Gemeente Enkhuizen
Keywords: 19 PAGINA'S A4
RAADSNOTULEN
Notulen vergadering gemeenteraad Enkhuizen
Enkhuizen, 5 februari 2002.
Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 5 februari 2002 te
20.00 uur, in het stadhuis, Breedstraat 53, 1601 KA Enkhuizen.
Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester. Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.
Aanwezig 15 leden, namelijk: mevrouw
E.F. Dangermond-Hilderink (vvd) alsmede
de heren
H.F.P. Bode (pvda, wethouder),
C.H. Boland (d66),
N.P. Dol (vl/gl, wethouder),
J. Domburg (pvda),
H. van Doornik (cda, wethouder),
W. Hæntjens (vvd),
J. Hart (eb),
J.W. Hekkert (vvd),
F.C. Jans (Nieuw Enkhuizen),
J. Lok (vl/gl),
D. van Pijkeren (ChristenUnie/sgp),
W. Rieuwerts (vl/gl),
K.P. van der Veen (pvda) en
D. Wiersma (cda).
Met kennisgeving afwezig
2 leden, namelijk de heren
Th. de Geus (ChristenUnie/sgp) en
drs. J.S. Tesselaar (Nieuw Enkhuizen),
Agenda Voorstel
1 Opening.
2 Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen
3 Verslagen van de raadsvergadering gehouden op 4 december 2001 en 8
januari 2002.
4 Ingekomen stukken en mededelingen. 31
5 Benoemingen in commissies. 30
6 Tijdelijk verhard trapveldje aan de Meeuwenlaan. 06
7 Proef `Veilig uitgaan': maatregelen Kaasmarkt. 13
8 Rapport rekeningcommissie met betrekking tot de algemene
begraafplaats.
Zie het verslag van de hoorzitting van de REKENINGCOMMISSIE gehouden
op dinsdag 5 februari 2002, aanvang 22.01 uur.
9 Zelfstandige projectprocedure locatie `Fruittuinen'. 32
10 Rondvraag.
11 Sluiting.
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering en heet eenieder hartelijk welkom.
Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is ontvangen
van de heren Tesselaar en De Geus.
De heer Hekkert heeft verzocht aan het begin van deze vergadering een
verklaring te mogen afleggen en daartoe krijgt deze nu de gelegenheid.
De heer Hekkert
(vvd) leest de navolgende verklaring voor.
`Mijnheer de voorzitter. Graag wil ik een korte, persoonlijke
verklaring afleggen aan de aanwezige collega-raadsleden. Ik dank u
voor de gelegenheid die u mij hiervoor biedt. Mijn verklaring
betreft mijn vermeende betrokkenheid bij het bedrijf Vitadôme bv,
tot voor kort kandidaat koper van de gemeentelijke campings.
In de afgelopen maand is er in de plaatselijke en regionale pers
nogal wat berichtgeving verschenen rond mijn vermeende
persoonlijke betrokkenheid bij het bedrijf Vitadôme en een
persoonlijke relatie die ik zou hebben bij met name de directie
van dit bedrijf. Deze berichtgeving was op zijn minst suggestief,
doortrokken van onwaarheden en doorspekt met halve waarheden. Deze
berichtgeving was er begrijpelijkerwijs aanleiding toe dat enkelen
onder u zijn gaan twijfelen aan mijn persoonlijke integriteit. Dit
doet mij pijn, zeker als ik er voor mijzelf van overtuigd ben dat
ik zowel tijdens de periode van de selectie van de kandidaat-koper
door de selectiecommissie als tijdens de raadsvergaderingen van
december en januari als mens èn politicus zuiver heb gehandeld.
Nog éénmaal geef ik u mijn versie van de gang van zaken en hoop u
daarmee in staat te stellen een zuiver oordeel te vellen over mijn
handelwijze. Zoals u allen weet ben ik in het dagelijks leven
consultant en draag in die hoedanigheid namens opdrachtgevers bij
aan de ontwikkeling van nieuwe initiatieven in de zakelijke markt.
Namens één van mijn opdrachtgevers ben ik in contact gekomen met
een ander bedrijf dat eigendom is van Medi Plaza Holding bv; te
weten het bedrijf Ziekenzorg bv, 's lands grootste apotheek
waarvan de heer L. Hoeve directeur-grootaandeelhouder is. Wetend
dat Vitadôme bv een ander bedrijf binnen de Medi Plaza groep is en
wétend dat Enkhuizen op zoek was naar een goede koper voor de
gemeentelijke campings, heb ik tijdens een zakelijk contact met de
heer Hoeve aangegeven dat dit project mogelijk in lijn zou liggen
met door mij veronderstelde doelstellingen van Vitadôme bv. Daar
begint en eindigt mijn betrokkenheid bij zowel de
selectieprocedure als bij Vitadôme bv. Vitadôme heeft zich
eigenstandig aangemeld als kandidaat-koper en is door een
beslissing van het college alsnog opgenomen in de
selectieprocedure. Het is u bekend wat het advies van de
selectiecommissie uiteindelijk is geworden. Nogmaals, en wellicht
ten overvloede, wil ik benadrukken dat ik van de selectieprocedure
en de uitkomsten hiervan geen enkele weet heb gehad voordat het
uiteindelijke raadsvoorstel op tafel kwam.
Terugkomend op de al genoemde berichtgeving in de pers wil ik
eveneens stellen dat ik in 1998 betrokken was bij een initiatief,
bestemd voor serviceverlening aan thuiswonende ouderen, waarvan ik
initiatiefnemer en aandeelhouder was. Bij dit initiatief, dat met
name bestemd was voor zorgverzekeraars en woningcorporaties, was
nog een tweetal andere aandeelhouders betrokken, te weten de heer
L. Hoeve en nog een derde. Dit initiatief was geen succes en is in
1999 geëindigd. De wijze waarop deze activiteit in de
berichtgeving rond de verkoop van de campings is betrokken wekte
op zijn minst de suggestie dat de heer Hoeve en ik een
afhankelijkheidsrelatie zouden hebben gehad of hebben. Hier is
echter geen sprake van. Nooit heb ik van de heer Hoeve, of welk
ander bedrijf van de Medi Plaza groep dan ook, enige vergoeding
ontvangen. Het feit dat ik de heer Hoeve kende uit andere
zakelijke contacten, geïnitieerd door mijzelf of anderen doet daar
niets aan af. In mijn dagelijks werk heb ik veel te maken met
mensen die betrokken zijn bij meerdere zakelijke initiatieven of
bedrijven. Bestuurders van grote verzekeraars en
detailhandelketens mogen daarvan een sprekend voorbeeld zijn.
Afrondend wil ik u aangeven welke criteria voor mij doorslaggevend
zijn geweest voor de positie die ik tijdens de diverse
raadsbehandelingen heb ingenomen.
1. Ik heb en had geen enkele relatie met Vitadôme bv of haar
activiteiten.
2. Ik heb inhoudelijk geen enkele kennis gehad van de discussies
en overwegingen van de selectiecommissie.
3. Ik heb nooit een afhankelijke zakelijke relatie in de zin van
vergoeding voor diensten met de heer Hoeve gehad.
