 6.411, respectievelijk ¤ 49.946.
3. In het eerste lid, onderdeel c, worden "¤ 48.437" en
"¤ 5.425" vervangen door ¤ 49.946, respectievelijk ¤ 5.594.
AF.In artikel 6.31, eerste lid, onderdeel a, wordt "¤ 11.150"
vervangen door: ¤ 11.450.
AG. In artikel 6.36 wordt "¤ 0,16" vervangen door:
¤ 0,17.
AH.In artikel 8.10, tweede lid, wordt "¤ 1.576" vervangen
door: ¤ 1.625.
AI. Artikel 8.11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, tweede volzin, onderdeel a, worden
"1,751%" en "¤ 129" vervangen door 1,729%, respectievelijk
¤ 133.
2. In het tweede lid, tweede volzin, onderdeel b, worden
"10,751%" en "¤ 7.360" vervangen door 10,621%, respectievelijk
¤ 7.692.
3. In het tweede lid, derde volzin, wordt "¤ 920" vervangen
door: ¤ 949.
AJ.Artikel 8.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt "¤ 54.501"
vervangen door: ¤ 56.191.
2. In het tweede lid wordt "¤ 38" vervangen door: ¤ 40.
AK.Artikel 8.13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt "¤ 27.251"
vervangen door: ¤ 28.096.
2. In het tweede lid wordt "¤ 192" vervangen door: ¤ 198.
AL.Artikel 8.14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt "¤ 3.938" vervangen
door: ¤ 4.060.
2. In het tweede lid wordt "¤ 138" vervangen door: ¤ 143.
AM. In artikel 8.15, tweede lid, wordt "¤ 1.261"
vervangen door: ¤ 1.301.
AN.In artikel 8.16, tweede lid, wordt "¤ 1.261" vervangen
door: ¤ 1.301.
AO. In artikel 8.16a, tweede lid, wordt "¤ 484" vervangen
door: ¤ 500.
AP.Artikel 8.17 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt "¤ 27.704" vervangen door:
¤ 28.563.
2. In het tweede lid wordt "¤ 236" vervangen door: ¤ 244.
AQ. In artikel 8.18, tweede lid, wordt "¤ 248" vervangen
door: ¤ 256.
AR.In artikel 9.4,eerste lid, onderdeel a, wordt "¤ 196"
vervangen door: ¤ 203.
Artikel II
In de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor
de volksverzekeringen 1) worden de volgende wijzigingen
aangebracht.
.....
1) Stb. 635, 1995; laatstelijk gewijzigd bij wet van
16 november 2001, Stb. 568.
A. In artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht.
1. In het eerste lid, onderdeel a, worden de bedragen
zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te
luiden:
a. de vermindering lage lonen per kalenderjaar
indien hij de doch niet de
leeftijd heeft leeftijd van
bereikt van
---
15 jaren 16 jaren: ¤ 209
16 jaren 17 jaren: ¤ 239
17 jaren 18 jaren: ¤ 275
18 jaren 19 jaren: ¤ 317
19 jaren 20 jaren: ¤ 365
20 jaren 21 jaren: ¤ 426
21 jaren 22 jaren: ¤ 504
22 jaren 23 jaren: ¤ 591
23 jaren: ¤ 2.011
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt "¤ 2.296" vervangen
door: ¤ 2.400.
3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt "¤ 2.296" vervangen
door: ¤ 2.400.
4. In het achtste lid wordt "¤ 3.108" telkens vervangen
door: ¤ 3.248.
B. In artikel 7 worden de bedragen zodanig vervangen dat de
tekst van dat voorschrift komt te luiden:
Artikel 7
De vermindering lage lonen is van toepassing met betrekking
tot de werknemer wiens loon in het desbetreffende loontijdvak
niet meer bedraagt dan diens toetsloon voor dat tijdvak. Het
toetsloon voor de vermindering lage lonen bedraagt per
kalenderjaar
indien hij de doch niet de
leeftijd heeft leeftijd van
bereikt van
---
15 jaren 16 jaren: ¤ 5.308
16 jaren 17 jaren: ¤ 6.105
17 jaren 18 jaren: ¤ 6.989
18 jaren 19 jaren: ¤ 8.050
19 jaren 20 jaren: ¤ 9.289
20 jaren 21 jaren: ¤ 10.881
21 jaren 22 jaren: ¤ 12.827
22 jaren 23 jaren: ¤ 15.038
23 jaren: ¤ 17.576
B. In artikel 8, eerste lid, worden "¤ 18.914" en "¤ 21.713"
vervangen door ¤ 19.776, respectievelijk ¤ 22.709.
