Gemeente Utrecht

GROTE VIER PLEITEN VOOR MEER SAMENWERKING EN EEN STERKERE REGIEROL

De vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4) gaan de komende jaren nauw samenwerken om een internationaal georiënteerde, economisch sterke Randstad te ontwikkelen. Tegelijkertijd maken de G4 een aanvalsplan om de sociaal en culturele problemen van de steden aan te pakken.

De plannen en maatregelen die de G4 voor ogen hebben, staan in het manifest De stad in de wereld, de wereld in de stad, dat de (loco)burgemeesters Cohen, Opstelten, Engering-Aarts en Brouwer-Korf op donderdag 7 februari 2002 hebben gepresenteerd. Het manifest werd aangeboden aan de voorzitter van de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer De Cloe.

Net als het Rijk bereiden de vier grote steden zich voor op de nieuwe regeerperiode en het regeerakkoord. De G4 sluiten zich aan bij de kansen en uitdagingen geformuleerd in de Rijksverkenningen. Deze worden zowel op Rijks- als op lokaal niveau gesignaleerd, maar spelen zich met name op lokaal niveau af, met een concentratie in de vier grote steden.

Het gaat zowel beter als slechter in de G4. Beter dan bij aanvang van het Grotestedenbeleid en de stedelijke vernieuwing voor mogelijk werd gehouden. Slechter omdat de voorspoed ook problemen aan de oppervlakte heeft gebracht of heeft verscherpt. De G4 hebben tien concrete voorstellen geformuleerd die zij samen met het Rijk nader willen uitwerken.

De G4 willen vooral bereiken dat in de komende kabinetsperiode een flinke stap voorwaarts wordt gezet met de uitvoering van plannen om de economische kracht van de Randstad te versterken en de sociale en fysieke problemen van de steden op te lossen.

Een belangrijke voorwaarde daarvoor is de versterking van hun regierol. De G4 zien zichzelf als ketenregisseur voor vraagstukken als werk en inkomen, veiligheid, onderwijs en zorg. Zo willen ze de zeggenschap over een deel van de AWBZ-gelden (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) om de zorg voor dak- en thuislozen, verslaafden en mensen met psychiatrische problemen te verbeteren.

De uitvoering van de plannen vraagt ook om versterking van de bestuurlijke samenwerking. Om te beginnen hebben de G4 afgesproken de onderlinge samenwerking te intensiveren, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het voornemen een gemeenschappelijk kantoor in Brussel te openen. Verder is -afhankelijk van het onderwerp- intensivering van de samenwerking nodig op de schaal van de Randstad, provincie en Kaderwetregio's. De G4 willen de samenwerking met het kabinet en de Haagse departementen in het kader van het Grotestedenbeleid continueren.

De G4 staan voor een dubbele opgave, de titel van het Manifest verwijst daarnaar: De stad in de wereld. De wereld in de stad. De globalisering van de samenleving vraagt om een vergaande krachtenbundeling: de vier steden willen samen een stad in de wereld worden, die een internationaal concurrerend vestigingsmilieu biedt. Dit vereist de ontwikkeling van een sterke Randstad, die moet uitgroeien tot een Deltametropool. Om dit te realiseren stellen de G4 voor om:
* De reistijden in de Randstad te halveren door realisatie van Deltanet: een samenhangend netwerk van openbaar vervoer, hoofdwegen en overstappunten.
* De internationale concurrentiekracht van de Randstad te versterken door te investeren in de mainports en de sleutelprojecten Amsterdam Zuidas, Rotterdam Centraal, Den Haag Hoog Hage en Utrecht Stationsgebied.
* Voldoende ruimte te maken voor kwaliteit in wonen, werken en recreëren binnen de Randstad.
* Een krachtige impuls te geven aan vernieuwing van verouderde stedelijke gebieden.
* Alle burgers en bedrijven aan te sluiten op breedband: de `Randstad op glas'.

Het tweede deel van de opgave bestaat uit het benutten van de wereld in de stad. De bevolking van de steden omvat mensen van 160 nationaliteiten. Van de nieuwkomers in Nederland vestigt zich een onevenredig groot deel in de vier grote steden. Dit levert problemen én kansen op die moeten worden aangepakt en benut. Het aanvalsplan, dat de G4 hiervoor de komende maanden verder zullen uitwerken, is gericht op:
* Het behouden en terugwinnen van de midden- en hogere inkomensgroepen door investeringen in nieuwe woonmilieus en in voorzieningen.
* Versterking van de emancipatiefunctie van de stad door investeringen in onderwijs, inburgering en werk en activering.
* Versterking van de kenniseconomie door het stimuleren van het gebruik en de ontwikkeling van kennis.
* Investeringen in het (internationale) culturele profiel van de Randstad.
* Het bieden van bescherming en zorg door het krachtig voortzetten van de strijd tegen criminaliteit, waaronder een stevige aanpak van de jeugdcriminaliteit, en verbetering van de maatschappelijke opvang van met name de dak- en thuislozen en verslaafden.

De realisatie van de plannen uit het Manifest vergt - naast een hechte samenwerking en een sterke regierol - extra geld. De G4 zelf trekken hiervoor de komende jaren grote bedragen uit. Maar duidelijk is, dat het zonder (soms forse) bijdragen van de rijksoverheid niet kan. Zo vereist de realisatie van Deltanet een investering - in de periode tot 2020 - van ruim EUR 30 miljard. Voor de sleutelprojecten is een rijksbijdrage van EUR 1 miljard nodig, voor de vernieuwing van verouderde gebieden in de G4 gaat het om een bedrag van EUR 3,9 miljard. Welke investeringsbedragen nodig zijn voor maatregelen op sociaal en maatschappelijk gebied, zullen de G4 in de komende maanden vaststellen bij het maken van het aanvalsplan.

Utrecht , 7 februari 2002