Universiteit Twente
Persberichten > Nieuw > 02-005
02-005 07-02-2002
Oratie prof. Denters over samenwerkend bestuur en publieksparticipatie
Grotestedenbeleid: doorbreek de vicieuze cirkel van de onvrede
In de retoriek van het grotestedenbeleid is `samenwerkend bestuur' het
motto: een bestuur waarin overheid, burgers en andere lokale partijen
zoals het bedrijfsleven samenwerken. Een mooi ideaal, maar niet zonder
de nodige hindernissen. Juist voor de buurtbewoner in de
achterstandswijk, om wie het hele beleid in de kern gaat, zijn de
drempels om te participeren hoog. Lukt het echter niet om ook
buurtbewoners bij de zaak te betrekken, dan dreigt een een "nieuwe
oligarchie, vergelijkbaar met het stedelijk bestuur in de achttiende
eeuw." Dit stelt prof.dr. Bas Denters in zijn intreerede als bijzonder
hoogleraar Grotestedenbeleid aan de Universiteit Twente. Denters houdt
zijn oratie op 7 februari aanstaande.
Hoofddoel van het grotestedenbeleid, zoals ook geformuleerd in het
regeerakkoord van Paars II, is het verbeteren van de levenskansen van
kwetsbare groepen in de samenleving. Een andere manier van besturen is
daarvoor nodig, is de gangbare opvatting. De term `samenwerkend
bestuur' valt dan al gauw: alle belanghebbenden doen mee voor het
beste resultaat. Overheid, maar ook instellingen en bedrijfsleven. En
natuurlijk de burger. Denters diept in zijn rede deze bestuursvorm
uit: is die open genoeg? Hoe zit het met rechtszekerheid en effectieve
behartiging van het publieke belang. Maar om te beginnen: kómt het er
eigenlijk wel van in de praktijk? Doet de burger bijvoorbeeld wel mee?
Snel scoren?
In de theorie over stedelijke regimevorming haalt Denters onderzoek
aan uit de Verenigde Staten, waaruit een aantal conclusies wordt
getrokken: men beperkt de samenwerking vaak tot een kleine groep die
beschikt over schaarse hulpmiddelen (geld, invloed, grond) en streeft
naar eenvoudige doelen en kortetermijnsuccessen. "Deze analyse
voorspelt voor het Nederlandse grotestedenbeleid weinig goeds", omdat
de moeilijk tembare achterstandsproblemen juist een brede coalitie
vereisen. Daarvoor zijn zowel professionele participatie èn
publieksparticipatie vereist: inbreng van bedrijven en instellingen
die beschikken over schaarse hulpbronnen, maar ook de inzet van de
burger. Zonder deze inzet is duurzame verbetering van buurten een
illusie. Daarbij tekent Denters aan dat de situatie in de VS verschilt
van die in Nederland, in zoverre dat Amerikaanse stadsbesturen
bijvoorbeeld veel meer moeten leunen op het lokale bedrijfsleven.
Regels en openheid
Denters concludeert onder meer dat de openheid van samenwerkend
bestuur voor buurtbewoners onder druk staat: zij beschikken nu niet
over voor anderen waardevolle hulpbronnen.. Een stevige institutionele
verankering kan helpen bij een beter samenwerkend bestuur. Door
burgers bepaalde bevoegdheden te geven (instemmingsrecht bij
beslissingen bijvoorbeeld) kun hun positie structureel versterken. De
aanstaande dualisering van het gemeentebestuur geeft volgens de
hoogleraar een impuls aan de democratische controle. Ook correctieve
referenda vindt hij een goede aanvullende voorziening. Denters plaatst
wel een kanttekening: "Laat er geen misverstand over bestaan: het
samenwerkend bestuur moet ook weer niet worden `dichtgeregeld".
Overdreven institutionalisering schiet zijn doel voorbij en frustreert
de samenwerking."