4. Het was het college van meet af aan bekend dat ik via de heer
Hoeve Vitadôme heb getipt over de op handen zijnde verkoop van de
gemeentelijke campings.
Ik vind en vond dat ik op grond van het voorgaande geen enkele
aanleiding had en heb om mij op grond van overwegingen van integriteit
aan de discussies rond de verkoop van de campings te onttrekken.
Nu afsluitend benadruk ik op persoonlijke titel dat ik de overtuiging
blijf toegedaan dat binnen de door de raad gegeven procedure, die
moest leiden tot de verkoop van de gemeentelijke campings, Vitadôme bv
voor Enkhuizen de beste kandidaat was binnen de groep kandidaten die
zich had aangemeld. Ik hoop dat binnen een nieuwe, door de raad op te
stellen verkoopprocedure, zich opnieuw kandidaten zullen aandienen met
het kaliber van bedrijven als Vitadôme. Ik betreur echter de sfeer die
rond dit onderwerp heeft kunnen ontstaan.
Ik hoop dat ik met deze verklaring in ieder geval op één onderdeel van
de discussie iets recht heb kunnen zetten.
Ik dank u voor de aandacht en de gelegenheid die u mij geboden heeft.'
De voorzitter
stelt voor deze verklaring voor kennisgeving aan te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
De voorzitter
trekt penning nummer 6 uit het mandje, waarna de secretaris meedeelt
dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen
aanvangen bij de heer Lok.
3. Verslagen van de raadsvergadering gehouden op 4 december 2001 en 8
januari 2002.
Verslag van de op dinsdag 4 december 2001 gehouden raadsvergadering.
De heer Boland
(d66) verwijst naar bladzijde 22. Daar is sprake van een
naamsverwarring. Na zijn eerste spreekbeurt heeft hij volgens het
verslag zelf het antwoord gegeven, maar dat is een vergissing die
vaker voorkomt. Waar de tweede keer staat `De heer Boland (d66): In de
begroting zijn . . . ' moet worden gelezen `Wethouder Bode (pvda): In
de begroting zijn . . . '
De voorzitter
: Die wijziging zal worden aangebracht.
Op de pagina's 23 en 24 van hetzelfde verslag is de discussie over het
Referendumverzoek grondverkoop Fruittuinen weergegeven. Deze
gemeenteraad sprak zich uit over een collegevoorstel en een daarbij
behorend ontwerpbesluit die niet juist waren geformuleerd. Vandaar dat
nu wordt voorgesteld het genomen besluit in de geest van de notulen
ambtshalve aan te passen. Het aangepaste raadsbesluit heeft de
volgende inhoud.
`RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Enkhuizen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november
2001, nummer 145;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
gelet op de artikelen 2, 4 en 6 van de Referendumverordening Enkhuizen
1998;
overwegende
dat de grondverkoop De Fruittuinen vooral een onderwerp is dat met
name de direct omwonenden aangaat en dus in feite geen onderwerp is
waarmee de belangen van alle inwoners van Enkhuizen gemoeid zijn;
dat er ook overigens in de te voeren ruimtelijke ordeningsprocedure
voldoende mogelijkheden zijn om de belangen van belanghebbenden te
waarborgen;
b e s l u i t :
Ø bovengenoemd voorstel van burgemeester en wethouders van Enkhuizen
te verwerpen en
Ø over de grondverkoop Fruittuinen aan de Stichting Woondiensten
Enkhuizen geen referen-
dum te houden.
Besloten in de openbare vergadering
van 4 december 2001
De secretaris, De voorzitter,'
De secretaris
geeft de volgende toelichting. De tweede en laatste overweging in het
nieuwe besluit bevat de planologische garantie dat voldoende
inspraakmogelijkheden zullen worden gegeven. Verder staat in het
oorspronkelijke dictum het woordje `kan'. De raad heeft echter
besloten dat geen referendum zàl worden gehouden. Vandaar dat het
nieuwe besluit imperatief is geformuleerd.
De heer Lok
(vl/gl) bestempelt deze gang van zaken als `uiterst bevreemdend'. Hij
vraagt zich af of het inderdaad mogelijk is achteraf een raadsbesluit
aan te passen aan het karakter van de gevoerde beraadslagingen.
Bovendien ontstaat nu de rare situatie dat de uitslag van de op 4
december jongstleden gehouden stemming in de verslaglegging omgekeerd
moet worden weergegeven!
De voorzitter
merkt op dat slechts is gepoogd de door de raad uitgesproken
politiek-bestuurlijke intentie in een nieuw besluit vast te leggen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) wijst erop dat het nieuwe besluit niet in lijn is met de
notulen. In het verslag staat dat 10 raadsleden tégen en 7 vóór het
voorstel van burgemeester en wethouders hebben gestemd. Als het nieuwe
besluit wordt geaccepteerd en de uitslag van de hoofdelijke stemming
níét wordt gewijzigd, is de consequentie dat een referendum moet
worden gehouden!
De voorzitter
: In wezen is dat een juiste conclusie, maar wie de gehele discussie
leest, zal moeten beamen dat die tot een besluit leidt zoals nu is
voorgelegd. In de op 4 december gevoerde beraadslagingen zijn twee
hoofdargumenten aangevoerd.
a. De wro biedt de belanghebbenden voldoende waarborgen.
b. De Fruittuinen vormen geen onderwerp dat alle inwoners van
Enkhuizen aangaat.
Op grond hiervan is geconcludeerd dat geen referendum behoeft te
worden gehouden. Dat alles is echter niet in het oorspronkelijke
besluit terug te vinden. Vandaar dat een aanpassing heeft
plaatsgevonden, maar eigenlijk zou ook opnieuw moeten worden gestemd.
Aangezien ook deze discussie wordt vastgelegd, kan een stemming zonder
bezwaar achterwege blijven, want nu is voor iedereen glashelder wat de
bedoeling was en nog steeds is.
De heer Jans
(ne) is het niet met de voorzitter eens. Het college heeft nu een
volkomen tegenovergesteld besluit geredigeerd en derhalve zal opnieuw
moeten worden gestemd.
De voorzitter
: Het standpunt van een raadsmeerderheid liet niets aan duidelijkheid
te wensen over, te weten géén referendum. Gelet daarop bleek achteraf
dat het genomen besluit anders had moeten worden geformuleerd. Welnu
dat wordt nu ambtshalve gecorrigeerd. De heer Lok en anderen hebben
daarover terecht opgemerkt dat dan ook de stemming moet worden
aangepast; eigenlijk zou de gehele discussie opnieuw moeten worden
gevoerd. Dat laatste ziet spreker echter liever niet gebeuren!
De heer Boland
(d66) kan zich gedeeltelijk in de zienswijze van de voorzitter vinden.
Het nieuwe besluit geeft correct weer wat de raad op 4 december heeft
besloten, maar daarmee wordt nogal gemakkelijk voorbijgegaan aan de
discussie zoals die door de notulist is vastgelegd. Het college heeft
op 4 december om hem moverende redenen voorgesteld een referendum te
houden. Dat voorstel is weggestemd. Nu is een nieuw besluit aangeboden
en dat doet voorkomen alsof het college op 4 december heeft
voorgesteld géén referendum te houden, hetgeen vervolgens de
instemming van een raadsmeerderheid heeft gekregen. Dat doet geen
recht aan de politieke kant van het debat.
