Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Persbericht ministerraad
25 januari 2002

LESGELD EN COLLEGEGELD GEHANDHAAFD

Het kabinet onderschrijft de conclusie van het interdepartementaal beleidsonderzoek `Balansverkorting Onderwijsbijdrage' om het les- en collegegeld niet af te schaffen. Het afschaffen vergroot de toegankelijkheid van het onderwijs niet. Alleen ouders met een bovenmodaal inkomen profiteren van het niet betalen van les- en collegegeld. Afschaffen van het les- en collegegeld zou de overheid 540 tot 710 miljoen euro per jaar kosten. Het rapport van de interdepartementale werkgroep zal vergezeld van het kabinetsstandpunt aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Lesgeld is verschuldigd voor leerlingen aan dagscholen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, die op 1 augustus zestien jaar of ouder zijn. In het schooljaar 2002- 2003 zijn dat ongeveer 440.000 leerlingen. Voor ongeveer 210.000 leerlingen wordt het lesgeld volledig of gedeeltelijk vergoed. Daarnaast ontvangen de ouders van deze leerlingen een vergoeding voor de schoolkosten. De werkgroep constateert dat er geen aanwijzingen zijn dat de huidige regelingen de toegankelijkheid van het onderwijs bedreigen. Door het afschaffen van het lesgeld gaan vooral de mensen met een bovenmodaal inkomen er op vooruit. Voor gezinnen met lagere inkomens heeft afschaffing geen effect, omdat zij het lesgeld volledig vergoed krijgen via de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (wtos). Bij het afschaffen blijven de uitvoeringskosten voor de overheid gelijk, omdat ouders met een laag- of middeninkomen nog steeds een vergoeding voor de schoolkosten (zoals kosten van schoolboeken) krijgen. In totaal hebben ongeveer 400.000 mensen recht op een bijdrage in de schoolkosten. Het kabinet neemt de conclusie van de interdepartementale werkgroep over. Wel zal het kabinet zich actief inzetten om de schoolkosten beheersbaar te houden. Hiervoor wordt een pakket aan maatregelen ontwikkeld waarbij ook de ouders een grotere rol krijgen. Dit pakket wordt in het komend voorjaar verwacht.

In het hoger onderwijs betalen ongeveer 300.000 studenten collegegeld. Daarvan hebben ongeveer 110.000 studenten een aanvullende beurs. De werkgroep constateert dat afschaffing van de collegegelden positieve effecten heeft voor het inkomen van studenten zonder aanvullende beurs en studenten die geen recht (meer) hebben op studiefinanciering. Het ligt niet voor de hand om deze groep te bevoordelen. Het kabinet deelt de opvatting van de werkgroep.

De werkgroep heeft ook gekeken naar artikel 13 van het Internationaal Verdrag Economische, Sociale en Culturele Rechten. Nederland heeft dit verdrag ondertekend en heeft daarmee aangegeven te streven naar kosteloos secundair onderwijs. In Nederland wordt hieraan invulling gegeven door de wtos en de studiefinanciering. Daardoor zijn er volgens de werkgroep geen financiële drempels om onderwijs te volgen. Het kabinet is van mening dat met de huidige maatregelen voldoende invulling wordt gegeven aan het Verdrag.

RVD, 25.01.2002