Onvrede
Bij buurtparticipatie onderscheidt Denters civiele en politieke
participatie. Civiele participatie kan betekenen dat een groepje
bewoners zwerfvuil gaat opruimen of 's avonds gaat wachtlopen in de
buurt. Maar het kan ook via de weg van de politiek. Bij politieke
buurtparticipatie proberen buurtbewoners het gemeentebestuur in te
schakelen bij het oplossen van hun problemen.
Maar waarom zóu de burger eigenlijk participeren? Onvrede met de
situatie in de buurt kan een motief zijn, of burgerzin. Onderzoek in
Enschedese wijken geeft aan dat juist in minder welvarende wijken de
buurtparticipatie in geringe mate wordt gezien als een soort
burgerplicht wordt gezien. Opmerkelijk is in deze buurten ook het lage
onderlinge vertrouwen van de buurtbewoners en de geringe bereidheid
elkaar bij problemen te helpen: bijna de helft van de ondervraagden
geeft aan dat ze verwachten vergeefs een beroep op buren te zullen
doen, als het erop aan komt Onvrede met de buurt heeft een negatieve
invloed op het onderlinge vertrouwen van buurtgenoten. Dat kan een
neerwaartse spiraal veroorzaken van wantrouwen, geringere
buurtparticipatie, verdere achteruitgang en groter wantrouwen...
Versteviging van het sociaal vertrouwen en oude normen van `noaberhulp' (sociaal kapitaal) zijn dus essentieel voor een de participatie van de mensen om wie het juist gaat. Ook de samenstelling van de buurtbevolking kan een rol spelen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat aanwezigheid van meer hoogopgeleide, welvarende buurtbewoners leidt tot meer individuele politieke buurparticipatie: ze pakken makkelijker de telefoon om processen te beïnvloeden of verkeren in formele en informele circuits die van invloed zijn. Onderzoek in Nederland moet uitwijzen of dat ook in Nederland zo is.
Roombeek
Interessant is de bijzondere situatie van de wederopbouw van de wijk
Roombeek, na de vuurwerkramp in Enschede. Daar is men volgens Denters
erin geslaagd een "tamelijk representatief proces van
buurtparticipatie" te realiseren. Mensen die wel meedoen blijken niet
echt te verschillen van mensen die niet meedoen, in opleiding,
geslacht en inkomen. Participanten en niet-participanten zijn het in
grote lijnen eens over de belangrijkste strijdpunten in het debat over
de wederopbouw. Natuurlijk gaat het hierbij wel om een bijzondere
situatie, die leidt tot een meer dan gewone betrokkenheid bij de
problematiek.
KISS
Het samenwerkend bestuur in grote steden wil Denters gaan onderzoeken
in het UT-speerpunt "Governance in a complex society". Ook is hij
wetenschappelijk directeur van het Kennisinstituut Stedelijke
Samenleving (KISS). Dit is een samenwerkingsverband van UT, Saxion
Hogeschool, de provincie, de vijf grote steden in Overijssel, en
private partijen. KISS slaat een brug tussen publieke en private
partijen, voor de revitalisering van de steden in Overijssel.
Voorzitter van KISS is de drs. H.H. Apotheker, burgemeester van
Steenwijk.
Noot voor de pers
Prof.dr. S.A.H. (Bas) Denters (47), bijzonder hoogleraar
Grotestedenbeleid, houdt zijn oratie op 7 februari, 16.00 uur, in het
Bestuursgebouw van de Universiteit Twente. Denters studeerde
politicologie in Nijmegen en promoveerde in 1987 op het bekroonde
proefschrift `Partijen, kiezers en gemeentelijk beleid'. Hij is sinds
1979 werkzaam aan de UT-faculteit Bestuurskunde.
De redetekst `Grootstedelijk bestuur: over stedelingen en
stadsbestuurders' is integraal beschikbaar.
Contactpersoon Universiteit Twente, Bureau Communicatie: ir. W.R. van
der Veen, tel (053) 489 4244, mobiel 06 53937044 e-mail
w.r.vanderveen@utwente.nl
© Universiteit Twente 1997-2000