De heer Hart
(eb) signaleert dat de heren Lok en Boland precies hebben aangegeven
wat nu mis dreigt te gaan. Als wordt gedaan wat de voorzitter voor
ogen staat, begeeft de raad zich op bijzonder glad ijs. Over het
Referendumverzoek grondverkoop Fruittuinen zal opnieuw moeten worden
gediscussieerd, waarna het voorstel wederom in stemming dient te
worden gebracht, want anders gaat het totaal verkeerd.
De heer Boland
(d66): Misschien is het beter deze notulen een maand aan te houden om
het college in de gelegenheid te stellen nog eens na te gaan wat er
precies is gebeurd en of dat al dan niet om bepaalde maatregelen
vraagt. Een herstemming is overbodig, want de uitkomst van de op 4
december gehouden stemming is volslagen helder.
De voorzitter
: De raad kan ook besluiten de zaak te laten zoals die is. Zowel in de
raadsvergadering van 4 december als nu is heel duidelijk naar voren
gekomen welke conclusie door een raadsmeerderheid wordt onderschreven,
te weten dat in dit geval op grond van bepaalde overwegingen geen
referendum moet worden gehouden.
De heer Lok
(vl/gl): Dat heeft de voorkeur. In ieder geval moet de geest van de
besluitvorming overeind worden gehouden. Overigens moet er wel op
worden toegezien dat in de correspondentie met betrokkenen en anderen
precies wordt aangegeven welk raadsbesluit van kracht is. Hoe dan ook
moet worden voorkomen dat verwarring kan ontstaan doordat meerdere
versies in omloop zijn of worden gebracht.
De voorzitter
schorst vervolgens de beraadslagingen voor vijf minuten.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de beraadslagingen.
Hij vat de geschiedenis van deze kwestie kort samen. Op 4 december
jongstleden heeft het college voorgesteld een referendum te houden. De
gemeenteraad heeft dat voorstel verworpen en geen verdere uitspraken
gedaan. Vervolgens hebben ambtenaren aan de initiator een brief
geschreven waarvan de kern is dat de raad heeft besloten dat over dit
onderwerp geen referendum kan worden gehouden. Het woordje `kan' is
onterecht, want een referendum is in principe best mogelijk. Vandaar
dat het college de volgende tekst heeft geconcipieerd.
`RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Enkhuizen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november
2001, nummer 145;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
gelet op de artikelen 2, 4 en 6 van de Referendumverordening Enkhuizen
1998;
overwegende
dat de grondverkoop De Fruittuinen vooral een onderwerp is dat met
name de direct omwonenden aangaat en dus in feite geen onderwerp is
waarmee de belangen van alle inwoners van Enkhuizen gemoeid zijn;
dat er ook overigens in de te voeren ruimtelijke ordeningsprocedure
voldoende mogelijkheden zijn om de belangen van belanghebbenden te
waarborgen;
b e s l u i t :
Ø voorstel nummer 145 van burgemeester en wethouders van Enkhuizen te
verwerpen en
Ø over de grondverkoop Fruittuinen aan de Stichting Woondiensten
Enkhuizen geen referen-
dum te houden.
Besloten in de openbare vergadering
van 4 december 2001
De secretaris, De voorzitter,'
De heer Lok
(vl/gl) wil niet de `taalfreak' uithangen, maar ontkomt niet aan de
conclusie dat hij, indien de in de notulen opgenomen stemuitslag niet
wordt veranderd, met de nu voorliggende tekst zou hebben ìngestemd en
dat is onjuist.
De voorzitter
lijkt het beter de notulen niet te wijzigen. In wezen wordt daaraan nu
een `nieuw raadsbesluit gehangen'; dat besluit had eigenlijk op 4
december moeten worden genomen.
De heer Wiersma
(cda): Noem dat 145a.
De voorzitter
: Een goed idee. Dat besluit wordt achter de eerder gevoerde
raadsdiscussie `geplakt'.
De heer Hart
(eb) verwerpt dit voorstel, omdat nu iets wordt doorgedrukt dat niet
juist is. Indertijd heeft deze raad een referendumverordening
vastgesteld. Die verordening is in verband met landelijke regelgeving
aangepast. Nu baseert het college zich in diens voorstel uitsluitend
op een grondverkoop, omdat op een ander wijze . . .
De voorzitter
grijpt in met de opmerking dat nu een wat moeilijke exercitie wordt
uitgevoerd, waarvan de bedoeling is dat een besluit wordt geformuleerd
dat overeenkomt met de op 4 december uitgesproken wens van een
raadsmeerderheid. Wat besloot de raad?
1. Het voorstel van burgemeester en wethouders - een referendum
houden - werd verworpen.
2. De grondverkoop Fruittuinen werd als `niet referendabel'
bestempeld.
Deze twee elementen moeten dusdanig helder worden vastgelegd dat aan
iedereen kan worden uitgelegd wat de gemeenteraad heeft besloten.
De heer Jans
(ne) snapt wat de voorzitter bedoelt. Op dit moment liggen twee
raadsbesluiten op tafel.
Het eerste is via een in de notulen vastgelegde stemming tot stand
gekomen. Als ook over het nieuwe ontwerpbesluit, 145a, wordt gestemd,
komt aan alle mogelijke onduidelijkheid een einde.
De heer Wiersma
(cda): Of anders moet aan de notulen een opmerking worden toegevoegd
met als strekking dat voor besluit 145a de omgekeerde stemverhouding
geldt.
Hierna wordt ontwerpbesluit nummer 145a bij handopsteken in stemming
gebracht en met 13 tegen 2 stemmen aanvaard.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de
aangebrachte correcties, vervolgens het verslag van de op dinsdag 4
december 2001 gehouden raadsvergadering vastgesteld.
Verslag van de op dinsdag 8 januari 2002 gehouden raadsvergadering.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit verslag
conform het aangeboden ontwerp vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
(Voorstel nummer 31, 2002.)
Mededelingen (1).
De voorzitter
attendeert op de rondgestuurde brief inzake het onderzoeksrapport,
getiteld `De gemeentelijke begraafplaats te Enkhuizen', van de
rekeningcommissie. Hedenavond kan de raad daarover aan de
rekeningcommissie vragen stellen. Het rapport zal op 20 februari
opnieuw aan de orde komen, maar dan in de raadscommissie aboz; dan zal
ook het collegestandpunt ter discussie staan.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) beaamt dat in de commissie aboz is afgesproken vanavond de
gelegenheid te geven vragen aan de rekeningcommissie te stellen. Met
het oog op een adequate voorbereiding is echter óók gezegd dat het
gewenst is eventuele vragen vóór deze vergadering schriftelijk aan de
secretaris van de rekeningcommissie te doen toekomen. Dit laatste is
in de gecorrigeerde brief van 28 januari vermeld, maar die is, helaas,
pas jongstleden vrijdagmiddag op de deurmat gevallen.