C. In artikel 14, tweede lid, wordt "¤ 18.914" vervangen
door: ¤ 19.776.
D. In artikel 16b worden de volgende wijzigingen
aangebracht.
1. In het eerste lid worden de bedragen zodanig vervangen
dat de tekst van de laatste volzin van dat voorschrift komt te
luiden: De afdrachtvermindering beloopt 50 percent van het
doorbetaalde loon met een maximum per werknemer per
kalenderjaar van
indien de werknemer doch niet de
de leeftijd heeft leeftijd van
bereikt van
---
15 jaren 16 jaren: ¤ 3.231
16 jaren 17 jaren: ¤ 3.716
17 jaren 18 jaren: ¤ 4.254
18 jaren 19 jaren: ¤ 4.900
19 jaren 20 jaren: ¤ 5.654
20 jaren 21 jaren: ¤ 6.624
21 jaren 22 jaren: ¤ 7.808
22 jaren 23 jaren: ¤ 9.154
23 jaren: ¤ 10.769
2. De bedragen in het tweede lid worden zodanig vervangen
dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:
2. Het toetsloon voor de afdrachtvermindering betaald
ouderschapsverlof bedraagt per kalenderjaar
indien de werknemer doch niet de
de leeftijd heeft leeftijd van
bereikt van
---
15 jaren 16 jaren: ¤ 3.231
16 jaren 17 jaren: ¤ 3.716
17 jaren 18 jaren: ¤ 4.254
18 jaren 19 jaren: ¤ 4.900
19 jaren 20 jaren: ¤ 5.654
20 jaren 21 jaren: ¤ 6.624
21 jaren 22 jaren: ¤ 7.808
22 jaren 23 jaren: ¤ 9.154
23 jaren: ¤ 10.769
Artikel III
In de Successiewet 1956 1) worden de volgende wijzigingen
aangebracht.
.....
1) Stb. 362, 1956; laatstelijk gewijzigd bij wet van
14 december 2000, Stb. 569.
A. In artikel 24, eerste lid, worden de bedragen in de
tarieftabel zodanig vervangen dat die tabel komt te luiden:
Gedeelte van Indien geërfd of verkregen wordt door:
de belaste
verkrijging
---
I. II. broers, III. andere
echtgenoot,
I. II. broers, III. andere
echtgenoot, zusters, verkrijgers,
kinderen, bloedverwanten uitgezonderd
afstammelingenin de rechte de
in tweede of opgaande lijn rechtspersonen
verdere graad, bedoeld in het
of een vierde lid
verkrijger als
bedoeld in het
tweede lid 1)
a b a b a b
0- 19.994 0 5 0 26 0 41
19.994- 39.984 999 8 5.198 30 8.197 45
39.984- 79.961 2.598 12 11.195 35 17.192 50
79.961- 159.9167.395 15 25.186 39 37.180 54
159.916-319.82619.388 19 56.368 44 80.355 59
319.826-799.55449.770 23 126.728 48 174.701 63
799.554 en het 160.107 27 356.997 53 476.929 68
hogere bedrag
van de belaste
verkrijging
.....
1) Voor afstammelingen in de tweede of verdere graad
bedraagt de belasting het ingevolge deze kolom verschuldigde,
vermeerderd met 60% daarvan.
B. In artikel 32 worden de volgende wijzigingen aangebracht.
1. In het eerste lid, onder 3o, wordt "¤ 7.755" vervangen
door: ¤ 7.996.
2. In het eerste lid, onder 4o, onderdeel a, wordt
"¤ 453.780" vervangen door: ¤ 467.848.
3. In het eerste lid, onder 4o, onderdeel b, worden
"¤ 3.878", "¤ 7.755" en "¤ 11.633" vervangen door ¤ 3.999,
respectievelijk ¤ 7.996 en ¤ 11.994.
4. In het eerste lid, onder 4o, onderdeel c, wordt "¤ 7.755"
vervangen door: ¤ 7.996.
