Ministerie van Verkeer en Waterstaat
7 februari 2002
Beleidsagenda voor de kust gereed
Staatssecretaris drs. J.M. de Vries van Verkeer en Waterstaat heeft
haar beleidsagenda voor de kust gepresenteerd. Dit gebeurde op de
conferentie Nieuw Nederlands Peil over integraal kustzonebeleid in het
Kurhaus in Scheveningen. Onderwerpen op de beleidsagenda voor de kust
zijn de aanpak van zwakke plekken in de kustverdediging en de
risicobeheersing in de kustplaatsen. De beleidsagenda is het resultaat
van een studie van de ministeries van V&W, VROM, LNV en EZ,
kustprovincies en gemeenten en waterschappen.
Er spelen op dit moment allerlei ontwikkelingen in de kustzone. De
toenemende spanning tussen zeespiegelstijging en de maatschappelijke
druk op de kust door verstedelijking, stelt de overheid voor een breed
scala aan beleidsopgaven. Kustberekeningen geven aan dat langs de
Nederlandse kust op een aantal plaatsen de daarvoor vastgestelde
veiligheid van het achterland op een termijn van 50 jaar niet kan
worden gegarandeerd.
De staatssecretaris gaat op korte termijn plannen ontwikkelen voor het
versterken van de belangrijkste zwakke schakels: de kust van West
Zeeuws-Vlaanderen, de kust van Delfland (Hoek van Holland-Kijkduin) en
de kust van de kop van Noord-Holland (Den Helder-Callantsoog). Doel is
voor deze kustvakken de veiligheid tegen overstromingen tussen nu en
vijftig jaar te waarborgen. Naast landwaartse opties, gericht op de
huidige kustlijn, worden in de planstudie ook met name zeewaarts
gerichte opties onderzocht. Bij de uiteindelijke keuze zal de
maatschappelijke kosten/baten-analyse een belangrijke rol spelen. Het
ministerie van Verkeer en Waterstaat zal voor de uitwerking van de
plannen nauw samenwerken met de andere ministeries, de betrokken
provincies, gemeenten en waterschappen. De resultaten van de Kustvisie
van de provincie Zeeland en van de strategische visie Hollandse kust
2050 van de provincies Noord- en Zuid-Holland zullen in de planstudie
worden meegenomen.
Voor de beheersing van de risicos in de kustplaatsen kiest de
staatssecretaris ervoor om de huidige afslaggrens vast te houden.
Hiervoor zijn extra zeewaartse maatregelen nodig zoals een beperkte
zeewaartse verschuiving van de basiskustlijn. De winst voor de
kustplaatsen is dat er aan de landzijde ruimte ontstaat voor een
kwaliteitsimpuls. De staatssecretaris wil soepeler omgaan met
vergunningen voor bebouwing in de reserveringszone. In gebieden waarin
pas op langere termijn werken zijn voorzien, ziet ze goede
mogelijkheden om tijdelijke vergunningen uit te geven. Zo hebben
ondernemers zekerheid bij het nemen van investeringsbeslissingen en
wordt de economische ontwikkeling in de kustzone niet belemmerd.
Een andere maatregel waar de staatssecretaris aan denkt is
intensivering van de zandsuppleties, waardoor voor kustplaatsen een
grootschalige zandbuffer in zee ontstaat. Dit is gunstig is voor
recreatie en toerisme.
De komende vier maanden zal de beleidsagenda voor de kust worden
besproken met specifieke doelgroepen, overheden en overleg- en
adviesorganen. De resultaten van deze discussies en adviezen zullen
worden betrokken bij het opstellen van een Beleidslijn voor de kust,
die eind 2002 aangeboden zal worden aan de Tweede Kamer.