De voorzitter
excuseert zich voor het feit dat de genoemde brief nogal laat is
verzonden, maar de fracties hadden door hun vertegenwoordigers in de
commissie aboz moeten worden geïnformeerd over de mogelijkheid
vanavond vragen te stellen. Als de rekeningcommissie bepaalde vragen
niet stante pede kan beantwoorden, zal dat op een later moment moeten
gebeuren, maar wel vóór 20 februari aanstaande.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) gaat hiermee akkoord. Hij wil de antwoorden echter vanaf zijn
vaste plaats aan de raadstafel geven om te voorkomen dat verwarring
over zijn positie ontstaat.
De voorzitter
verzet zich daartegen. In het kader van het nieuwe dualistische bestel
is het goed alvast te wennen aan de gedachte dat in dit soort gevallen
de gemeentesecretaris en de burgemeester op de publieke tribune of
elders plaatsnemen en de raad onder leiding van de voorzitter van de
rekeningcommissie vergadert. Dat kan het beste gebeuren nadat de
agenda voor deze reguliere raadsvergadering is afgehandeld.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp): De rekeningcommissie wil zeker niet het debat uit de weg
gaan, maar het kan gebeuren dat straks inhoudelijke, technische vragen
worden gesteld die niet volledig of onmiddellijk kunnen worden
beantwoord.
De voorzitter
: Die vragen en opmerkingen moeten dan maar morgen of overmorgen van
een antwoord worden voorzien.
Agendapunt 8 zal na deze vergadering in een aparte raadsbijeenkomst
worden behandeld.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
Ingekomen stukken.
1. Brief, de dato 3 januari 2002, van Kiesvereniging Nieuw Enkhuizen
met betrekking tot de oprichting van deze kiesvereniging.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit
ingekomen stuk, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders, voor kennisgeving aangenomen.
2. Brief, de dato 17 januari 2002, van de rekeningcommissie Enkhuizen
met betrekking tot een procedurebeschrijving.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer Boland
(d66) verbaast zich over het collegevoorstel. De rekeningcommissie is
een orgaan van de gemeenteraad. De procedurebeschrijving is aan de
raad gericht. Het college wil daarmee kennelijk niets doen. De
procedurebeschrijving en ook de in de raadscommissie aboz gemaakte
afspraken zullen ten minste in de raad moeten worden besproken.
De voorzitter
doet de suggestie te besluiten deze brief aan de nieuwe gemeenteraad
en het nieuwe college aan te reiken met het verzoek het stuk af te
handelen in de geest van hetgeen de heer Boland voor ogen staat. Als
hiermee wordt ingestemd, zal de heer Slagter dit punt aan de reeds
bestaande lijst toevoegen. Die opsomming van te behandelen onderwerpen
zal op 6 of 7 maart aan de lijsttrekkers en/of fractievoorzitters
worden aangeboden.
De heer Hart
(eb): Geldt dat ook voor het stuk over de begraafplaats?
De voorzitter
: Nee.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform de mondelinge
suggestie van de voorzitter besloten.
3. Brief, de dato 14 januari 2002, van de heer J. Buis te Enkhuizen
met betrekking tot zijn bezwaarschrift tegen het raadsbesluit van 4
december 2001 tot het niet referendabel verklaren van de grondverkoop
Fruittuinen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit
ingekomen stuk, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders, voor kennisgeving aangenomen.
4. Verzoek, de dato 21 december 2001, van de gemeente Montfoort om
adhesie te betuigen aan de motie van de raad van die gemeente om aan
het rijk een substantiële bijdrage in de kosten van de brandweer in de
komende jaren te vragen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
adhesie aan deze motie te betuigen.
5. Brief, de dato 31 december 2001, van de bewonersvereniging
Paludanushof te Enkhuizen met betrekking tot een bezwaarschrift tegen
het voorbereidingsbesluit locatie `Zilverstraat'.
Burgemeester en wethouders hebben schriftelijk meegedeeld dat dit bezwaarschrift ter behandeling is voorgelegd aan de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften. In de vergadering van 2 april aanstaande zal de raad worden verzocht hierover een uitspraak te doen.
6. Brief, de dato 17 januari 2002, van gedeputeerde staten van
Noord-Holland te Haarlem met betrekking tot de inzending van het
herindelingontwerp West-Friesland.
Burgemeester en wethouders hebben schriftelijk meegedeeld dat alle
door hen ontvangen stukken inmiddels ter inzage zijn gelegd. In de
vergadering van 2 april aanstaande zal de raad worden verzocht een
uitspraak te doen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
de onder de nummers 5 en 6 vermelde brieven vooralsnog voor
kennisgeving aan te nemen.
7. Brief, de dato 11 december 2001, van mevrouw D.R. Vijsma te
Enkhuizen namens een aantal verontruste ouders omtrent de
bereikbaarheid van de manege van de heer Groen aan de Haling.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor welzijn, economische zaken en
verkeer.
De heer Jans
(ne) herinnert eraan dat hij het geschetste probleem al enkele maanden
geleden heeft aangekaart. De situatie ter plekke is buitengewoon
verontrustend. In de buurt van Hoogkarspel zijn meisjes van hun fiets
getrokken. Voor de rsg is dat zelfs reden geweest de leerlingen
dringend te adviseren niet alléén te fietsen.
Wethouder Van Doornik
(cda) heeft reeds contact met mevrouw Vijsma opgenomen en de situatie
ter plaatse bekeken. De afdeling weg- en waterbouw bekijkt momenteel
wat op korte termijn tot de mogelijkheden behoort. Daarover zal in de
raadscommissie wev worden gesproken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
8. Brief, de dato 22 januari 2002, van het Projectbureau Autovrije Dag
te Amsterdam met betrekking tot de deelname aan de autovrije dag op 22
september 2002.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor welzijn,
economische zaken en verkeer.
9. Brief, de dato 27 december 2001, van de heer J. Buis te Enkhuizen
met betrekking tot het verzoek aan burgemeester en wethouders de raad
voor te stellen een referendum tegen de grondverkoop Fruittuinen te
houden.
10. Brief, de dato 24 januari 2002, van bureau smh/ghor Noord-Holland
te Schagen met betrekking tot het oefenjaarplan 2002.
11. Brief, de dato 24 januari 2002, van de regionale brandweer kop van
Noord-Holland te Den Helder met betrekking tot de huisvesting van de
hulpverleningsregio Noord-Holland Noord.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
de ingekomen stukken nummers 9 tot en met 11 te behandelen in de
raadscommissie voor algemeen bestuurlijke en organisatorische zaken.
12. Brief, de dato 7 januari 2002, van de Raad van State, afdeling
bestuursrechtspraak, te Den Haag met betrekking tot de uitspraak op
het verzoek om een voorlopige voorziening ten aanzien van het
bestemmingsplan `Landelijk gebied Enkhuizen'.
13. Brief, de dato 7 januari 2002, van de gewestelijke
gezondheidsdienst West-Friesland te Hoorn met betrekking tot de
gevolgen van de wijziging van de Wet Collectieve Preventie
Volksgezondheid.
14. Brief, de dato 15 januari 2002, van de Pacifistisch Socialistische
Partij '92, afdeling West-Friesland, te Enkhuizen met betrekking tot
de huisartsenpost in Hoorn.
