Partij van de Arbeid
Den Haag, 7 februari 2002
BIJDRAGE VAN JO HORN (PvdA) AAN HET ALGEMEEN OVERLEG OVER DE NOTA
VERSTERKING VAN DE POSITIE VAN DE CONSUMENT (27 879 NR. 1) EN NEDERLANDSE
REACTIE GROENBOEK (27 879 NR. 3)
Algemeen
Vandaag is aan de orde de nota van het kabinet over de versterking van de
positie van de consument. Uitgangspunten voor de PvdA bij het toetsen van
het consumentenbeleid van de overheid zijn:
* Transparantie van markten, diensten, contracten
* Veiligheid van producten
* Integriteit van aanbieders
* Rechtszekerheid voor de consument
* Keuzevrijheid voor de consument
* Kwaliteit van producten en diensten (waaronder duurzaamheid)
Wij zullen de nota aan de hand van deze uitgangspunten beoordelen.
Als inventarisatie van het consumentenbeleid voldoet de nota redelijk. Het geschetste beeld maakt wel meteen pijnlijk duidelijk dat het consumentenbeleid van de overheid erg versnipperd is. Op een groot aantal (deel)markten is er sprake van verschillende stadia van ontwikkeling.
Dat maakt de behoefte aan een meer samenhangende en richtinggevende visie op
consumentenbeleid des te nijpender.
Ik zou de staatssecretaris willen vragen op welke wijze hij een meer
coördinerende in plaats van inventariserende rol van zijn kant vorm zou
willen geven?
De visie achter de nota lijkt dat de consument mondig is en dat door goede
marktwerking vanzelf de beste producenten en diensten worden aangeboden.
Daarbij wordt meermalen gerefereerd aan het hoge gemiddelde opleidingsniveau
van de consument. Opmerkelijk is dat de Consumentenbond, waarbij deze
doelgroep voor een belangrijk deel is aangesloten, nog zo'n slordige 300.000
klachten per jaar te verwerken krijgt.
Volgens het kabinet is "de kern van het consumentenbeleid de consument te
ondersteunen in zijn positie aan de vraagzijde van de markt". Dat klinkt
mooi. Er is de afgelopen jaren in diverse sectoren meer concurrentie
ontstaan. Het is echter de vraag of de positie van de consument over de hele
linie is versterkt. In diverse sectoren (taxi's, notarissen spoorvervoer,
kabel, zorg, energie, makelaars) is eerder van een verslechtering sprake.
Hoewel de overheid naar de opvatting van de PvdA-fractie de mondige consument niet aan het handje hoeft te houden, is toch in veel gevallen is een proactievere opstelling van de overheid gewenst. Wij willen niet alles met wetgeving dichttimmeren. Het gaat naar de opvatting van de PvdA niet om meer regelgeving, maar wel om voldoende toezicht, handhaving en effectuering van de bestaande regels en het creëren van transparantie.
Keurmerken
De consument wordt geconfronteerd met een groot aantal keurmerken bij
goederen en diensten. Een keurmerk suggereert dat een product aan bepaalde
kwaliteitseisen voldoet. In werkelijkheid blijken keurmerken vaak nauwelijks
meerwaarde te bieden boven de normale wet- en regelgeving. Vaak is ook
onduidelijk wie een keurmerk verleent en welke criteria worden gehanteerd.
Er zijn nauwelijks regels waaraan een keurmerk moet voldoen.
Rond keurmerken hangt daarom vaak ten onrechte een aura van kwaliteit. Ik
zou aan de staatssecretaris willen voorleggen of er geen strengere
minimumeisen - die hoger liggen dan wat nu wettelijk verplicht is - aan
keurmerken dienen te worden gesteld. De PvdA-fractie is daar een voorstander
van. Een standaardregeling zou te overwegen zijn. Ik verneem graag het
standpunt van de staatssecretaris
Algemene leveringsvoorwaarden
In veel branches zijn door betrokken marktpartijen in SER-verband algemene
leveringsvoorwaarden vastgesteld. Die hebben echter uitsluitend betrekking
op ondernemingen die lid zijn van de betreffende brancheorganisatie.
Niet-leden voldoen niet aan de voorwaarden en kennen daarom vaak ook geen
geschillenregeling. In sommige branches waar veel klachten over bestaan,
zoals de keuken- en parketbranche, kan de consument daarom niet op een
laagdrempelige manier zijn recht halen. Het Burgerlijk wetboek kent de
mogelijkheid om voor bedrijfstakken een zogenaamde Standaardregeling vast te
stellen waaraan overeenkomsten moeten voldoen. Voor bedrijfstakken met veel
consumentenproblemen bepleiten wij algemene leveringsvoorwaarden voor de
hele sector - inclusief niet-leden van de branchevereniging - verbindend
worden verklaard. Is de staatssecretaris bereid op dat punt stappen te
ondernemen?
