Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten Afdeling Golfstaten Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 28 januari 2002 Auteur A.P. Wegerif

Kenmerk DAM-28/02 Telefoon 070 348 5838

Blad /1 Fax 070 348 6639

Bijlage(n) 1 E-mail ap.wegerif@minbuza.nl

Betreft Beantwoording van vragen van de leden Dittrich en Hoekema over de onthoofding van drie homoseksuelen

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Dittrich en Hoekema over de onthoofding van drie homoseksuelen. Deze vragen werden ingezonden op 10 januari 2002 met kenmerk 2010204200.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Dittrich en Hoekema (beiden D66) over de onthoofding van drie homoseksuelen (ingezonden 9 januari 2002).

Vraag 1

Kent u de berichten dat in Saoedi-Arabië onlangs drie mannen zijn onthoofd, omdat zij homoseksueel zijn? Hoe reageert u op deze berichten?

Antwoord

Ja, ik heb kennisgenomen van de onthoofdingen. Aanleiding zou, volgens in Riyad verkregen informatie, zijn gewelddadige verkrachting en pedofiele handelingen. Uiteraard zijn Nederland en de EU verklaard tegenstander van de doodstraf in alle voorkomende gevallen.

Vraag 2

Welke acties hebt u richting Saoedische overheid (regering, ambassadeur) ondernomen om hier ten scherpste tegen te protesteren?

Vraag 3

Welke acties onderneemt de EU in dit kader? En welke rol speelt Nederland daarbij?

Antwoord

Nederland heeft de onthoofding van de drie homoseksuelen in Saoedi-Arabië in EU-kader aan de orde gesteld. In eerste instantie is besloten terzake nadere informatie in te winnen via de ambassades in Riyad met het oog op mogelijke volgende stappen. Indien op grond van deze informatie moet worden geconcludeerd dat is gehandeld in strijd met de minimumstandaarden die de EU hanteert in haar anti-doodstraf beleid, gebaseerd op de zgn. ECOSOC waarborgen, acht ik termen aanwezig om de Saoedische autoriteiten hierop aan te spreken.

Medio 2001 is reeds in een algemene démarche over mensenrechten het principiële standpunt van de EU tegen de doodstraf ter kennis gebracht van de Saoedische autoriteiten, waarbij op de ECOSOC waarborgen is gewezen.


Kenmerk

Blad /1

===