15. Brief, de dato 23 januari 2002, van de heer S. Takken te Enkhuizen
met betrekking tot een verzoek om planschadevergoeding als gevolg van
de uitbreiding van het hotel aan de Westerstraat 290.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten de ingekomen stukken nummers 12 tot en met 15 te behandelen in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening en financiën.
16. Brief, de dato 23 januari 2002, van de gewestelijke
gezondheidsdienst kop van Noord-Holland te Den Helder met betrekking
tot de locatiekeuze ggd na de fusie.
17. Brief, de dato 23 januari 2002, van de medewerk(st)ers van de
gewestelijke gezondheidsdienst kop van Noord-Holland te Den Helder met
betrekking tot de vestigingsplaats van de gefuseerde ggd Noord-Holland
Noord.
Burgemeester en wethouders stellen voor deze ingekomen stukken te
behandelen in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening en
financiën.
De heer Hekkert
(vvd) verzoekt deze brieven niet alleen in de raadscommissie rofte
behandelen, maar ook voor de raadscommissie aboz te agenderen.
De voorzitter
: Toegezegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het gewijzigde
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Mededelingen (2).
De voorzitter
belicht dat de heer Jans namens de Kiesvereniging Nieuw Enkhuizen de
volgende motie heeft ingediend.
`De gemeenteraad van Enkhuizen,
in vergadering bijeen op dinsdag 5 februari 2002,
gelet op:
- de instelling van een centrale huisartsenpost te Hoorn;
overwegende:
- dat de instelling hiervan de nodige onrust heeft teweeggebracht
onder de burgers van Enkhuizen;
- dat met name alleenstaanden, bejaarden en burgers zonder auto dit
als een ontoelaatbare verhoging van de drempel voor de gezondheidszorg
beschouwen;
voorts overwegende:
- dat op korte termijn adequate maatregelen genomen dienen te worden
om het vertrouwen in de eerstelijnsgezondheidszorg te herstellen;
- dat het gebied West-Friesland Oost* voldoende huisartsen heeft om
een eigen huisartsenpost te `bemensen';
- dat het gebied West-Friesland Oost* genoeg inwoners telt om de
instelling van zo'n post te realiseren;
verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- initiatieven te ontwikkelen om te komen tot een centrale
huisartsenpost in West-Friesland Oost*;
en gaat over tot de orde van de dag.'
*) Onder dit gebied te verstaan: Andijk, Enkhuizen, Stede Broec en
mogelijk een deel van Drechterland.
Alhoewel duidelijk is dat velen zorgen hebben over de huisartsenpost
te Hoorn en een discussie daarover op zich zinvol kan zijn, ontgaat
spreker het spoedeisend karakter van de motie. Dat moet duidelijk zijn
alvorens de motie nu aan de raadsagenda kan worden toegevoegd.
De heer Jans
(ne) begrijpt dat de voorzitter de orde van de vergadering in het oog
moet houden. Hij stelt voor de motie naar de raadscommissie rof te
verwijzen en daar in het kader van de standpuntbepaling omtrent de
huisartsenpost te bespreken.
De voorzitter
: Prima, de motie gaat naar de commissie van wethouder Bode.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
De heer Boland
(d66) refereert aan een brief waarvan de inhoud handelt over
raadsleden die inlichtingen inwinnen in de organisatie. De d66-fractie
is niet gelukkig met dat schrijven en zal dan ook graag zien dat die
in de raadscommissie aboz aan de orde wordt gesteld.
De voorzitter
belooft in de op 20 februari geplande vergadering van de commissie
aboz een toelichting op het stuk te zullen geven.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
De secretaris
stipt aan dat op 13 februari een fractievoorzittersoverleg is gepland.
Het college heeft voor die bijeenkomst geen agendapunten. Als van de
kant van de fractievoorzitters evenmin punten worden aangedragen, is
het beter die bijeenkomst te laten vervallen.
De voorzitter
distilleert uit het instemmende geknik dat de genoemde vergadering van
het fractievoorzittersoverleg vervalt.
5. Benoemingen in commissies.
(Voorstel nummer 30, 2002.)
De secretaris
hoopt dat de voorgedragen kandidaten in één stemronde kunnen worden
benoemd.
* De heer J. Hart te benoemen in de raadscommissie hos.
* De heer F.C. Jans te benoemen in de raadscommissies wev en rof.
* De heer drs. J. Tesselaar te benoemen in de raadscommissies hos en
aboz.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) ziet dat in het raadsvoorstel de heer Hart wordt voorgedragen
als lid van de raadscommissies wev en aboz.
De heer Hart
(eb) verklaart dat hij in alle vier raadscommissies wil kunnen
functioneren.
De voorzitter
verneemt dat het voorgedrukte stembiljet correct is. De heer Hart is,
indien hij nu wordt benoemd, lid van de vier raadscommissies.
Vervolgens benoemt hij tot leden van het stembureau mevrouw Dangermond, voorzitster van het stembureau, alsmede de heren Domburg en Rieuwerts, leden van het stembureau. Voor de duur van de stemming en het tellen der stemmen schorst hij de vergadering.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de vergadering.
Tijdens de schorsing heeft wethouder Dol hem meegedeeld dat de heer
Hart tijdens de vorige raadsvergadering al tot lid van de
raadscommissie hos is benoemd. Twee maal tot lid van één en dezelfde
commissie benoemen, is wat veel van het goede! Zoals gezegd, het is de
bedoeling dat de heer Hart tot lid van die raadscommissies wordt
benoemd waarvan deze nog geen deel uitmaakt, zodat de heer Hart straks
aan het werk van alle vier raadscommissies kan deelnemen. Spreker
constateert dat niemand daartegen bezwaar maakt.
Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) deelt mee dat de stemming het volgende resultaat heeft
opgeleverd. Bij de stemming zijn 15 stembiljetten ingeleverd, waarvan
één blanco is. Op alle kandidaten zijn 14 stemmen uitgebracht, zodat
zij allen zijn benoemd.
6. Tijdelijk verhard trapveldje aan de Meeuwenlaan.
(Voorstel nummer 06, 2002.)
De heer Hæntjens
(vvd) maakt uit het voorstel op dat twee veldjes - één verhard en één
onverhard - voor de prijs van één veldje, f 30.000,--, worden
aangelegd. In de commissie heeft wethouder Bode expliciet gezegd de
kosten ten laste van de post `onvoorzien' te willen brengen. De
fractie van de vvd heeft moeite met die gedachte en stelt voor het
benodigde krediet te boeken op taakveld 560.10. Dit taakveld, behorend
tot de portefeuille van de heer Dol, heeft als beleidsdoel `Verhoging
van de kwaliteit van de leefomgeving voor mensen en dieren door de
esthetische, recreatieve, cultuurhistorische en ecologische functies
van het openbaar groen optimaal te onderhouden en verder te
ontwikkelen.' Die post omvat het lieve sommetje van e 1.280.421.
