Gemeente Groningen


Gezondheidsbeleid stad Groningen concreet uitgewerkt 22-01-2002

Investeren in de gezondheid van de jeugd en minder aandacht voor mensen met onomkeerbaar riskant gezondheidsgedrag. Gezondheid van stadjers als leidraad voor alle relevante beleidsterreinen. Alleen doen wat effectief is en stoppen met activiteiten die geen aantoonbaar rendement opleveren. Dat zijn de keuzes die burgemeester en wethouders van Groningen maken in het uitvoeringsprogramma Gezonder Zorgen, het lokaal gezondheidsbeleid voor de komende jaren. Op 7 februari 2002 discussieert de raadscommissie Milieu, Openbare Werken en Zorgbeleid (MOZ) met wethouder René Paas over een groot aantal keuzes die het college in het uitvoeringsprogramma maakt. Eind februari stelt de gemeenteraad het definitieve programma voor de periode 2002-2006 vast.

Het uitvoeringsprogramma Gezonder Zorgen vormt de uitwerking van de visie op het lokaal gezondheidsbeleid, die de gemeenteraad in februari 2001 vaststelde. Een projectgroep, ondersteund door drie werkgroepen en een grote groep experts op allerlei terreinen, stelde vervolgens een lijst met gezondheidsproblemen op. De raadscommissie MOZ koos uit deze lijst de problemen waaraan de komende jaren gewerkt moet worden, zoals opvoedingsonmacht, roken door jongeren, overgewicht, isolement van ouderen en een gezonde en veilige woonomgeving. Andere problemen vielen af en zullen daarom de komende jaren minder of zelfs helemaal geen aandacht krijgen. Voorbeelden zijn ongeval-preventie bij ouderen, excessief risicogedrag van studenten en gezondheidsrisicos van omwonenden van bedrijven.

In het uitvoeringsprogramma stellen B&W een groot aantal maatregelen voor die bijdragen aan de verlenging van een gezonde levensverwachting en aan het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen inwoners van de stad. Deze doelstellingen worden onder meer nagestreefd door te bevorderen dat bewoners het milieu in huis (het binnenmilieu) minder vochtig maken, door het openbaar vervoer beter af te stemmen op de behoeften van ouderen en chronisch zieken, en door gedragsproblemen bij kinderen eerder te signaleren. Scholen moeten een duidelijker rol gaan spelen in de opvoeding en moeten een anti-pestbeleid gaan ontwikkelen. Het al dan niet rookvrij zijn van ruimtes waarin kinderen verblijven, gaat een rol spelen in de subsidietoekenning. Om de toename van geslachtsziekten onder (allochtone) jongeren te stoppen wordt voorgesteld jongerenteams op te leiden als voorlichters. De bemoeizorg voor mensen die elke vorm van hulp afwijzen zal worden uitgebreid, evenals de toegang van daklozen, asielzoekers en illegalen tot zorgvoorzieningen. De gezondheidsvoorlichting aan allochtonen kan efficiënter door dit in de eigen taal te geven, en zorgvoorzieningen en ouderenwoningen zullen vaker in zogeheten woonzorg-zones worden gepland.

De grote hoeveelheid maatregelen en de vele terreinen waarop deze moeten worden gerealiseerd vragen om een sterke regie. Het College stelt daarom voor om de uitvoering onder te brengen in het Sociaal Structuur Plan, een van de drie pijlers van het Groninger Grote Stedenbeleid.