5. In het eerste lid, onder 4o, onderdeel d, worden
"¤ 7.755" en "¤ 23.265" vervangen door ¤ 7.996,
respectievelijk ¤ 23.987.
6. In het eerste lid, onder 4o, onderdeel e, worden
"¤ 453.780", "¤ 226.890", "¤ 181.510", "¤ 136.130" en
"¤ 90.750" vervangen door ¤ 467.848, respectievelijk
¤ 233.924, ¤ 187.137, ¤ 140.351 en ¤ 93.564.
7. In het eerste lid, onder4o, onderdeel f, wordt "¤ 38.775"
vervangen door: ¤ 39.978.
8. In het eerste lid, onder 6o, wordt "¤ 7.755" vervangen
door: ¤ 7.996.
9. In het eerste lid, onder 7o, wordt "¤ 1.679" vervangen
door: ¤ 1.732.
10. In het tweede lid worden "¤ 11.633" en "¤ 7.755"
vervangen door ¤ 11.994, respectievelijk ¤ 7.996.
11. In het derde lid worden "¤ 129.650" en "¤ 64.830"
vervangen door ¤ 133.670, respectievelijk ¤ 66.840.
C. In artikel 33 worden de volgende wijzigingen aangebracht.
1. In het eerste lid, onder 4o, wordt "¤ 3.878" vervangen
door: ¤ 3.999.
2. In het eerste lid, onder 5o, wordt "¤ 3.878" telkens
vervangen door: ¤ 3.999 en wordt "¤ 19.389" vervangen door:
¤ 19.991.
3. In het eerste lid, onder 7o, wordt "¤ 2.326" vervangen
door: ¤ 2.399.
Artikel IV
In artikel 4, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit
kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering
onroerende zaken 1) wordt "¤ 12" vervangen door: ¤ 13.
.....
1) Stb. 67, 1995; laatstelijk gewijzigd bij besluit van
15 december 1999, Stb. 577.
Artikel V
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van
1 januari 2002.
2. Deze regeling wordt aangehaald als: Bijstellingsregeling
2002.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant
worden geplaatst.
De staatssecretaris van Financiën,
W. Bos
Toelichting
Algemeen
Deze regeling geeft uitvoering aan de
indexeringsvoorschriften, neergelegd in hoofdstuk 10, afdeling
10.1, van de Wet IB 2001, de artikelen 30a en 31 van de Wet
vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de
volksverzekeringen, artikel 35a van de Successiewet 1956 en
artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en
gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken.
De voor de inkomstenbelasting toegepaste indexering aan de
hand van de in de artikelen 10.1 en 10.7 van de Wet IB 2001
bedoelde tabelcorrectie is ook van belang voor de
loonbelasting, de afdrachtvermindering en de
werknemersverzekeringen. De artikelen 20a, tweede lid, en 22d
van de Wet op de loonbelasting 1964 schrijven voor dat de in
die artikelen vermelde bedragen en percentages bij het begin
van het kalenderjaar van rechtswege worden vervangen door de
overeenkomstige bedragen en percentages van de artikelen
3.143, 2.10, 8.10, 8.11, 8.16a, 8.17 en 8.18 van de Wet IB
2001. Artikel 16c, derde lid, van de Wet op de loonbelasting
1964, artikel 6, elfde lid, eerste volzin, van de
Coördinatiewet Sociale Verzekering en artikel 16, vijfde lid,
van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor
de volksverzekeringen schrijven voor dat de in die artikelen
vermelde bedragen bij het begin van het kalenderjaar van
rechtswege worden vervangen door het overeenkomstige bedrag
van artikel 3.143, eerste lid, van de Wet IB 2001. Artikel
15a, zevende lid, van de Wet vermindering afdracht
loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen schrijft
voor dat de in het tweede lid, eerste volzin, van dat artikel
vermelde bedragen bij het begin van het kalenderjaar van
rechtswege worden vervangen door de overeenkomstige bedragen
van artikel 3.48, derde lid, eerste volzin, van de Wet IB
2001.
