Unicef

verdrag kindsoldaten treedt in werking

'Nederland moet de lat hoog leggen: geen werving en inzet van kinderen in het leger'

VERDRAG KINDSOLDATEN TREEDT IN WERKING ZONDER NEDERLAND

Den Haag, 11 februari 2002 - Morgen, op 12 februari 2002, treedt het nieuwe internationale kindsoldatenverdrag in werking. Dit verdrag verbiedt deelnemende landen en rebellengroepen om minderjarigen in te zetten in militaire conflicten. Ook gedwongen rekrutering van minderjarigen is in het verdrag verboden. Westerse landen als Canada en Nieuw-Zeeland, maar ook oorlogslanden als Sri Lanka en DR Congo hebben het verdrag inmiddels geratificeerd. Nederland is vooralsnog geen partij. Een Tweede Kamer-motie, die uiterlijk 14 februari moet worden uitgevoerd, dringt er bij de regering op aan om ook werving van minderjarige soldaten in Nederland te stoppen, alvorens het verdrag te ratificeren. Ook de Nederlandse Coalitie tegen het gebruik van Kindsoldaten pleit hiervoor. 'Om een geloofwaardig voorvechter te zijn moet Nederland de lat hoog leggen: geen werving en geen inzet van kinderen in het leger', aldus Unicef-directeur Henk Franken namens de coalitie. Wereldwijd vechten naar schatting 300.000 kinderen mee in regerings- of rebellenlegers.

Technisch gezien voldoet Nederland al aan de criteria voor toetreding tot het verdrag, dat vrijwillige werving toestaat vanaf 16 jaar en militaire inzet vanaf 18 jaar. De Tweede Kamer en de Kindsoldatencoalitie zijn van mening dat Nederland, evenals alle westerse landen, zich actief en ondubbelzinnig zou moeten inzetten voor een internationaal verbod op minderjarigen in de strijdkrachten. Als logische consequentie hiervan, zou Nederland zelf dan ook geen soldaten onder de achttien jaar in dienst moeten nemen. Het beleid van de Nederlandse regering is weliswaar dat Nederlandse minderjarige rekruten niet worden uitgezonden en betrokken in gevechtshandelingen, in de meeste oorlogslanden zijn die garanties er allerminst. Daar worden minderjarige rekruten veelal onmiddellijk na werving aan het gevechtsfront ingezet. Om dit risico uit te bannen is een universeel verbod op werving en inzet van minderjarigen de enige optie, aldus Kamer en Coalitie. In een motie van 14 februari 2000 verzoekt de Kamer de regering dan ook om binnen twee jaar het rekruteren van minderjarigen stop te zetten.

Het initiatief tot het nieuwe kinderrechtenverdrag - officieel een 'Optioneel Protocol bij het Verdrag voor de Rechten van het Kind' - werd in 1994 genomen, omdat de bescherming van kinderen tegen werving en militaire inzet in het Kinderrechtenverdrag zelf onvoldoende gegarandeerd wordt. Het Verdrag voor de Rechten van het Kind stelt 15 jaar als minimum leeftijd voor zowel werving als inzet. Het nu inwerking getreden Protocol schroeft de grens op tot respectievelijk 16 en 18 jaar. Volgens een clausule wordt het Protocol van kracht, drie maanden nadat het tiende land heeft geratificeerd. Inmiddels hebben veertien landen het Protocol bekrachtigd. Nog 79 landen die het Protocol 25 mei 2000 ondertekenden moeten ratificeren, waaronder dus Nederland.

De Nederlandse coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten, aangesloten bij de internationale campagne ter uitbanning van kindsoldaten, ijvert al sinds 1998 voor aanpassing van het Nederlandse wervingsbeleid. De coalitie bestaat uit: Amnesty International, Defence for Children International, Kerken in Actie/Kinderen in de Knel, Mensen in Nood, Nederlandse Rode Kruis, Novib, Pax Christi, Save the Children NL, TPO-Peace of Mind, Unicef Nederland, Vrouwen voor Vrede, War Child NL en Stichting Humanistisch Thuisfront.


* * * * * * *