De heer Wiersma
(cda) roept in herinnering dat in eerste instantie is getracht de kool
en de geit te sparen. De wethouder is vervolgens met dit voorstel
gekomen. Niet duidelijk is of dat aan inspraak onderhevig is. Is ook
gedacht aan de afstand tot geparkeerde auto's? Als ook dat voor het
relatief geringe bedrag tot tevredenheid kan worden opgelost, gaat de
cda-fractie volledig akkoord.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) komt terug op het feit dat zijn fractie in de commissies wev
en rof verschillende uitspraken heeft gedaan. De jeugd die op het
schoolplein voor overlast heeft gezorgd en van het zogenaamde
`huiskamerproject' gebruik maakt, heeft geen bezwaar tegen voetballen
op gras. De jeugd die thans op gras voetbalt, voelt niets voor
verharden van het trapveldje en pleit dan ook voor handhaving van het
gras.
Voor de cu/sgp-fractie spelen de volgende overwegingen een rol.
* Veiligheid is belangrijk. Sporten op een verharding levert een
groter letselrisico op dan spelen op gras.
* Ook de financiële kant weegt zwaar. Deze tijdelijke aanpassing
kost een slordige duit, te weten circa e 680,-- per maand.
* In het begin van het traject hebben omwonenden bezwaren tegen de
voorgenomen verharding gemaakt.
Alles overziende acht de fractie van de cu/sgp het niet verantwoord
dit collegevoorstel te steunen.
De heer Hart
(eb) bevreemdde het dat burgemeester en wethouders vlak voor deze
vergadering een aangepast voorstel toestuurden, daardoor was
fractieberaad onmogelijk. Spreker zal dan ook tegen dit raadsstuk
stemmen. Voor het overige sluit de fractie van Enkhuizer Belang zich
aan bij hetgeen de heer Van Pijkeren zojuist heeft gezegd.
De heer Jans
(ne) liet in de commissievergaderingen weten voorstander van de
oorspronkelijk voorgestelde maatregelen te zijn. In het fractieberaad
werd er echter op gewezen dat dan een bepaalde groep geen speelruimte
meer zou hebben. Gelukkig werd op het laatste moment een aangepast
voorstel bezorgd, waarmee de gehele fractie kan instemmen. De fractie
zal overigens graag zien dat de jongeren voor zover mogelijk
zelfwerkzaamheid aan de dag leggen.
De fractie van Nieuw Enkhuizen vraagt de situatie over twee jaar te
evalueren. Intussen zal zij zich inzetten voor een structurele aanpak
van speelvelden.
De heer Boland
(d66) meent dat in dit geval de democratie uitstekend heeft
gefunctioneerd. De commissies waren niet onverdeeld gelukkig met het
oorspronkelijke voorstel en ook de inspraakreacties waren niet
juichend. Onder het motto `Beter ten halve gekeerd dan ten hele
gedwaald' heeft het college vervolgens een beter voorstel
gepresenteerd, een prima zaak.
De cu/sgp-fractie handhaaft liever het grasveldje. Daarvan wordt
echter geen gebruik gemaakt, want de bedoelde groep jongeren
bivakkeert op het schoolplein. Dat is niet vreemd voor wie naar de
klimatologische omstandigheden in de afgelopen maanden kijkt!
De heer Lok
(vl/gl) ondersteunt het aangepaste voorstel eveneens, alhoewel de
fractie van Verenigd Links/groenlinks aanvankelijk van oordeel was dat
een relatief dure oplossing was gekozen. Inmiddels denkt de fractie
wat genuanceerder over deze zaak, mede omdat nu twee veldjes voor de
prijs van één worden gerealiseerd.
Een andere reden om met dit raadsvoorstel akkoord te gaan, heeft te
maken met de omstandigheid dat in het verleden toezeggingen zijn
gedaan en verwachtingen zijn gewekt. Overigens heeft de heer Jans
terecht gezegd dat de betrokkenheid van de jongeren kan worden
vergroot door bij de aanleg van het verharde terreintje
zelfwerkzaamheid te stimuleren.
Tot slot moet de tijdelijke oplossing, voor een periode van anderhalf
à twee jaar, worden benut om over een meer definitieve situatie na te
denken.
De heer Van der Veen
(pvda) illustreert dat hij in de raadscommissie wev enkele kritische
kanttekeningen heeft geplaatst.
* De huidige gebruikers moeten het veld ruimen en dit wekt de indruk
dat het kwade wordt beloond en het goede gestraft.
* De tijdelijke oplossing voor ongeveer twee jaar kost
f 30.000,--, terwijl een aanvaardbare definitieve locatie in
beeld is geweest.
Naar aanleiding van het advies dat met name de d66-fractie in de
commissie heeft gegeven, is een aangepast raadsvoorstel aangeboden; er
zullen nu twee veldjes worden aangelegd. Vooralsnog neemt de
pvda-fractie aan dat toch met het gevraagde krediet kan worden
volstaan, alhoewel op dit punt de ambtelijke uitlatingen in de
commissie niet geruststellend zijn. Zo zijn de parkeerplaatsen dicht
bij het grasveld gesitueerd en men mag dan ook verwachten dat daarvoor
spoedig een extra voorziening zal moeten worden getroffen.
Conclusie: alhoewel de pvda-fractie de voorkeur aan een definitieve oplossing geeft, is ook zij van mening dat spoedig iets aan de overlast moet worden gedaan waarmee de bewoners van Klaverweid worden geconfronteerd. De fractie zal daarom met dit raadsvoorstel instemmen.
Wethouder Van Doornik
(cda) antwoordt dat het gevraagde krediet ad f 30.000,-- (e
13.613,41) volgens de afdeling groenvoorzieningen toereikend moet
zijn.
De jongerenwerker heeft heel nadrukkelijk de insteek gekozen de
gebruikers van de veldjes bij de realisering te betrekken.
Voorts is het inderdaad de bedoeling gedurende de periode dat de
tijdelijke situatie aan de orde is naar een definitieve oplossing te
zoeken. Uiteraard zal daarbij rekening worden gehouden met de
ervaringen die in de komende tijd worden opgedaan. In dit verband zal
ook worden bekeken of geparkeerde auto's niet worden beschadigd. In
ieder geval moet de overlast voor de bewoners van Klaverweid worden
opgeheven.
De heer Van Pijkeren is niet gecharmeerd van sportbeoefening op
tegels, maar de jongeren die bij Klaverweid voetballen hebben daarmee
kennelijk geen problemen.
Wethouder Bode
(pvda) reageert op de suggestie van de heer Hæntjens naar een andere
dekking te zoeken. In de commissie rof zijn alle vertegenwoordigde
fractie met dekking uit de post `onvoorzien' akkoord gegaan. Het
college wil deze kosten in één keer afboeken in plaats van via nieuw
beleid in tien jaar afschrijven, omdat de trapveldjes een zeer
tijdelijk karakter hebben. Overigens zal iedere wethouder van
financiën proberen te doen wat de vvd-fractie suggereert, te weten
kosten uit de lopende begroting financieren, want dan wordt de ruimte
voor nieuw beleid niet aangetast. Jammer dat deze suggestie nu pas
naar voren is gekomen, want spreker heeft op dit moment geen flauw
idee of het überhaupt mogelijk is het gevraagde krediet op de
aangegeven kostenplaats te boeken. Hij stelt dan ook voor conform het
collegevoorstel te besluiten en zegt toe in de commissie op dit punt
te zullen terugkomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
7. Proef `Veilig uitgaan': maatregelen Kaasmarkt.
(Voorstel nummer 13, 2002.)