Garantie
Deze week is in de Kamer de aanpassing van boek 7 BW aanhangig inzake
consumentenbescherming. Daarbij gaat het om de rechten van de consument bij
non-conformiteit (de zaak voldoet niet aan de bij het sluiten van de
overeenkomst veronderstelde eigenschappen).
Voorbeelden van extra bescherming:
* montage- en installatiefouten;
* gebrekkige grondstoffen;
* naast verplichting verkoper tot terugbetaling of vervanging ook
verplichting tot herstel;
* vervanging en herstel dient kosteloos te geschieden (dwingend);
* eventueel misleidende reclame-uitingen worden mede bepalend voor
beoordelen conformiteit.
Allemaal goede zaken vanuit het oogpunt van de consument, maar de consument
is heel vaak niet op de hoogte van de bestaande rechten. Leveranciers zijn
heel vaak niet op de hoogte van hun rechten en plichten.
Wij achten een goede voorlichting aan consument en producent van groot
belang. Is de staatssecretaris van plan op korte termijn initiatieven te
nemen?
Geschillenbeslechting
Bij ontevredenheid over de aankoop van een product heeft de klant de
mogelijkheid zijn conflict met de leverancier aan de rechter voor te leggen.
Die drempel is nogal hoog en bovendien kostbaar (in geld, tijdsduur,
belasting rechterlijk apparaat). Dat geldt voor zowel de consument als de
producent. Reden waarom een toenemend aantal branches een
geschillencommissie of klachtencommissie in het leven heeft geroepen. Op
zich is dat een goede ontwikkelingen, maar er zijn een aantal vraagpunten.
Uit onderzoek blijkt evenwel dat consumenten nauwelijks op de hoogte zijn van hun rechten of het bestaan van geschillencommissies. De doorlooptijden bij de afhandeling van consumentengeschillen zijn - zo blijkt - te lang. Neemt het aantal verschillende geschillen- en klachtencommissies niet zodanig toe dat de consument door de bomen het bos niet meer ziet? Moeten er geen regels over klachten en geschillencommissie worden gesteld, waardoor meer eenheid en uniformiteit ontstaat? Garandeert de samenstelling van de commissie altijd wel die onafhankelijkheid die gewenst is? Zou er niet een centrale autoriteit dienen komen, waarbij consumenten met klachten terechtkunnen en die toeziet op de behandeling en afhandeling van de klachten? Het is ons inziens te overwegen na te gaan of het oprichten van een Consumentenkamer bij de NMa in die behoefte kan voorzien.
De PvdA is van mening dat de staatssecretaris op dit punt te veel achterover leunt. Wil hij - zo vraag ik mij af - de knelpunten niet zien?
Transparantie
03-ktwerking op zich zal niet alle consumenten in staat stellen de juiste
keuzes te maken. Daarvoor is meer transparantie is nodig en dit kan niet
zonder dat de overheid dat afdwingt. Er moet bijvoorbeeld goede rapportage
over maatschappelijk verantwoord ondernemen komen. Het
initiatiefwetsvoorstel Koenders-Rabbae geeft een goede aanzet om de
consument op dit vlak meer transparantie te bieden zodat die ook kan weten
welke producent het beste zijn "consumer concerns" weg kan nemen.
Een goed voorbeeld van de noodzaak voor meer transparantie biedt ook de financiële sector (banken, verzekeringen, beleggingsinstellingen) waar de consument door de bomen het bos niet meer kan zien. Bovendien ontbeert de consument vaak de kennis om weloverwogen te kunnen oordelen over de diensten die worden aangeboden. Regelgeving die dit moet verbeteren komt nu van de grond, maar zal in de praktijk zich nog moeten bewijzen.
Duidelijk is voor de PvdA dat de transparantie in vele sectoren niet door
zelfregulering van de grond zal komen. Zonder dwang van de overheid lukt het
niet. De financiële sector lijkt af en toe eerder baat te hebben bij
onduidelijke voorwaarden en voorlichting. Gelukkig heeft de minister van
Financiën deze week in de Kamer blijk gegeven van meer begrip voor de
ondoorzichtigheid van de financiële markten.
Consumentenportaal
Het in de nota aangekondigde Consumentenportaal op internet moet consumenten
informatie geven, de mogelijkheid tot doorklikken naar consumentenpagina's
van ministeries, toezichthouders e.d. Uiteraard is dit op zich toe te
juichen, maar je bereikt er eerder de toch al bewuste consument mee die zelf
de mogelijkheden verkent, in plaats van de minder mondige consument. Ook dit
voornemen laat weer zien dat als het om consumenten bescherming gaat de
staatssecretaris een minimalistisch standpunt inneemt.
