Gemeente Utrecht

BEZWAARSCHRIFT ID&T ONGEGROND

Burgemeester mr. A.H. Brouwer-Korf heeft het bezwaar van de organisator van het dance-evenement Trance Energy 2002, dat op 16 en 17 februari 2002 in de Jaarbeurs wordt gehouden, ongegrond verklaard.

De burgemeester handhaaft onverkort haar beleid dat het maximum aantal bezoekers voor grootschalige geluidsfeesten 20.000 bedraagt, en met extra veiligheidsmaatregelen tot 25.000 kan worden verhoogd.

De rechter heeft op 25 januari 2002 bij voorlopige voorziening bepaald, dat de kaartverkoop tot 30.000 bezoekers doorgang mocht vinden. De burgemeester blijft van mening dat dit aantal de door haar aangegeven redelijke risicogrens overschrijdt.

Gezien de huidige stand van zaken kan zij echter niet anders dan rekening houden met de consequenties van deze uitspraak van de rechter. Zij zal op 16 en 17 februari a.s. dan ook inhoud geven aan de op haar rustende verantwoordelijkheid in het kader van de openbare orde, veiligheid en gezondheid bij dit evenement, uitgaande van een bezoekersaantal van 30.000 bezoekers.

De organisator van het dance-evenement Trance Energy 2002, ID&T, maakte bezwaar tegen het verbod van de burgemeester op grond van artikel 174, lid 2 van de Gemeentewet het dance-evenement te houden voor meer dan 25.000 bezoekers. Artikel 174 van de Gemeentewet geeft de burgemeester de bevoegdheid "bij de uitoefening van het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden, alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en de daarbij behorende erven, de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn".

In haar uitspraak wijst de burgemeester erop dat in 1993 in de notitie "Beleid driehoeksoverleg ten aanzien van houseparties" voorwaarden zijn geformuleerd met betrekking tot een goed verloop van grootschalige muziekfeesten. Omdat zeer grootschalige evenementen in Utrecht alleen in de Jaarbeurs kunnen plaatsvinden, is de Jaarbeurs bij brief van 26 februari 1999 nog eens van de extra vereisten en procedures die daarvoor nodig zijn, op de hoogte gesteld. Daarin is onder meer het verder ontwikkelde beleid met de limitering van het maximum aantal bezoekers van 20.000 aangegeven.

De burgemeester heeft dit aantal op maximaal 20.000 bepaald op basis van de ervaringen die de politie in en rond de Jaarbeurshallen in de loop van de tijd heeft opgedaan. Van de politie heeft zij het dringende advies gekregen en opgevolgd om het maximum aantal bezoekers van dit soort evenementen te beperken tot een absoluut maximum van 20.000. Ook de Officier van Justitie heeft in het driehoeksoverleg hiermee volledig ingestemd.

Slechts onder de voorwaarde dat de organisatie een pakket aan extra veiligheidsmaatregelen treft, die vooraf door het driehoeksoverleg zijn goedgekeurd - opdat deze maatregelen voldoende waarborgen bevatten voor zodanige extra beveiligingsmaatregelen dat van het evenement redelijkerwijs een ordelijk verloop verwacht mag worden - kan het bezoekersaantal worden verhoogd tot maximaal 25.000.

De burgemeester overweegt daarbij dat de risico's die een grote menigte mensen in geval van calamiteiten kan opleveren voor de openbare orde, de veiligheid en de gezondheid bij uitstek ingeschat en zoveel mogelijk beheerst dienen te worden door de specialisten binnen het politiecorps die daarvoor zijn opgeleid en die binnen de specifiek daarvoor samengestelde groepen kunnen opereren.

De burgemeester concludeert dat met genoemde aantallen bezoekers de grens is bereikt van hetgeen zij nog als een aanvaardbaar risico kan aanmerken. Het is de stellige overtuiging van de politie dat het toelaten op het complex van de Jaarbeurs van meer dan 20.000 c.q. 25.000 bezoekers voor dit soort evenementen onbeheersbare risico's met zich meebrengt. Een dergelijke grote massa van (veelal) jongeren mag, mede vanwege veelal urenlang gebruik van alcoholische en andere bewustzijnsbeïnvloedende middelen, niet aan een dergelijk potentieel gevaar - ook al is de kans daarop niet groot - worden blootgesteld.

Met andere woorden: boven de grens van 20.000 en/of met een extra veiligheidsplan van 25.000 bezoekers komt naar het oordeel van de burgemeester het einde in zicht van hetgeen onder dergelijke omstandigheden, ongeacht de mate van professionele begeleiding, nog uitgericht kan worden ten opzichte van een op drift geraakte massa bezoekers.

De burgemeester is van mening dat zij zowel op grond van artikel 174 lid 2, als ook op grond van artikel 172 lid 3 van de Gemeentewet bevoegd is, om bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de bevelen te geven die zij noodzakelijk acht voor de handhaving van de openbare orde en in het belang van de veiligheid en gezondheid. Het gaat hier om aan de burgemeester toekomende discretionaire bevoegdheden. Rechterlijke toetsing daarvan kan slechts marginaal plaatsvinden. De burgemeester heeft daarom direct na de uitspraak van de rechter op 25 januari jl. ook in deze zin gereageerd.

De rechter heeft bij wijze van voorlopige voorziening bepaald, dat de kaartverkoop tot 30.000 bezoekers doorgang mocht vinden. De burgemeester is van mening dat dit aantal de door haar aangegeven risicogrens overschrijdt. Gelet op de huidige stand van zaken, kan zij evenwel niet anders dan rekening houden met de consequenties van de uitspraak van de voorzieningenrechter.

Dit betekent dat de burgemeester inhoud zal geven aan de op haar rustende verantwoordelijkheid in het kader van de openbare orde, veiligheid en gezondheid bij dit evenement uitgaande van een bezoekersaantal van 30.000.

Utrecht, 8 februari 2002.