Ministerie van Financien

Persbericht
PERS-2002-019
Den Haag, 23 januari 2002

Toezicht op uitgevers elektronisch geld

Niet-bancaire instellingen die elektronisch geld willen uitgeven mogen dat voortaan doen. Wel dienen zij dan, net als banken, een gezonde en prudente bedrijfsvoering te kennen en financieel solide te zijn. Hiertoe worden zij geplaatst onder een op hen toegesneden systeem van bedrijfseconomisch toezicht. Dit toezicht is geënt op het bedrijfseconomisch toezicht op banken. Deze instellingen zullen onder toezicht van De Nederlandsche Bank komen te staan. Een wetsvoorstel van minister Zalm met deze strekking is aan de Tweede Kamer verzonden.

Het wetsvoorstel behelst de implementatie van een tweetal Europese richtlijnen. Doel van het wetsvoorstel is de harmonisatie van de interne markt voor financiële diensten door de introductie van een Europees paspoort voor niet-bancaire instellingen die elektronisch geld uitgeven en de wederzijdse erkenning van het toezicht op deze instellingen. Met een vergunning verleend door een toezichthoudende autoriteit van een lidstaat kunnen zij binnen de gehele EU hun diensten aanbieden. Meer in het algemeen is het doel van het wetsvoorstel het openbreken van de markt voor niet-bancaire instellingen die elektronisch geld willen uitgeven en het stimuleren van de ontwikkeling van elektronisch geld door het vertrouwen van de consument te bevorderen.

Woordvoerder: drs. S.A.E. Schrover