Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Onderzoekers gaan 24-uurs economie van schimmels benutten 4 februari 2002
Veel schimmels in de natuur fungeren als een milieureinigingsdienst die 24 uur per dag planten- en dierresten afbreekt. Prof.dr. Han Wösten (UU) gaat met een PIONIER-subsidie van de Technologiestichting STW na waarom sommige schimmeldraden zeer actief zijn, terwijl andere draden 'niets doen'. Het doel: goedkopere en veelzijdigere enzymen voor bijvoorbeeld de farma-, voedings- en papiersector.

Portret: Prof. dr. Han Wösten (Klik op het plaatje voor een grotere versie)

Sommige van de centimeterslange schimmeldraden die op het oog identiek zijn, scheiden aan hun uiterste topje eiwitten uit die de bodem binnendringen. Deze eiwitten breken het organische materiaal in de grond af tot kleine brokjes. De schimmel neemt die brokstukken vervolgens op als voedsel.

Nu blijkt alleen een minderheid van maximaal een paar procent van de draden zulke afbrekende enzymen uit te scheiden. Kennelijk is er een verdeling van arbeid binnen de schimmel, maar de basis voor deze specialisatie is onbekend. Utrechtse onderzoekers vermoeden dat een schimmeldraad productief wordt als gevolg van een genetisch programma. Dit programma zou resulteren in een specialisatie van de celdraad, waarbij specifieke componenten worden gevormd die betrokken zijn bij eiwituitscheiding.

De onderzoeksgroep zal zich in het vijfjarige PIONIER-onderzoek concentreren op de identificatie van deze componenten onder meer door het gebruik van genomics en DNA-chiptechnologie. De groep zal vervolgens de eiwitproducerende eigenschappen van actieve schimmeldraden overdragen op de 'passieve' draden, zodat het merendeel van de schimmeldraden actief wordt.

Zijn de achtergronden van de opmerkelijke scheiding van taken binnen de schimmel bekend, dan opent dat de weg voor talrijke toepassingen. Schimmels kunnen in industriële fermenters massaler en goedkoper dan nu worden ingezet voor de productie van industriële enzymen, bijvoorbeeld voor wasmiddelen. Ook de voedingsmiddelenindustrie kan hierbij zijn voordeel doen. Vruchtensappen worden met schimmelenzymen helder doordat zij resterende vruchtschilfertjes afbreken. Ook kan papier via eiwitten 'houtvrij' worden gemaakt, zodat het papier niet vergeelt. Tenslotte zijn eiwitten die reeds gebruikt worden als geneesmiddel, bij bijvoorbeeld verteringsproblemen, goedkoper te produceren, of kunnen farmaceutische eiwitten worden geproduceerd, waarvan de productie nu nog te laag is.


---

Nadere informatie bij
prof.dr. Han Wösten (Universiteit Utrecht, Microbiologie) tel. 030 2533448
fax 030 2513655
e-mail h.a.b.wosten@bio.uu.nl
Prof. dr. Han Wösten (Wolvega, 1966) studeerde biologie in Groningen, waar hij in 1989 cum laude afstudeerde in de biotechnologie. Aansluitend bestudeerde hij bij prof. dr. J.G.H. Wessels de productie en uitscheiding van eiwitten door schimmels. Hij promoveerde cum laude en werkte vervolgens in München, Groningen en sinds april 2001 in Utrecht als Van der Leeuw hoogleraar in de microbiologie.


--
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) Afdeling Voorlichting en Communicatie
Postbus 93138
2509 AC Den Haag
Telefoon (070) 344 07 13
Fax (070) 385 09 71
E-mail news@nwo.nl
Internet algemeen http://www.nwo.nl
Internet pers en publiek http://www.nwo.nl/wetenschapsplein