Productschap Margarine


MVO-voorzitter: het gaat om vertrouwen

Het vertrouwen van de consument zal in 2002 moeten worden herwonnen, zowel door de overheid als door het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedselautoriteit (NVA) en de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EVA) zullen hierbij een belangrijke rol spelen. De consument moet weer vertrouwen krijgen, in het bedrijfsleven dat het voedsel maakt en in de overheid die het bedrijfsleven controleert. Dit was de kernboodschap van de rede die MVO-voorzitter dr. G. Bresser op 21 januari jl. herbenoemd voor de periode 2002-2003 - op donderdag 31 januari heeft gehouden ter gelegenheid van de Nieuwjaarsreceptie.

De adviezen van NVA en EVA zullen openbaar zijn. De combinatie van onafhankelijke autoriteit en transparantie moet leiden tot meer vertrouwen en ook heldere besluitvorming op basis van wetenschappelijke inzichten. Immers, als een gezaghebbende organisatie met een wetenschappelijk gefundeerd advies komt, zal de overheid dit advies ter harte moeten nemen en zal zij het zich ook niet kunnen veroorloven een besluit telkens op te schorten. Momenteel gebeurt dat helaas nog regelmatig.

Bresser herinnerde de toehoorders in dit verband aan de penibele situatie waarin de dierlijk-vetsector is beland doordat al meer dan een jaar in Duitsland het gebruik van dierlijke vetten in diervoeder is verboden, zonder dat hiervoor enige wetenschappelijke basis is. De reactie van de Nederlandse overheid was om de invoer van dierlijke vetten uit Duitsland dan ook maar te verbieden voor gebruik in diervoeder. Medio vorig jaar bleek uit het advies van het Brusselse Scientific Steering Committee dat voor zon verbod geen grond bestaat. Tot op de dag van vandaag heeft dit inzicht helaas nog niet geleid tot een eenduidig beleid in de EU ten aanzien van dierlijke vetten, tot grote schade van de MVO-bedrijven.

Voeding
Niet alleen de overheid, ook het bedrijfsleven moet volgens de MVO-voorzitter het vertrouwen van de consument steeds opnieuw verdienen. Voedingsketens zullen hiertoe transparanter moeten worden. Uit vele rapporten blijkt dat consumenten meer transparantie verwachten van het bedrijfsleven over wat men doet en hoe men produceert. In dat kader lijken behalve voedselveiligheid ook onderwerpen als duurzaamheid, traceerbaarheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen nadrukkelijker op de consumentenagenda te komen.

Voedselveiligheid blijft echter vooralsnog prioriteit nummer 1, voor overheid en bedrijfsleven, dus ook voor het productschap. Het productschap heeft een coördinerende en stimulerende rol bij het versterken van de ketenbeheersingsystemen voor eetbare plantaardige oliën. Thans worden op basis van risicoanalyses in samenwerking met Fediol door diverse projectgroepen specifieke beheersmaatregelen uitgewerkt ter versterking van de keten. Behalve deze ketenborgingsprojecten is voor het productschap het ontsluiten van informatie over lastig toegankelijke wetgeving over voedselveiligheid een belangrijk aandachtspunt. MVO heeft in dit kader bijvoorbeeld samen met Fediol een online database ontwikkeld met wettelijke residulimieten voor pesticiden in oliën en vetten in alle Europese landen. Deze databank komt een dezer dagen beschikbaar en zal de komende maanden verder worden uitgebreid.

Diervoeders
Met het recente EU-besluit over de Algemene Levensmiddelenverordening is nog eens de nauwe relatie tussen diervoeder- en voedselveiligheid bevestigd. De MVO-voorzitter sprak de hoop uit dat levensmiddelen- en diervoederwetgeving nu meer parallel gaan lopen. De levensmiddelenwetgeving kent al een wettelijke HACCP-verplichting en met de Hygiëneverordening die nu in de maak is, wordt de toepassing ervan uitgebreid tot schakels eerder in de keten. In lijn hiermee ligt het voor de hand HACCP ook in de diervoederketen verplicht te stellen.

Naar verluidt werkt de Europese Commissie aan voorstellen op dit terrein. Een Europese wettelijke verankering van de HACCP-verplichting voor de diervoederketen zal volgens Bresser de implementatie van kwaliteitssystemen zoals de Nederlandse GMP in de andere EU-landen versnellen. Voor een internationaal werkende sector als de oliën- en vettensector is van groot belang dat in de gehele EU uniforme eisen worden gesteld aan diervoedervetten. Bovendien wordt het zo eenvoudiger om aan de import uit derde landen gemeenschappelijke eisen op het gebied van diervoederveiligheid te stellen en concurrentievervalsing te voorkomen.

Biotechnologie
Vertrouwen en transparantie staan ook centraal in de discussie over moderne biotechnologie. De Commissie Terlouw pleit voor betere informatievoorziening aan de consument en een eenvoudige, herkenbare en heldere etikettering, en de MVO-voorzitter gaf aan zich hierin helemaal te kunnen vinden. ,,Dit is mij uit het hart gegrepen. Al jaren en jaren wordt gebakkeleid over de etikettering van genetisch gemodificeerde levensmiddelen. Het is verbazingwekkend dat zowel beleidsmakers als veel maatschappelijke organisaties hun heil blijven zien in steeds verdergaande complexe etiketteringsregels als remedie tegen alle kwalen. Terwijl aan de ene kant het besef groeit dat drempelwaarden onvermijdelijk zijn, gezien de mondiale introductie van biotechnologie, wil men aan de andere kant producten die tot in de vijfde graad zijn afgeleid van ggos en die geen spoortje genetisch gemodificeerd eiwit of DNA bevatten, toch als biotechproduct gaan etiketteren. Dit is een heilloze weg, niet alleen omdat de consument hiermee geen duidelijke informatie wordt verschaft, maar ook omdat dergelijke etiketteringsregels niet handhaafbaar en controleerbaar zijn.
Deze regels zullen volgens hem eerder leiden tot onduidelijkheid dan tot goede informatievoorziening en dito controle. Met andere woorden: het vertrouwen van de consument zal door de voorgestelde etiketteringseisen niet toenemen. Bresser bepleitte dan ook andere methodes, zoals het ontwikkelen van interactieve productinformatiesystemen, waarmee de geïnteresseerde consument op maat informatie kan verkrijgen over het gebruik van onder andere biotechnologie.

Duurzame energie
De grote energiedichtheid maken plantaardige en dierlijke oliën en vetten geschikt als brandstof voor mobiele motoren, voor de opwekking van elektriciteit en warmte en in oleochemische toepassingen. Op een aantal punten moeten nog wel technische problemen worden overwonnen. Nu de afzet van bepaalde oliën en vetten richting diervoeder mede als gevolg van overheidsmaatregelen afneemt, wil het productschap zich graag in nauwe samenspraak met de overheid en bedrijven inzetten voor nieuwe toepassingen van oliën en vetten als duurzame energiebron. Dit kan in de vorm van verbranding van vetten in energiecentrales ter verkrijging van groene stroom maar ook in de vorm van biodiesel.