---

Brieven aan de Kamer
---

Bijeenkomst van Navo-ministers van Defensie, 18 en 19 december 2001

05-02-2002

Op 18 en 19 december jl. zijn in Brussel de najaarsvergaderingen van de Navo-ministers van Defensie gehouden. In deze brief doe u ik u verslag van de belangrijkste punten van de vergaderingen; tevens bied ik u de communiqués aan van de Noord Atlantische Raad voor ministers van Defensie (NAC)D)), het Defensie Planning Comité (DPC), de Nucleaire Planning Groep (NPG), de Permanente Gemeenschappelijke Raad (PGR), het Navo-Oekraïne Comité (NUC) en de Euro-Atlantische Partnerschapsraad (EAPR).

Strijd tegen het terrorisme De strijd tegen het terrorisme en de gevolgen ervan voor het bondgenootschap en voor de partners stonden centraal in de verschillende bijeenkomsten. Navo-leden en partners spraken allen steun uit voor de internationale coalitie tegen het terrorisme. Secretaris Generaal Robertson benadrukte dat de gebeurtenissen van 11 september nieuwe eisen stellen aan het bondgenootschap. De Navo beschikt over capaciteiten die ook van belang zijn voor de bestrijding van het terrorisme. Tegelijkertijd bestaat de noodzaak van aanpassingen, onder meer in de verdediging tegen massavernietigingswapens. Secretaris Generaal Robertson wees er overigens nadrukkelijk op dat de defensiebestedingen achterblijven bij de nieuwe, uit de strijd tegen het terrorisme voortvloeiende, taken.

Minister Rumsfeld dankte de bondgenoten voor de politieke, militaire en morele steun in de operatie Enduring Freedom. Het ging er in deze fase van het conflict om de terroristen in Afghanistan niet te laten ontsnappen en hen niet de gelegenheid te geven de interim-regering te destabiliseren. Hij wees ook op de gevaren van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen. Er bestond een duidelijke samenhang tussen staten die terrorisme steunen en staten die over dergelijke wapens beschikken. In de strijd tegen de nieuwe dreigingen speelde de Navo een belangrijke rol, aldus Rumsfeld.

De bondgenoten sloten zich aan bij de woorden van Rumsfeld en benadrukten de noodzaak van verregaande maatregelen in de strijd tegen het terrorisme. In de interventies klonk het besef door dat de wederopbouw van Afghanistan eveneens een gezamenlijke aanpak vereist.

Evenals tijdens de informele bijeenkomst van Navo-ministers van Defensie in September (Kamerstuk nummer 27.925 nr. 4, verg. 2001/2002, d.d. 27-9-2001) heb ik het belang onderstreept van coördinatie van de aanpassingen van het nationale defensiebeleid van de lidstaten. In dit kader zullen de bevindingen van de taakgroep Defensie en Terrorisme (u toegegaan onder nummer 27.925, nr. 40 d.d. 18-1-2002) ook de andere Navo-landen toegaan. De permanente Navo-Raad kan vervolgens de soortgelijke beleidsherzieningen die andere leden thans uitvoeren vergelijken en de mogelijkheden voor betere samenwerking in de bestrijding van het terrorisme nader bespreken.

Balkan Tijdens de vergadering is gesproken over de herstructurering van de militaire aanwezigheid van de Navo op de Balkan. Dit onderwerp wordt tijdens de komende voorjaarsvergadering van de ministers van Defensie besproken, mede aan de hand van een militair advies dat SHAPE thans voorbereidt. De Britse minister van Defensie Hoon lichtte een Brits voorstel voor een meer regionale benadering van de Balkan toe. Deze aanpak komt voort uit het besef dat de regio als geheel voor dezelfde uitdagingen staat, waaronder het tegengaan van georganiseerde misdaad, extremisme en terrorisme. Het voorstel behelsde onder meer een accentverlegging van vredeshandhaving naar het bevorderen van regionale stabiliteit en het overdragen van taken naar plaatselijke civiele instanties. Ook het vergroten van de doelmatigheid maakte deel uit van het Britse voorstel. Minister Hoon meende dat, in het kader van de regionale benadering, de troepensterkte op de Balkan verminderd kan worden.

