Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Taskforce Woningbouwproductie komt met reeks maatregelen (5-2-2002)



Om de daling in de productie van woningen tegen te gaan komt de zogenoemde Taskforce Woningbouwproductie met een reeks van veelsoortige maatregelen en aanbevelingen. Voor elk van de maatregelen wordt de meest betrokken partij aangewezen die het voortouw bij de uitvoering neemt. Dit staat in het eindrapport van de Taskforce dat de voorzitter, drs. J.W.M. Simons, vandaag aan de bestuurders van de deelnemende organisaties heeft aangeboden.De deelnemende
organisaties hebben ingestemd met het eindrapport.

Maatregelen
Van een dertigtal maatregelen noemt de Taskforce de volgende acht de belangrijkste omdat ze, zeker in hun onderlinge samenhang, de productie het meest kunnen versnellen.

Het belang van de woningbouw moet in de maatschappelijke afweging met andere belangen een sterkere positie krijgen en bij de invoering van nieuwe regels moeten de effecten daarvan op de voortgang van de woningbouw nadrukkelijk worden meegewogen. Er moeten tijdelijke eenheden van ervaringsdeskundigen ('aanjaagteams') komen die de grootste Vinex-locaties met achterstand in de woningproductie onder de loep nemen en eventueel acties voorstellen aan alle betrokken partijen. Op verzoek van lokale partijen zal ook de staatssecretaris van VROM bereid zijn om bestuurlijk te
interveniëren.
Door het oprichten van een intergemeentelijke pool van deskundigen kan tijdelijk gekwalificeerd personeel beschikbaar komen voor projecten waar tijdelijk specifieke deskundigheid voor nodig is. Ten gevolge van schaalvoordelen kunnen deskundigen worden ingezet en kan flexibel worden geschoven met de inzet van personeel.

Taken en bevoegdheden moeten beter worden afgebakend tussen markt en overheid. De gemeentelijke regierol moet scherper worden geformuleerd en afgebakend, en afspraken over samenwerking en wederzijdse prestaties moeten worden vastgelegd. Aan de hand van het onderzoek van de VNG naar de regierol van gemeenten bij stedelijke vernieuwing zal ook de effectiviteit van het juridisch instrumentarium worden geanalyseerd.

Er moet
een meer eenduidig - publiekrechtelijk - kader komen dat regelt welke kwalitatieve eisen de gemeente bij de locatieontwikkeling kan stellen. Daardoor wordt een eenduidige basis voor lokale regelgeving gecreëerd.

Er
moeten zogenoemde herstructureringszones worden aangewezen waarvoor vrijstelling van bepaalde regelgeving, stroomlijning van procedures en extra bevoegdheden van gemeenten mogelijk zijn.

Door
slim procesmanagement en bundeling van procedures kunnen bestuursorganen de voorbereiding van besluiten verkorten.

Er komt
een 'Werkwijzer woningbouw' die een interactief overzicht biedt van de procedures die per afzonderlijke locatie van toepassing zijn.

Geen van de oplossingsrichtingen is de panacee voor alle kwalen maar in samenhang geven ze naar het oordeel van de Taskforce een stevige aanzet tot een meer beheersbaar en transparant woningbouwproces.

Aanbevelingen
Naast deze maatregelen komt de Taskforce met een aantal aanbevelingen die in de eerste plaats meer eenduidigheid moet brengen in de cijfers, prognoses en ramingen van de verschillende partijen over de woningproductie. Maar ook zou een aanvullende monitor ontwikkeld moeten worden om beter inzicht te krijgen in de aantallen geplande woningen voor vervangende nieuwbouw. Verder moet in de dit jaar op te stellen nieuwe of te herziene streekplannen voor de lange termijn (2005-2015) de reservering voor woningbouwlocaties gebaseerd worden op het hoge 'ruimtescenario' uit de Vijfde Nota R.O.

Tot slot beveelt de Taskforce aan om meer duidelijkheid te geven over de oorzaken van het hoge aantal woningen dat in de pijplijn zit, in het bijzonder tussen het moment van het verlenen van de bouwvergunning en de oplevering.

Oorzaken stagnatie
De Taskforce noemt in het rapport een aantal diverse hoofdoorzaken van de stagnerende woningbouw. Dat zijn bijvoorbeeld de complexiteit van het bouwproces, waaronder ook de ingewikkelde regels en procedures en het vaak moeizame onderhandelingsproces tussen de partijen. Maar ook een gebrek aan continuïteit en transparantie en het onvoldoende beschikbaar zijn van professionals worden genoemd. Verder wijst de Taskforce op de veranderde context: de woningbouw is niet langer een object van overwegend overheidssturing, maar is ook geen volledig marktobject. Alle partijen hebben een andere rol gekregen en deze rollen zijn op dit moment nog niet overal even helder. Bovendien heeft de Taskforce de indruk dat er gaandeweg een onbalans is ontstaan tussen het belang van de omvang en de voortgang van de woningbouw en de inhoud en zwaarte van procedures die mogelijk zijn voor andere maatschappelijke belangen, zoals het behoud van groene gebieden en de kwaliteit van fauna en flora.

Aanleiding
Naar aanleiding van de teruglopende aantallen nieuwbouwwoningen heeft staatssecretaris Remkes van VROM eind van de zomer besloten tot het oprichten van een taskforce bestaande uit alle bij de woningbouw betrokken partijen. Dat zijn AVBB, Neprom, NVB, BouwNed, NVTB, NVM, Aedes, VNG, IPO en het ministerie van VROM. Onafhankelijk voorzitter is drs. J.W.M.Simons. Het secretariaat is gevoerd door het ministerie van VROM.

Verdere procedure
Alle deelnemende organisaties en overheden hebben ermee ingestemd dat er een werkgroep komt die verantwoordelijk wordt voor de voortgang en coördinatie van de uitvoering van de afgesproken maatregelen en aanbevelingen. Deze werkgroep bestaat uit de huidige deelnemers aan de Taskforce. Naast het bewaken van de samenhang en afstemming kan zij ook zorgen voor een periodieke evaluatie van de resultaten.

U kunt het rapport downloaden : PDF, 543 kB


---