Toepassing tabelcorrectiefactor
De bedragen die worden aangepast ingevolge artikel I,
onderdelen A, C tot en met L, P tot en met AE, AG, AH, AI,
eerste lid en derde lid, en AJ tot en met AR en artikel III
zijn bijgesteld op basis van de op de voet van artikel 10.2
van de Wet IB 2001 bepaalde tabelcorrectiefactor van 1,031. De
wijze van afronding van de bedragen in de Successiewet 1956
(artikel III van deze regeling) is in overeenstemming gebracht
met de voor de bedragen van de Wet IB 2002 gehanteerde
afrondingsmethode: afronding in het voordeel van
belastingplichtige. Ten opzichte van de tot en met 2001
gevolgde afrondingssystematiek betekent dit dat de bedragen
van de vrijstellingen van artikel 31 en 32 na bijstelling zijn
afgerond op hele euro's naar boven. Verder is bij de
berekening van de bedragen in de kolommen a van de tarieftabel
van artikel 24 (de belasting over de voorgaande
tariefschijven) steeds rekening gehouden met het op hele
euro's afgeronde bedrag van de lagere schijven.
Voor een aantal bedragen in de Wet IB 2001 die op grond van
artikel 10.1 jaarlijks moeten worden bijgesteld, leidt deze
bijstelling voor 2002 niet tot wijziging door de toegepaste
afronding. Het betreft de bedragen van artikel 3.15, vijfde
lid (forfaitair bedrag in kader van in aftrek beperkte
algemene kosten in winstsfeer), 5.3 (drempel in aanmerking te
nemen kleine schulden bij bepalen rendementsgrondslag) en 9.4,
vijfde lid (teruggaafdrempel).
Bijstelling van de bedragen en percentages van de bijtelling
privé-gebruik woning, het eigenwoningforfait, de
kamerverhuurvrijstelling en de vermindering van de uitgaven
voor monumentenpanden
De bijstelling van de bedragen en percentages van de
bijtelling privé-gebruik woning (artikel 3.19 Wet IB 2001),
het eigenwoningforfait (artikel 3.112 Wet IB 2001), de
kamerverhuurvrijstelling (artikelen 3.97 en 3.114 Wet IB 2001)
en de vermindering van de uitgaven voor monumentenpanden
(artikel 6.31 Wet IB 2001) vindt plaats ingevolge de artikelen
10.3, 10.4 en 10.6 van de Wet IB 2001. Bijstelling vindt
plaats op basis van de verhouding van het indexcijfer
woninghuren over juli 2001 tot dat cijfer over juli 2000. Dit
resulteert in een bijstelling met de factor 123,8/120,5.
1. Bijstelling bedrag en percentages bijtelling
privé-gebruik woning (artikel 3.19 Wet IB 2001) - artikel I,
onderdeel B van deze regeling
Het in artikel 3.19, tweede lid, laatstvermelde percentage en
het in dat lid laatstvermelde bedrag luiden na bijstelling
1,9520%, respectievelijk ¤ 19 469. Ingevolge artikel 10.5,
eerste lid, Wet IB 2001 vindt afronding plaats op 1,95%,
respectievelijk ¤ 19.450. Als basis voor de bijstelling voor
2003 gelden het onafgeronde percentage en het onafgeronde
bedrag. Bijstelling van de eerstvermelde vier percentages
(artikel 10.3, zevende lid) leidt niet tot aanpassingen voor
2002.
2. Bijstelling bedrag en percentages eigenwoningforfait
(artikel 3.112 Wet IB 2001) - artikel I, onderdeel N van deze
regeling
Het in artikel 3.112, eerste lid, laatstvermelde percentage en
het in dat lid laatstvermelde bedrag luiden na bijstelling
0,8219%, respectievelijk ¤ 8.014. Ingevolge artikel 10.5,
eerste lid, van de Wet IB 2001 vindt afronding plaats op 0,80%
(ongewijzigd voor 2002), respectievelijk ¤ 8.000. Als basis
voor de bijstelling voor 2003 gelden het onafgeronde
percentage en het onafgeronde bedrag. Bijstelling van de in
het eerste lid eerstvermelde percentages (artikel 10.3, vijfde
lid) en het percentage in het vijfde lid (artikel 10.3, zesde
lid) leidt niet tot aanpassingen. Het bedrag in het vijfde lid
is gelijk aan het laatstvermelde bedrag van het eerste lid
(¤ 8.000).
