CBS

Economische groei derde kwartaal 0,8%

In het derde kwartaal van 2001 is de economische groei uitgekomen op 0,8% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De groei is naar boven bijgesteld in vergelijking met de eerste raming in november van 0,4%. De economische groei is in de loop van 2001 voortdurend afgenomen. In het derde kwartaal is vooral de groei van de uitvoer sterk teruggelopen. De prijsstijging van het bruto binnenlands product vertraagt enigszins en komt uit op 4,7%. Dit blijkt uit de Kwartaalrekeningen van het CBS.

Kwartaal-op-kwartaalgroei tot stilstand gekomen
In het derde kwartaal van 2001 is het volume van het BBP niet gewijzigd ten opzichte van het tweede kwartaal. Hierbij is gecorrigeerd voor kalendereffecten en seizoeninvloeden. Ook dit cijfer is ten opzichte van de raming in november (-0,4%) naar boven bijgesteld.

Opwaartse bijstelling eerder gepubliceerde raming
De economische groei van 0,8% in het derde kwartaal van 2001 is de laagste sinds 1993. Deze raming is evenwel een opwaartse bijstelling van de groeiraming van 0,4% die in november is gepubliceerd. De bijstelling wordt veroorzaakt door nieuw beschikbaar gekomen informatie. Op basis hiervan is de productie in de landbouw, de delfstoffenwinning en de bouwnijverheid naar boven bijgesteld. Bij de landbouw is nu de ontwikkeling van de oogsten en de vleesproductie minder negatief. In de bouw is de raming van de GWW-investeringen (de grote infrastructurele werken) hoger, terwijl in de delfstoffenwinning meer gas is geproduceerd en geëxporteerd dan oorspronkelijk was geraamd. Ten slotte is de groei van de in- en uitvoer van goederen (exclusief energie) naar beneden bijgesteld. Deze laatste bijstelling betreft per saldo alleen de wederuitvoer en de bijbehorende invoer.

Nauwelijks nog groei van uitvoer
De volumestijging van zowel de uitvoer als de invoer van goederen en diensten valt sterk terug. Na de hoge groei van 9,5% respectievelijk 9,4% in 2000 valt in ieder kwartaal van 2001 de groei lager uit. In het derde kwartaal vertraagt de volumestijging van de invoer tot 1,4% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De export loopt nog verder terug en stijgt nog maar 0,4%. Nederlandse exporteurs ondervinden steeds duidelijker de gevolgen van de wereldwijde verslechtering van het economisch klimaat.

Bescheiden consumptiegroei
De individuele consumptie neemt in het derde kwartaal met 1,6% toe en blijft daarmee ver achter bij 2000. De vertraging in 2001 is het grootst bij de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen waarbij overigens de verkopen van nieuwe personenauto's aan consumenten zich in het derde kwartaal minder negatief ontwikkelen dan in het eerste halfjaar. De consumptiegroei van commerciële diensten is aanzienlijk vertraagd. Dit hangt samen met lagere bestedingen bij de horeca en aan bank- en verzekeringsdiensten. Aan voedings- en genotmiddelen is zelfs iets minder besteed. De investeringen dalen in het derde kwartaal met 1,2%. De investeringen in bouwwerken zijn hoger dan vorig jaar dankzij de sterk stijgende investeringen in infrastructuur. De teruggang zit vooral bij de investeringen in machines en vliegtuigen. Bij de machines speelt een rol dat dit kwartaal geen grote nieuwe projecten in gebruik zijn genomen, zoals energiecentrales of grote installaties. Exclusief grote projecten zijn de investeringen vrijwel gelijk aan vorig jaar.