De vraag is hoe de staatssecretaris ook de consumenten denkt te bereiken die
geen toegang tot internet hebben? Concreet: hoe wordt de minder bewuste
burger bewust gemaakt?
Vervoer
Zelfregulering in het openbaar vervoer lijkt ook wat betreft de bescherming
van consumentenbelangen niet te werken. De reizigers oordelen steeds
negatiever over de NS blijkt uit een onderzoek van consumentenorganisaties.
Er ligt nu zelfs een compleet zwartboek. In het derde kwartaal van dit jaar
kreeg de NS nog net een mager zesje en op onderdelen zoals het op tijd
rijden zelfs een onvoldoende. De NS is op afstand geplaatst en waardoor de
publieke zeggenschap is afgenomen. De positie van de consument is evenwel
niet gelijktijdig versterkt. Weliswaar is er een poging gedaan de positie
van de reiziger te versterken door de oprichting van het Landelijk Overleg
Consumentenorganisaties Openbaar Vervoer (LOCOV) maar ook dit lijkt vooral
een papieren tijger te zijn omdat dit orgaan slechts adviesrecht heeft. Wij
zijn voorstander een instantie waar een groepen consumenten met collectieve
klachten terecht en welke in geschillen een bindend advies kan geven. Wat is
de mening van de staatssecretaris hierover?
Onlangs stapten de Consumentenbond, de ANWB en Rover uit het overleg met de
NS en het stads- en streekvervoer omdat de openbaar vervoer bedrijven geen
aansprakelijkheid wensen te nemen voor vertragingen en uitgevallen treinen
en bussen. De consumentenorganisaties dringen nu aan op verandering van de
wet. Hoe denkt de staatssecretaris over deze mislukte vorm van
zelfregulering?
Op initiatief van de PvdA zijn de ANWB en de Consumentenbond bezig met het
opzetten van een consumentenplatform voor luchtreizigers. In het Nationaal
Verkeers- en Vervoersplan staat dat het rijk streeft naar de oprichting van
een consumentenplatform dat aandacht moet schenken aan veiligheidsaspecten
in de luchtvaart. Wat is de stand van zaken?
Europees Groenboek
Het Groenboek wil een discussie over de toekomst van het Europees
consumentenbeleid op gang brengen. Volgens de Commissie kan dat volgens twee
lijnen:
- of een specifieke aanpak : het ontwikkelen van specifieke wetgeving daar
waar nodig. Geen communautaire wetgeving
- of een gemengde aanpak met een allesomvattende kaderrichtlijn, met
aanvulling waar nodig van specifieke richtlijnen. De algemene kaderrichtlijn
zou een clausule moeten bevatten dat men zich niet met oneerlijke
handelspraktijken mag inlaten. Voor "eerlijkheid" moeten criteria worden
omschreven.
De reactie van het Kabinet op dit Groenboek vind ik teleurstellend: het
Groenboek is een aanzet tot verdere discussie en moet ook in die zin worden
gebruikt, maar de staatssecretaris lijkt een kaderrichtlijn bij voorbaat af
te wijzen. Hij vreest dat begrippen zoals "eerlijke handelspraktijk" door
nationale rechters verschillend geïnterpreteerd zou kunnen worden. Dat
risico is inderdaad aanwezig, maar weegt naar mijn mening niet op tegen het
feit dat er in een Europa waar de economische grenzen wegvallen, ook een
adequate regeling voor consumentenbescherming moet komen. Die ontbreekt nu
grotendeels. Die kaderrichtlijn moet een minimumnorm gaan stellen, een
vangnet zijn, waarvan de lidstaten in positieve zin mogen afwijken.
Daarnaast moet die algemene richtlijn als toetsingskader gaan dienen voor
specifieke (nieuwe) richtlijnen en kan de samenhang tussen die specifieke
richtlijnen te worden verbeterd.
Conclusie
De nota Versterking van de positie van de consument is een beleidsarm stuk,
waarbij nauwelijks een coherente en richtinggevende visie te ontdekken is.
Het geloof in zelfregulering en het functioneren van de markt is bijzonder
groot. Zonder naar een situatie toe te willen dat de overheid alles voor de
consument regelt, verdient het aanbeveling op een aantal terreinen meer
regulerend op te treden.
De regering gaat in haar consumentenbeleid uit van minimumeisen, daar waarin
het Europese consumentenbeleid gesproken wordt over een "hoog niveau van
consumentenbescherming".
Wij vinden dat te mager.
De PvdA-fractie nodigt de staatssecretaris uit om met concrete
beleidsmaatregelen te komen die de positie van de consument daadwerkelijk
versterken.
Mag het a.u.b. een onsje meer zijn.