3. Bijstelling bedrag kamerverhuurvrijstelling (artikelen
3.97 en 3.114 Wet IB 2001) - artikel I, onderdelen M en O van
deze regeling
Bijstelling van het bedrag van de kamerverhuurvrijstelling
resulteert in een bedrag voor 2002 van ¤ 3.493.
4. Bijstelling bedrag en percentage van de vermindering van
de uitgaven voor monumentenpanden (artikel 6.31 Wet IB 2001) -
artikel I, onderdeel AF van deze regeling
Het in artikel 6.31, eerste lid, onderdeel a, vermelde
percentage en het aldaar laatstgenoemde bedrag luiden na
bijstelling 1,1301%, respectievelijk ¤ 11.455. Ingevolge
artikel 10.5, eerste lid, van de Wet IB 2001 vindt afronding
plaats op 1,10% (ongewijzigd voor 2002), respectievelijk
¤ 11.450. Als basis voor de bijstelling voor 2003 gelden het
onafgeronde percentage en het onafgeronde bedrag.
Indexering inkomensgrens en percentages arbeidskorting
De in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdelen a en b, van de Wet IB 2001 vermelde percentages en het aldaar in onderdeel b vermelde bedrag worden bijgesteld op basis van artikel 10.7 van genoemde wet en zijn opgenomen in artikel I, onderdeel AI, eerste en tweede lid, van deze regeling.
Het in onderdeel b vermelde bedrag wordt gesteld op het
fiscale equivalent van 50% van het volwassenen-minimumloon per
1 januari 2002: ¤ 7.692. Het percentage van genoemd onderdeel
a wordt berekend door het bedrag van de arbeidskorting genoemd
in onderdeel a (voor 2002 na bijstelling op basis van artikel
10.1: ¤ 133) te delen door het eerder genoemde bedrag van
¤ 7.692. Het percentage van genoemd onderdeel b wordt berekend
door het verschil tussen het bedrag van de maximale
arbeidskorting genoemd in artikel 8.11, tweede lid, laatste
volzin (voor 2002 na bijstelling op basis van artikel 10.1:
¤ 949) en het eerder genoemde bedrag van ¤ 133 te delen door
het verschil van het fiscale equivalent van 100% van het
volwassenen-minimumloon (¤ 15.375) en het fiscale equivalent
van 50% van het volwassenen-minimumloon (¤ 7.692), in cijfers
(949-133)/(15375-7692) = 10,621%.
Aanpassing van de verschillende toetslonen en van de maximum
bedragen van de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof
van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor
de volksverzekeringen
In artikel II van deze regeling worden de bedragen van de
afdrachtvermindering en de toetslonen van de Wet vermindering
afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
aangepast. De aanpassing van de bedragen van de
afdrachtvermindering vindt plaats ingevolge artikel 30a van
genoemde wet. De aanpassing geschiedt door vermenigvuldiging
van de bestaande bedragen met de verhouding van het bedrag van
het volwassenen-minimumloon per 1 januari van het kalenderjaar
(zijnde ¤ 1.206,60) tot dat bedrag per 1 januari van het
voorafgaande kalenderjaar. In artikel XX van de Fiscale
aanpassingswet euro is, in verband met de invoering van de
euro per 1 januari 2002, bepaald dat voor de toepassing van
artikel 30a van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en
premie voor de volksverzekeringen bij het begin van het
kalenderjaar 2002 het volwassenen-minimumloon per 1 januari
2001 (f 2.544,10) wordt gesteld op ¤ 1.154,46. Op grond
daarvan zijn alle bedragen van de afdrachtvermindering, zoals
zij luiden na omzetting in euro's volgens de Fiscale
aanpassingswet euro vermenigvuldigd met de factor
1206,60/1154,46. De bedragen worden rekenkundig afgerond op
hele euro's.
