Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

Persbericht

Het arbeidsbestand in de bouwnijverheid in 2000
---

Het arbeidsbestand in de bouwnijverheid in 2000 licht gestegen Van 1999 op 2000 is de omvang van het arbeidsbestand in de bouwnijverheid met 1,1 procent gestegen tot 231.429 personen. Niet iedere werknemer is het hele jaar in de bouw actief. De door het arbeidsbestand in 2000 geleverde capaciteit is daarom lager, 191.898 mensjaren. In 2000 daalde de arbeidscapaciteit met bijna 0,1 procent. In 2000 is de verloren capaciteit als gevolg van werkloosheid en vorstverlet lager dan in 1999. Dit blijkt uit het zojuist gepubliceerde rapport Het arbeidsbestand in de bouwnijverheid in 2000 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid in Amsterdam. Van 1991 tot 2000 is het aandeel uitvoerders aanzienlijk gestegen van 11,4 naar 14,7 procent. Ook heeft er een regionale verschuiving plaatsgevonden: het aandeel in het zuiden en westen is gedaald en die in het noorden en oosten van het land is gestegen. De werknemers zijn in 2000 gemiddeld ouder dan in 1999. In 2000 steeg het gemiddelde van 37,0 tot 37,2 jaar. Dit betekent ten opzichte van 1991 zelfs een stijging van 2,1 jaar, toen dit 35,1 jaar bedroeg. Net als in 1999 steeg ook in 2000 het aantal nieuwe toetreders (degenen die nog nooit eerder in de bouw gewerkt hebben). Was in 1999 echter nog sprake van een stijging van ruim 1.000, in 2000 blijft de stijging beperkt tot bijna 270.
Het aantal vrouwen werkzaam op de bouwplaats stijgt in 2000 verder door tot 1.348 vrouwen. Van deze vrouwen is ruim 68 procent werkzaam als uitvoerder tegenover ruim 14 procent van de mannen. De verhouding in leeftijd verschilt ook erg tussen de vrouwen en de mannen: bij de vrouwen is 59 procent jonger dan 30 jaar, bij de mannen is dit percentage ruim 31 procent.
Zie publicatie: Het arbeidsbestand in de bouwnijverheid in 2000

omhoog
omhoog