Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: LEVERANTIES VAN F16 ONDERDELEN
Nummer: 19
Datum: 11-02-2002

Het lid van de Tweede Kamer, Hoekema (D66) heeft aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken op 17-01-2002 de volgende schriftelijke vragen gesteld.


1 Heeft U kennis genomen van de VPRO radio-uitzending Argos jl. vrijdagochtend? 1)


2 Kunt u aangeven of het klopt dat in 1995 en 1997 leveranties van F16 onderdelen plaats vonden aan Pakistan en in 2000 aan Indonesië, waarbij laatstgenoemde leverantie ter waarde van 10 miljoen gulden?


3 Hoe verhouden deze leveranties zich tot de regels van het Nederlandse en Europese wapenexportbeleid?

4 Heeft over deze leveranties overleg plaats gevonden met de Verenigde Staten, zo neen waarom niet, zo ja, in welke zin?
---

1) VPRO Radio 1, ARGOS, 11 januari jl.


De staatssecretaris van Economische Zaken, drs. G. Ybema, heeft mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Defensie deze vragen als volgt beantwoord.


1 Ja.



2 De vergunningen waarop Argos de berichtgeving over leveranties aan Pakistan in 1995 en 1997 baseerde, waren vergunningen voor retourzending van in Nederland gerepareerde of gereviseerde onderdelen van F16 vliegtuigen. De betreffende onderdelen waren reeds eigendom van de Pakistaanse Luchtmacht. De waarde van 10 miljoen gulden, in Argos vermeld als order uit Indonesië in 2000, betrof de maximale waarde van een vergunning die in dat jaar is afgegeven voor de tijdelijke uitvoer van speciaal voor onderhoudswerkzaamheden aan F16-vliegtuigen ontworpen gereedschappen. Betreffende gereedschappen zouden door de Koninklijke Luchtmacht in bruikleen aan de Indonesische Luchtmacht worden gegeven. Uiteindelijk is de vergunning slechts gedeeltelijk benut en is voor een waarde van iets meer dan 1 miljoen gulden aan gereedschappen daadwerkelijk naar Indonesië verzonden en, conform de bij tijdelijke uitvoer behorende wederinvoerverplichting, na enkele maanden weer geretourneerd.


3 In alle genoemde gevallen zijn de aanvragen voor de betrokken uitvoervergunningen met inachtneming van de aard van de goederen en het type transactie getoetst aan het Nederlandse wapenexportbeleid, inclusief de in Europees verband overeengekomen acht toetsingscriteria.

4 Of en zo ja, op welke wijze Nederland voorafgaand overleg voert met de Verenigde Staten over individuele uitvoervergunningen voor onderdelen van F16-vliegtuigen is helemaal afhankelijk van de afspraken die daarover bij de leverantie aan Nederland of bij de inschakeling van Nederlandse bedrijven voor de productie van onderdelen gemaakt zijn. In het geval van het in bruikleen geven van de speciale gereedschappen aan de Indonesische Luchtmacht heeft de Koninklijke Luchtmacht de instemming van de Amerikaanse autoriteiten gezocht en verkregen. Ten aanzien van de reparatie-activiteiten aan F16-onderdelen zijn geen afspraken met de Nederlandse overheid gemaakt. Indien individuele bedrijven niettemin contractueel gehouden zijn om voorafgaand overleg met de Verenigde Staten te voeren, is het uiteraard aan die bedrijven om aan hun verplichtingen te voldoen.