De heer Rieuwerts
(vl/gl) spreekt de hoop uit dat na de proef van drie maanden een
definitieve situatie kan worden gecreëerd, en wel dusdanig dat de
overlast, vooral in de zomermaanden, wordt weggenomen.
Deze proef, een tijdelijke maatregel, kost e 20.000,-- en wordt, in
tegenstelling tot het vorige agendapunt, níét ten laste van de post
`onvoorzien' gebracht.
Wethouder Bode
(pvda) erkent dat ook in dit geval sprake is van een tijdelijke
maatregel, zij het dat heel duidelijk de verwachting bestaat daaraan
op enigerlei wijze vervolg te kunnen geven. Daarvoor is onder `nieuw
beleid' een krediet gereserveerd. Vandaar dat in dit geval geen
dekking uit `onvoorzien' wordt voorgesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
9. Zelfstandige projectprocedure locatie `Fruittuinen'.
(Voorstel nummer 32, 2002.)
Wethouder Bode
(pvda) leidt dit agendapunt als volgt in. Dit collegevoorstel is
gebaseerd op de uitspraak die commissie rof heeft gedaan, te weten het
voeren van deze zelfstandige projectprocedure aan de gemeenteraad te
laten. Eén lid van de commissie merkte tijdens de betreffende
bijeenkomst op niet te weten hoe diens fractieleden over deze zaak
dachten. Dit is niet van belang ontbloot, omdat er altijd van wordt
uitgegaan dat uitspraken van de commissieleden namens hun gehele
fractie worden gedaan; er is dus sprake van zogenaamde `gewogen
stemmen'. Vandaar dat nu in deze raadsvergadering op deze
aangelegenheid wordt teruggekomen. Burgemeester en wethouders stellen
het volgende voor.
* Allereerst na te gaan
1. of de raad de procedure aan zich wil houden,
2. dan wel die aan het college van burgemeester en wethouders wenst te
delegeren.
* In het eerste geval blijft punt 1 van het ontwerpbesluit
onveranderd, dat luidt thans:
`1. toepassing te geven aan het vierde lid van artikel 19a van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening;'
* In het tweede geval dient punt 1 van het ontwerpbesluit door de
volgende tekst te worden vervangen.
`1. de toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid als genoemd in
artikel 19, lid 1, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het
project `Fruittuinen' te delegeren aan burgemeester en wethouders;'
* In beide gevallen blijven de punten 2 en 3 van het ontwerpbesluit
ongewijzigd.
De heer Boland
(d66) steekt niet onder stoelen of banken dat deze gang van zaken raar
is. Indertijd is een procedure afgesproken en de d66-fractie kan niet
inzien waarom daarvan nu opeens moet worden afgeweken. Een eenmaal
gemaakte afspraak kan zowel zoete als zure vruchten opleveren!
Wethouder Bode
(pvda) accepteert dat in sommige gevallen zure vruchten moeten worden
geplukt, zoals de heer Boland terecht stelt, maar daar gaat het nu
niet om. Eén commissielid kon niet namens diens fractie spreken en dat
schiep een procedureel probleem. Vanzelfsprekend had het college
onverkort kunnen vasthouden aan het uitgangspunt dat commissieleden
namens hun fracties spreken, maar dan zou in dit geval misschien geen
recht zijn gedaan aan de realiteit. In wezen rijdt het college nu een
scheve schaats en probeert het die recht te maken door nu aan de raad
te vragen of deze de procedure aan zich wil houden dan wel die alsnog
aan burgemeester en wethouders wil delegeren.
De heer Boland
(d66) blijft het met wethouder Bode oneens. Als al sprake is van een
scheve schaats hebben de commissieleden die aan zichzelf te wijten.
Het is, hoe sympathiek ook, niet aan de wethouder te trachten één en
ander te herstellen.
Wethouder Bode
(pvda): Het is goed in herinnering te roepen waarom het aanwijzen van
de te volgen procedure aan de commissie is gemandateerd. Dat is gedaan
om sneller, dus klantvriendelijker, te kunnen opereren.
Eerlijkheidshalve moet worden gezegd dat in dit geval de procedure
sneller zal verlopen indien die niet aan het college wordt gedelegeerd
maar aan de raad wordt gelaten. Los hiervan heeft zich een
moeilijkheid voorgedaan die weliswaar een verantwoordelijkheid van de
commissie(leden) is, maar het dagelijks bestuur probeert dan toch een
realistische oplossing te vinden.
De voorzitter
legt de raad de vraag voor of in dit specifieke geval de uitspraak van
de commissie al dan niet moet worden gevolgd.
De heer Boland
(d66): De uitspraak van de raadscommissie rof moet worden
gerespecteerd.
De heer Lok
(vl/gl) speelt een hoofdrol in deze kwestie. Hij moest op een heel
laat moment in de commissie als plaatsvervanger optreden en kon toen
niet namens zijn fractie spreken. Overigens moet het mogelijk zijn een
afweging te maken die tot minderheids- en meerderheidsstandpunten in
een fractie leidt. Het is dan ook verstandig dat de volgende raad de
tot nu toe gehanteerde globale aanduiding wat specifieker definieert.
Hoe dan ook, het feit dat deze aangelegenheid nu in de
raadsvergadering wordt besproken, is op zich juist, want zodoende kan
de werkelijke stemverhouding worden vastgesteld.
De voorzitter
: Ook dit punt zal de heer Slagter aan het eerder genoemde lijstje
toevoegen!
De heer Van der Veen
(pvda) rapporteert dat zijn fractie ervoor kiest dit punt alsnog in
stemming te brengen om te kunnen vaststellen of het al dan niet aan
het college moet worden gedelegeerd.
De heer Hæntjens
(vvd) tekent aan dat volgens zijn fractie de uitspraak van de
commissie rof moet worden gevolgd. Daar is uitvoerig gediscussieerd
over de vraag wat de zelfstandige projectprocedure inhoudt. Voorkomen
moet worden dat dezelfde problematiek optreedt als zich met betrekking
tot de Zilverstraat heeft voorgedaan. Toen gaf onvolledige informatie
aanleiding tot veel geharrewar. Wanneer een zelfstandige
projectprocedure wordt gevolgd, dienen naar de mening van de
vvd-fractie de afwijkingen van het vigerende bestemmingsplan en de
maatvoering te worden voorgelegd. In ieder geval moet het complete
plan inzichtelijk zijn, maar dat heeft niet in de map gelegen.
De heer Wiersma
(cda) vraagt zich af wat het probleem is. Als de raadscommissie rof
zich over een delegatie moet uitspreken, zal elk lid van die commissie
vooraf in de eigen fractie moeten nagaan hoeveel leden vóór of tégen
zijn. Het resultaat daarvan wordt vervolgens in de commissie gemeld.
De voorzitter
: Daarover zal de nieuwe raad zich na 7 maart buigen. Het gaat nu om
de vraag of de raad het rof-standpunt al dan niet wenst te
formaliseren.
De heer Wiersma
(cda): Het standpunt van de commissie rof moet worden geformaliseerd.
