Gemeente Breda

31-01-2002

Gemeente zet extra in op daling bijstandsgerechtigden

De komende jaren geeft de gemeente Breda extra aandacht aan mensen met een bijstandsuitkering. De intensieve aanpak moet leiden tot een verdere daling van het aantal cliënten van Sociale zaken. Deze ambitieuze doelstelling staat in de Agenda voor de toekomst 2001-2004, een afspraak tussen het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid (SZW) en 26 grote gemeenten. Het college van burgemeester en wethouders biedt deze agenda binnenkort aan de gemeenteraad aan ter vaststelling.

Het aantal bijstandsgerechtigden in Breda is de afgelopen jaren sterk gedaald. Op dit moment ontvangen nog ruim 4100 mensen een uitkering. Ruim 75% van hen heeft weinig kans op werk. Het gaat met name om oudere personen, mensen met zorgtaken zoals de zorg voor kleine kinderen en mensen met psychosociale problemen die de weg naar werk bemoeilijken. Het begeleiden van deze mensen is een kwestie van lange adem, waarbij individuele aandacht meer perspectief moet bieden.

Meer trajecten
Om deze groep mensen betere kansen te geven zijn meer trajecten en een intensievere aanpak nodig. Daarom worden in de periode 2001-2004 in totaal 2900 trajecten ingezet en dat is 40% meer dan er eerder voor deze periode stonden gepland. Het gaat om brede, integrale projecten die goed zijn afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de persoon. Een traject kan bijvoorbeeld zorg, scholing, activering en toeleiding naar de arbeidsmarkt omvatten. De trajecten worden ingekocht bij reïntegratiebedrijven en bij welzijns- en zorginstellingen. Ook andere partners zoals werkgeversorganisaties, scholings- en opleidingsinstituten en organisaties voor maatschappelijke opvang worden hiervoor benaderd. Het resultaat van al deze inspanningen moet zijn dat 40% van de mensen die aan een traject deelnemen uitstroomt naar werk.

Een persoonlijke begeleiding
Ook de begeleiding van de mensen door Sociale Zaken wordt geïntensiveerd. Alle bijstandsklanten krijgen een zogenoemde case-manager toegewezen die hen begeleidt tijdens het traject en voor hen dient als aanspreekpunt voor werk en inkomen. Deze persoonlijke begeleiding moet eraan bijdragen dat minder mensen uitvallen tijdens het traject.
Voor de mensen met kleine kinderen worden bovendien de mogelijkheden voor kinderopvang verruimd.

Het rijk betaalt mee
De gemeente ontvangt per traject een subsidiebedrag van het ministerie van SZW. Ook worden extra bijdragen beschikbaar gesteld voor intensivering van de kinderopvang en voor de activering van nieuwkomers. De hoogte van de rijksbijdrage wordt uiteindelijk bepaald door de mate waarin Breda er in slaagt om de 2900 trajecten in te zetten en 40% van het aantal deelnemers te laten uitstromen.

Breda, 31 januari 2002