Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Vraag 1
Antwoord
Vraag 2
Antwoord
Vraag 3
Antwoord
Antwoord 4 en 5
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag DIE/IN
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 11 februari 2002 Auteur A.R. Westerink
Kenmerk DIE-062/02 Telefoon (070) 348 44 70
Blad /4 Fax (070) 348 40 86
Bijlage(n) 1 E-mail ar.westerink@minbuza.nl
Betreft schriftelijke vragen van het lid Van Bommel (SP)
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister-President, de antwoorden
aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de
salariseisen van Conventie-voorzitter Giscard d'Estaing en vice-voorzitters
Dehaene en Amato en de kosten van de kosten van de Conventie. Deze vragen
werden ingezonden op 31 januari 2002 met kenmerk 2010205180.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de heer Kok, Minister-President, op vragen van het lid Van Bommel
Vraag 1
---
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over buitensporig hoge salariseisen
en onkostenvergoedingen van de door de Europese Raad op de Top van Laken van
15 december 2001 benoemde voorzitter van de Conventie Giscard d'Estaing?
Antwoord
---
Ja.
Vraag 2
---
Is het in de publicaties vernoemde salaris, namelijk 20.000 euro per maand,
ook van toepassing op beide vice-voorzitters en heeft dat hun instemming?
Antwoord
---
Het in de publicaties vernoemde salaris is noch op de voorzitter van
toepassing, noch op de beide vice-voorzitters van de Conventie. Zij
ontvangen immers geen salaris, maar alleen een onkostenvergoeding per dag.
Deze vergoeding bedraagt 1000 euro per dag voor de voorzitter van de
Conventie, 750 euro voor vice-voorzitter Amato en 200 euro voor
vice-voorzitter Dehaene, woonachtig in België. Dit is besloten door de
Algemene Raad, bijeen op 28 januari jl.
Vraag 3
---
Deelt u de mening dat de exorbitante eisen van Giscard d'Estaing het toch al
slechte imago van de Europese Unie op het vlak van onkostenvergoedingen
alleen maar zullen versterken en bent u bereid hier afstand van te nemen en
er protest tegen aan te tekenen en dit ter kennis te brengen van de Europese
Raad? Indien niet, waarom niet?
Antwoord
---
Er is geen sprake geweest van exorbitante salariseisen van de zijde van de
voorzitter van de Conventie, Giscard d'Estaing. Het niveau van
onkostenvergoeding dat is overeengekomen moet passend geacht worden bij het
niveau en de zwaarte van de desbetreffende functie.
Vraag 4
Kunt u inzicht geven in de totale kosten die gemoeid zijn met de Conventie:
salarissen, bureaukosten, kantoorruimte e.d.?
Vraag 5
Wat is het budget dat voor deze gezamenlijke kosten beschikbaar is?
Antwoord 4 en 5
---
De totale kosten worden thans geraamd op 10,5 miljoen euro voor 2002 (zie
bijlage). Deze kosten kunnen uit een mix van communautaire en
intergouvernementele financiering gedekt worden. Iedere regering, ieder
nationaal parlement en iedere instelling draagt daarbij de kosten voor de
eigen vertegenwoordigers. De drie instellingen (Raad, Commissie en Europees
Parlement) dragen daarnaast ook de kosten die samenhangen met de
infrastructuur (kantoorruimte e.d.) en het personeel, dat de Conventie gaat
ondersteunen.
Vraag 6
Indien dit budget niet toereikend is, wordt dit budget dan aangevuld en uit
welke middelen moet dit betaald worden?
Vraag 7
Bent u bereid, indien Nederland als lidstaat van de Europese Unie gezien de
eisen die door de voorzitter van de Conventie worden gesteld, extra
kosten voor uw rekening te nemen?
Antwoord 6 en 7
Indien het budget niet toereikend mocht blijken te zijn, dan zal het
Raadssecretariaat passende voorstellen doen, waarbij onder meer gekeken zal
worden of de instellingen niet een additionele inspanning kunnen leveren.
Indien dat niet mogelijk is, dan kan zonodig de BNP-sleutel worden gebruikt
voor additionele bijdragen van lidstaten.
Kenmerk DIE-062/02
Blad /4
===