De heren Van Pijkeren
(cu/sgp), Hart (eb) en Jans (ne) respecteren de uitspraak van de
raadscommissie rof eveneens.
De voorzitter
constateert dat alleen de fracties van Verenigd Links/groenlinks en de
pvda voor de mogelijkheid kiezen de raad een heroverweging te laten
maken. De overige fracties volgen de zienswijze van de commissie rof,
zodat aldus zal worden besloten.
Wethouder Bode
(pvda) vat samen waartoe de raad besluit.
`1. toepassing te geven aan het vierde lid van artikel 19a van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening;
2. te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor de
locatie Fruittuinen, welke grond op de bij dit besluit behorende
tekening in rode omlijning staat aangegeven;
3. te verklaren dat dit besluit in werking treedt op 14 februari
2002.'
De heer Jans
(ne) neemt aan dat deze zaak binnen acht weken na afloop van de
termijn van terinzagelegging weer in de raad zal terugkomen.
Wethouder Bode
(pvda): Op 7 mei zal de gemeenteraad worden voorgesteld aan
gedeputeerde staten van Noord-Holland een verklaring van geen bezwaar
te vragen; dat is acht weken na beëindiging van de termijn van
terinzagelegging. Mochten bezwaren tegen die aanvraag worden gemaakt,
dan zal de raad hoorzittingen moeten organiseren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
10. Rondvraag.
De heer Jans
(ne) brengt twee punten naar voren.
· Indertijd is een plan voor de Boschschool en het Boschplein
gepresenteerd, maar daarna is het stil geworden. Kan de stand van
zaken worden meegedeeld?
· De Enkhuizer vrijwillige brandweer krijgt in bepaalde gevallen een
vergoeding. Die is echter lager dan de vng-normen. Wat is hiervan de
reden?
Wethouder Bode
(pvda) beantwoordt de eerste vraag als volgt. Afhankelijk van het
vrijkomen van de Boschschool kan de verdere planontwikkeling voor die
locatie vorm krijgen.
De voorzitter
zegt toe dat hij het antwoord op de tweede vraag van de heer Jans zal
opzoeken.
· De heer Jans (ne) memoreert dat in het fractievoorzittersoverleg van
januari - dat is naar maart verschoven - de personeelszaken zouden
worden behandeld die indertijd in een besloten commissiebijeenkomst
werden besproken.
De voorzitter
bevestigt dat het de bedoeling was nog in deze zittingsperiode
allerlei vragen over die materie te beantwoorden. Volgens een briefje
van mevrouw Dekker kan dat niet in februari gebeuren, omdat de in die
maand geplande vergadering mede in verband met het onderwerp
`dualisme' geen enkele ruimte meer heeft. Vandaar dat mevrouw Dekker
heeft voorgesteld in maart naar een geschikt moment te zoeken. Dan kan
zich echter het probleem voordoen dat de oude raad niet meer in
functie is, maar daaraan valt dan niets te doen.
· De heer Van Pijkeren (cu/sgp) benut de rondvraag om terug te komen op de brief inzake het inwinnen van informatie in de gemeentelijke organisatie. Dat schrijven zal in de raadscommissie aboz worden behandeld. Kan dan ook over de toezending van stukken aan commissie- en raadsleden worden gesproken? Daaraan schort af en toe nogal wat.
De voorzitter
erkent dat in de afgelopen week de toezending van stukken fout is
gegaan. De oorzaken daarvan hebben deze keer echt buiten de directe
invloedssfeer van de organisatie gelegen. Er bestaat echter geen
bezwaar tegen het verzoek in meer algemene zin over het verzenden van
de stukken te praten; dat zal dan ook gebeuren.
· De heer Van Pijkeren (cu/sgp) kreeg hedenavond een nogal alarmerend telefoontje van een surveillancecoördinator van het beveiligingsbedrijf `Regiocontrol'. Een functionaris van dat bedrijf werd gisteravond tijdens diens ronde op het Koperwiekplein door een vijftal niet-Hollandse jongeren dusdanig bedreigd dat bij de politie aangifte moest worden gedaan. Is het dagelijks bestuur van deze gemeente bereid met het bedrijf of de betrokken coördinator contact op te nemen om te bezien wat aan zulke situaties kan worden gedaan?
De voorzitter
zal morgenochtend contact opnemen met de groepschef, de heer Sijm, en
in overleg met deze bekijken welke actie kan worden ondernomen. De
raad zal hierover worden geïnformeerd.
· De heer Boland (d66) voert aan dat de fractie van d66 ooit 66 vragen
heeft gesteld. De 66e vraag heeft betrekking op de dijk
Enkhuizen-Lelystad en de indeling van het Markermeer. Onlangs heeft
het kabinet besloten definitief van de aanleg van de Markerwaard af te
zien. Dit moet voor bepaalde Noord-Hollandse gemeenten voldoende
aanleiding zijn om de bestuurlijke indeling van het Markermeer opnieuw
ter discussie te stellen.
De voorzitter
meldt dat momenteel een raadsvoorstel wordt geconcipieerd dat een
reactie is op het gs-stuk inzake de gemeentelijke herindeling van
West-Friesland. Daarin zal tevens een passage worden opgenomen over de
problematiek waarop de heer Boland doelt. Als dat door de gemeenteraad
van Enkhuizen wordt aanvaard, zullen provinciale staten van
Noord-Holland daarmee nog voor de zomer worden geconfronteerd.
· De heer Rieuwerts (vl/gl) haalt naar voren dat 2002 het voc-jaar is.
In de commissie rof werd afgesproken dat de raad via een map in de
leeskamer steeds zou worden geïnformeerd over de voortgang van dit
project en de inzet van de daarvoor beschikbare middelen. Na een
hevige discussie in de commissie werd in september 2001 een leesmap
samengesteld, maar nadien werd geen enkele nieuwe informatie in die
map ter inzage gelegd. Spreker is derhalve ten aanzien van dit
project, waarvoor de raad f 300.000,-- beschikbaar heeft gesteld,
volkomen onwetend over de stand van zaken.
Wethouder Bode
(pvda) toont zich verrast, want in het Peperhuis heeft over het
voc-programma een uitgebreide presentatie plaatsgevonden. Voor die
gelegenheid waren ook commissie- en raadsleden uitgenodigd. Los
daarvan zal hij nagaan of de meest recente informatie in de leesmap is
gelegd.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) benadrukt dat de presentatie in het Peperhuis samenviel met
een bezoek aan het Gependamproject, waarvoor eveneens raads- en
commissieleden waren uitgenodigd. Aangezien niemand zich in tweeën kan
delen, moest hij een keuze maken.
Wethouder Bode
(pvda) herhaalt dat hij persoonlijk zal nagaan of de meest recente
informatie ter inzage is gelegd.
De rondvraag wordt gesloten.
11. Sluiting.
De voorzitter
sluit deze vergadering na de raadsleden te hebben gevraagd aan tafel
te blijven zitten voor een gedachtewisseling met de rekeningcommissie
(22. 01 uur).
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Enkhuizen op dinsdag 5 maart 2002.
De secretaris, De voorzitter,
(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)
Scriptura / Haarlem / wjr | D:\D-SCRIP\ENK\0202-ENK.MW7.doc |
25-2-2002 22:51