Amnesty International
Persbericht Amsterdam, 04-02-2002
Nederland
Tweede Kamer neemt van Amnesty International 87.813 handtekeningen
voor een Coalitie voor Mensenrechten in ontvangst.
Op woensdag 6 februari 2002 neemt Jaap de Hoop Scheffer, voorzitter
van de Vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer,
87.813 handtekeningen in ontvangst van Lilian Gonçalves-Ho Kang You,
voorzitter van de Nederlandse afdeling van Amnesty International. De
overhandiging vindt plaats tussen 12.15 en 12.30 uur in de hal van de
Tweede Kamer.
Tussen 10 december en 31 december 2001 voerde Amnesty International
een landelijke actie voor een Coalitie voor Mensenrechten. Het was een
oproep aan de regering en parlement om bij de strijd tegen terrorisme
de mensenrechten centraal te stellen.
Amnesty International vindt het begrijpelijk dat regeringen, na de
aanslagen op 11 september 2001, maatregelen genomen hebben om de
veiligheid van hun burgers te garanderen. Tegelijkertijd roept de
organisatie regeringen op om in de strijd tegen het terrorisme de
naleving en bevordering van mensenrechten niet te vergeten. De 87.813
handtekeningen werden in zeer korte tijd opgehaald, grotendeels door
plaatselijke Amnesty groepen. Het laat zien dat de oproep van Amnesty
kan rekenen op veel steun binnen de Nederlandse samenleving.
Amnesty International heeft de Amerikaans regering gevraagd de
gevangen leden van de Talibaan en Al-Quada en op Guantánamo Bay te
mogen bezoeken. De organisatie heeft haar ernstige zorg uitgesproken
over de behandeling, de juridische status en de berechting van deze
gevangenen. Afgelopen weekend constateerde Amnesty dat de levens van
duizenden gevangen in Afghanistan zelf in gevaar zijn door de slechte
omstandigheden waarin zij gevangen gehouden worden. Dit is
bijvoorbeeld het geval in de Shibarghan gevangenis in Noord
Afghanistan en in de detentiefaciliteit op het vliegveld van
Kandahar. Amnesty wees de interim-regering van Afghanistan en de
regering van de Verenigde Staten op hun verantwoordelijkheid voor het
welzijn van deze gevangenen.
Amnesty International betreurt het zeer dat de regeringen van de
Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk tot op dit moment hebben
geweigerd een onderzoek in te stellen naar de gebeurtenissen rondom 25
november vorig jaar bij het fort Quela-i-Janghi, bij Mazar-i-Sharif.
De Nederlandse regering moet zich zelf voor zon onderzoek uitspreken
en binnen de Europese Unie en de Verenigde Naties op een onderzoek
aandringen.
Voor de wederopbouw van Afghanistan is het van grote betekenis dat
onderzoek wordt gedaan naar in het heden en verleden gepleegde
mensenrechtenschendingen en dat de daders daarvan worden opgespoord en
berecht. De Nederlandse regering moet er bij de internationale
gemeenschap op aandringen dat de Afghaanse interim-regering financiële
en technische steun krijgt voor onafhankelijk onderzoek naar deze
mensenrechtenschendingen. Als blijkt dat Afghaanse rechtbanken dit
onderzoek en de berechting van daders niet volgens internationale
standaarden kunnen uitvoeren, moet de oprichting van een ad hoc
tribunaal overwogen worden.
Amnesty International afdeling Nederland