De aanpassing van de toetslonen en de in artikel 16b vermelde
maximum bedragen van de afdrachtvermindering betaald
ouderschapsverlof vindt plaats ingevolge artikel 31 van
genoemde wet. De toetslonen voor de afdrachtvermindering lage
lonen wordt gesteld op het fiscale equivalent van 115% van het
minimum(jeugd)loon per 1 januari 2002. De toetslonen voor de
afdrachtvermindering onderwijs en de afdrachtvermindering
langdurig werklozen (voor werknemers die bij de aanvang van de
dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar niet hebben bereikt)
wordt gesteld op het fiscale equivalent van 130% van het
minimumloon per 1 januari 2002. Het toetsloon voor de
afdrachtvermindering langdurig werklozen voor werknemers die
bij de aanvang van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar
hebben bereikt, wordt gesteld op het fiscale equivalent van
150% van het minimumloon per 1 januari 2002. De toetslonen
voor de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof en de
maximum bedragen van deze afdrachtvermindering worden gesteld
op het fiscale equivalent van 70% van het minimum(jeugd)loon
per 1 januari 2002.
Aanpassing bedrag artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit
kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering
onroerende zaken
De bijstelling van het bedrag van artikel 4, tweede lid, van
het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en
gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken (artikel
IV van deze regeling) vindt plaats door het (onafgeronde)
bedrag voor 2001 na omzetting in een eurobedrag te indexeren
met de prijsmutatie van de totale overheidsconsumptie voor het
tweede, aan het kalenderjaar waarop de aanpassing ziet,
voorafgaande kalenderjaar zoals die door het Centraal
Planbureau in het Centraal Economisch Plan (CEP) is
gepubliceerd. Het onafgeronde bedrag voor 2001 was f 27,05,
ofwel ¤ 12,27. Indexering van dit bedrag voor het jaar 2002
met de prijsmutatie van de totale overheidsconsumptie voor het
jaar 2000 volgens het CEP 2001 (3,75%) leidt voor 2002 na
rekenkundige afronding op centen tot een bedrag van ¤ 12,73.
Na rekenkundige afronding op hele euro's resulteert voor 2002
een bedrag van ¤ 13.
Bedragen in deze regeling die per 1 januari 2002 bij wet nader
worden gewijzigd
Enkele bij deze regeling bijgestelde bedragen zullen na die
bijstelling per 1 januari 2002 worden vervangen door andere.
Het gaat daarbij om een aantal bedragen die worden gewijzigd
in de Wet tot wijziging van belastingwetten c.a.
(Belastingplan 2002 I - Arbeidsmarkt en inkomensbeleid) en in
de Wet tot wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan
2002 - II Economische infrastructuur). Dit betreft:
- in het schijventarief (artikel I, onderdeel A) het
tweede percentage in kolom IV en het tweede en derde bedrag in
kolom III;
- de bedragen van de zelfstandigenaftrek (artikel I,
onderdeel I);
- het bedrag van de minimum-inkomensgrens voor het recht
op aftrek kosten kinderopvang (artikel I, onderdeel T);
- het bedrag van de algemene heffingskorting (artikel I,
onderdeel AH);
- de aanvullende kinderkorting (artikel I, onderdeel AK);
- de ouderenkorting (artikel I, onderdeel 8.17).
Voorts zullen per 1 april, respectievelijk 1 juli 2002 nog
wijzigingen ingaan in de arbeidskorting (hogere arbeidskorting
voor belastingplichtigen die bij het begin van het
kalenderjaar de leeftijd van 57 jaar hebben bereikt) en de
aanvullende kinderkorting (compensatie voor vervallen
kindertoeslagen in de Huursubsidiewet).
Tenslotte zij de aandacht erop gevestigd dat ingevolge artikel
VII van de Wet tot wijziging van belastingwetten c.a.
(Belastingplan 2002 II - Economische infrastructuur) voor
toepassing over het kalenderjaar 2002 het in de tabel van de
kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (artikel I, onderdeel C,
van deze regeling) als tweede vermelde percentage wordt
verhoogd met 1,5 procentpunten (25% wordt 26,5%) en de
bedragen van de zelfstandigenaftrek (artikel I, onderdeel I,
van deze regeling) zoals die luiden na de wijziging volgens
artikel I, onderdeel IB, van hiervoor genoemde wet, worden
verhoogd met ¤ 152. Deze tijdelijke verhogingen betreffen een
continuering voor 2002 van de voor de jaren 1999 tot en met
2001 geldende tijdelijke maatregel die ertoe strekte met name
kleine bedrijven tegemoet te komen in de kosten van het
invoeren van de euro.
De staatssecretaris van Financiën,
W. Bos
| In
Favorieten
plaatsen |