CDA
Baarda: meer geld voor defensiepersoneel en -materieel nodig
"Het CDA kijkt met toenemende zorg naar de situatie waarin de krijgsmacht
zich nu bevindt. Hoge werkdruk, veel uitzendingen, talloze reorganisaties en
jarenlange bezuinigingen eisen hun tol. Om de inzetbaarheid ook voor de
langere termijn te kunnen garanderen, moet de bezuinigingstrend van de
afgelopen jaren worden gekeerd en structureel meer geld worden vrijgemaakt
voor personeel en materieel." Dit zei Eerste Kamerlid Joeke Baarda tijdens
de plenaire behandeling van de Begroting defensie 2002, dinsdag 5 februari
jl.
Baarda: "Defensie zal volgens het CDA moeten kiezen voor twee sporen:
vermaatschappelijking en hoogwaardige technologisering van de krijgsmacht.
Vermaatschappelijking heeft alles te maken met veranderingen en opvattingen
binnen onze samenleving. De krijgsmacht zal daarop moeten inspelen. Dat
vraagt om een andere benadering van het personeel in de krijgsmacht: niet
meer als nummer, maar als mens."
"Krijgsmachtonderdelen staan vaak voor een moeilijke taakuitoefening. Dit
geldt zeker voor vredesoperaties en uitzendingen. Het CDA acht het van
belang dat in alle opleidingen nadrukkelijk en permanent aandacht wordt
besteed aan ethische vorming en het overdragen van waarden en normen. Hier
is een rol weggelegd voor de geestelijke verzorgers en humanistische
raadslieden. Het bureau Ethiek en Krijgsmacht kan hierbij ook een
belangrijke rol spelen", aldus Joeke Baarda.
"Aspirant militair"
"Jongeren oriënteren zich al op jonge leeftijd op beroepskeuze en
maatschappelijke carrière. Het is dan ook van belang dat zij vroegtijdig
kennis krijgen van de mogelijkheden die er zijn bij de krijgsmacht. Door de
Tweede-Kamerfractie van het CDA en ook in de zojuist door mij geciteerde
CDA-nota zijn daarover verschillende suggesties gedaan. Wat doet de
staatssecretaris met deze suggesties en op welke wijze bevordert hij dat
jongeren vroegtijdig en op vrijwillige basis kennis kunnen nemen van
hunmogelijkheden voor een carrière bij de krijgsmacht? Wat vindt de
staatssecretaris overigens van de suggestie van de ACOM, de CNV-bond van
militairen, om in het kader van de problematiek van werving en opleiding bij
defensie als mogelijke oplossing de status van "aspirant militair" te
introduceren? De ACOM denkt dan aan een leer- en werkovereenkomst van twee
jaar met schoolverlaters die volgens de thans geldende normen nog te jong
zijn om in dienst te gaan. In die contractperiode zou de aspirant-militair
een gedegen training en opleiding moeten krijgen die uiteindelijk kan leiden
tot een "volwaardig" dienstverband bij de krijgsmacht op achttienjarige
leeftijd. Er zullen toch mogelijkheden moeten worden geschapen om
schoolverlaters die dat willen, te binden aan de krijgsmacht, omdat zij
anders veelal een loopbaan zullen zoeken in andere sectoren van de
maatschappij. Dat vraagt overigens wel voldoende opleidingscapaciteit bij
defensie en die is thans onvoldoende."