De overige ministers steunden de regionale benadering; deze zal tevens deel uitmaken van de voorstellen voor een herstructurering van de Balkan-operaties. Minister Rumsfeld verwachtte dat deze herstructurering een verkleining van de troepensterkte op de Balkan mogelijk zal maken. Minister Rumsfeld onderstreepte de blijvende betrokkenheid van de VS bij de Europese veiligheid en bevestigde nogmaals het samen uit samen thuis-beginsel.

Van Nederlandse zijde is opgemerkt dat de Navo lang betrokken zal zijn bij de veiligheid op de Balkan. We moeten streven naar doelmatigheid en naar een vermindering van de militaire bijdrage zodra de voortgang van het vredesproces dit toelaat. Nederland steunt het Britse voorstel voor een regionale benadering. Een toekomstige troepenvermindering betekent dat de plaatselijke overheden meer verantwoordelijkheid moeten dragen voor de veiligheid. De Europese betrokkenheid bij het versterken van de civiele sector blijft dan ook van fundamenteel belang.

Defence Capabilities Initiative Secretaris generaal Robertson vroeg opnieuw nadrukkelijk aandacht voor het Defence Capabilities Initiative (DCI). Van slechts de helft van de 58 DCI-maatregelen ligt de uitvoering op schema. Uitvoering van de DCI-maatregelen is van belang voor het verbeteren van de crisisbeheersingscapaciteiten van de Navo. De ontwikkelingen op onder meer het gebied van Suppression of Enemy Air Defence (SEAD), inlichtingencapaciteiten en de verdediging tegen massavernietigingswapens laten te wensen over. Robertson benadrukte dat de oplossingen hiervoor vooral gelegen zijn in het verhogen van de defensiebegrotingen en in multinationale samenwerking. De secretaris-generaal van de Navo was verheugd over het feit dat multinationale samenwerking tot een aanzienlijke verbetering heeft geleid in de coordinatie van de strategische lucht- en zeetransportcapaciteiten. Zoals bekend levert Nederland hieraan een belangrijke bijdrage door de huisvesting van de European Airlift Coordination Cell (EACC) in Eindhoven.

Navo-Rusland De ministers van Defensie van de Navo en Rusland bevestigden het belang van het besluit van ministers van Buitenlandse Zaken om de samenwerking te intensiveren. Een nieuwe raad à 20 zal zich buigen over onderwerpen als terrorismebestrijding, non-proliferatie van massavernietigingswapens en defensiehervormingen. De Navo-ambassadeurs zullen de komende tijd nieuwe mechanismen voor consultatie, samenwerking, gezamenlijke besluitvorming en gezamenlijk optreden ontwikkelen. Wel behoudt de Navo zich het recht voor à 19 besluiten te kunnen nemen die voortvloeien uit de verplichtingen en verantwoordelijkheden van het bondgenootschap.

De Russische minister van Defensie, Sergei Ivanov, wees op de noodzaak van een internationale aanpak voor de aanpak van terrorisme. Hij noemde tevens gebieden waarop de samenwerking met de Navo al succesvol verloopt: search and rescue at sea en het verzorgen van opleidingen aan uitgetreden militairen om hun integratie in de samenleving te verbeteren; ook noemde hij de operationele samenwerking op de Balkan. Een verdieping van de samenwerking was echter van belang. Hierbij benadrukte hij overigens dat Rusland geen gelijke stem nastreeft in zaken die de Navo als bondgenootschap aangaan, zoals artikel 5 van het Verdrag van Washington.

De Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, stond stil bij het besluit van zowel de Verenigde Staten als de Russische Federatie de aantallen strategische kernwapens terug te brengen tot 1700 tot 2200 stuks. Voorts ging hij in op het Amerikaanse besluit het ABM-verdrag met Rusland op te zeggen. Rusland heeft laten weten teleurgesteld te zijn over dit besluit, maar het niet als een dreiging te zien. Over het Amerikaanse opzeggen van het ABM-verdrag en de Amerikaanse voornemens ten aanzien van missile defence wordt u separaat geïnformeerd.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

mr. F.H.G. de Grave

Nieuws Ministerie van Defensie