Industriële productie daalt
In samenhang met de ontwikkeling van de export geeft de industrie de grootste omslag te zien. De industriële productie daalt in het derde kwartaal met meer dan 2% ten opzichte van een jaar geleden. In het jaar 2000 was de groei nog 4,7%. Ook in de commerciële dienstverlening loopt de groei sterk terug. Dit geldt zowel voor handel, horeca en transport als voor de financiële en zakelijke dienstverlening. De luchtvaart krimpt zelfs, mede als gevolg van de terreuraanslagen in de Verenigde Staten. In de landbouw is de productie in de door MKZ getroffen sectoren nog steeds lager dan voor de crisis. De bouwproductie groeit in het derde kwartaal bijna even snel als in 2000, mede onder invloed van een aantrekkende productie van infrastructurele werken. Beduidend florissanter is het beeld bij de niet-commerciële dienstverlening zoals de zorg en de overheid. Deze sector groeit thans twee keer zo hard als vorig jaar.

Prijsstijging BBP over de top
De prijsstijging van het BBP is in het derde kwartaal van 2001 uitgekomen op 4,7%. Dit is hoger dan vorig jaar, maar lager dan de piek van 5,7% in het eerste kwartaal. De prijzen van de invoer en van de uitvoer liggen in het derde kwartaal niet of nauwelijks boven het niveau van vorig jaar. Belangrijkste oorzaak zijn de inmiddels gedaalde energieprijzen. De prijsstijging van de consumptie vertraagt naar 4,7%.

Technische toelichting
De economische groei wordt afgemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP), het totaal van de in het productieproces gevormde inkomens (de 'toegevoegde waarde'). In dit persbericht is de tweede raming van de economische groei in het derde kwartaal van 2001 gepubliceerd. De cijfers zijn aangepast op basis van nieuwe en meer uitgebreide statistische informatie. De eerder gepubliceerde cijfers over de eerste twee kwartalen van 2001 zijn niet gewijzigd. Op basis van de gebruikte seizoencorrectiemethode zijn wel de seizoengecorrigeerde cijfers over deze kwartalen door de toevoeging van een extra kwartaal gewijzigd. Het seizoengecorrigeerde groeicijfer voor het eerste kwartaal is van 0,0% gewijzigd in 0,1% negatief, het cijfer van het tweede kwartaal van 0,4% groei in 0,3%. Net als de meeste andere Europese landen, presenteert het CBS de kwartaalgroei ten opzichte van de overeenkomstige periode van een jaar eerder. Het optreden van incidentele factoren en werkdageffecten wordt beschreven in de persberichten. Om een indicatie te krijgen van de uiteindelijke groei in een kalenderjaar worden cumulatieve mutaties berekend voor meerdere kwartalen ten opzichte van dezelfde kwartalen een jaar eerder. Voor het signaleren van omslagen of tempowisselingen worden seizoengecorrigeerde mutaties ten opzichte van het voorgaande kwartaal als aanvullende informatie verstrekt (zie de tweede cijferkolom van tabel 1). De in dit persbericht opgenomen groeipercentages 'ten opzichte van een jaar eerder' zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de 'op jaarbasis gebrachte' kwartaalgroeicijfers ('annual rates') van onder andere de VS. In aflevering 3 van de CBS-publicatie De Nederlandse conjunctuur 2000, worden beide methoden uitgebreid besproken. De belangrijkste verschillen zijn de volgende: Een 'annual rate' is de seizoengecorrigeerde groei ten opzichte van het voorgaande kwartaal (zie de rechterkolom van tabel 1), die op jaarbasis is gebracht door hem op een bepaalde manier tot de vierde macht te verheffen (bijvoorbeeld bij 0,8%: 1,0084). Het cijfer geeft dus weer wat de jaargroei zou kunnen zijn als alle kwartalen met ditzelfde tempo zouden groeien. 'Annual rates' leiden doorgaans tot grotere schommelingen tussen opeenvolgende kwartalen en tussen opeenvolgende ramingen over hetzelfde kwartaal. Door de seizoencorrectieprocedure zijn de 'annual rates' minder objectief en minder vergelijkbaar tussen landen. De goederenproducenten omvatten de bedrijven in de landbouw, delfstoffenwinning, industrie, energie- en waterleidingbedrijven en de bouwnijverheid. De commerciële dienstverlening betreft handel, horeca, vervoer, post en telecommunicatie en de financiële en zakelijke dienstverlening. De niet-commerciële dienstverlening heeft betrekking op overheid, onderwijs en zorgsector.