Ministerie van Financien

Samenvatting:
Minister Zalm heeft de geannoteerde agenda van de Ecofin Raad die op 12 febreuari 2002 te Brussel wordt gehouden aan de Tweede Kamer aangeboden.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR DEN HAAG

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

BFB/2002/64M

Onderwerp

Toezending geannoteerde agenda voor de Ecofin Raad van 12 februari 2002

Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris, de geannoteerde agenda voor de Ecofin Raad van 12 februari 2002 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot in de volgende vergadering.

Deze ontwerpagenda wordt toegezonden aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer alsmede de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer.

DE MINISTER VAN FINANCIËN

Geannoteerde agenda van de Ecofin Raad van 12 februari 2002

Eurogroep

Economische situatie
Tijdens de Eurogroep zal zoals gebruikelijk worden gesproken over de economische situatie in het eurogebied. Volgens Eurostat is de HICP-inflatie in december, evenals in november, uitgekomen op 2,1% j.o.j. en 0,2% m.o.m.. De energieprijzen zullen mogelijk gedurende de hele eerste helft van 2002 de inflatie verder kunnen drukken. De ECB verwacht een inflatie in 2002 van 1,1%-2,1%. Voor 2003 wordt een inflatie van 0,9%-2,1% verwacht. De werkloosheid in de eurozone bleef van oktober op november onveranderd op 8,5%.

Diverse vertrouwensindicatoren (Cie, Eurostat, Reuters, IFO) laten voor december een toename zien. Het lijkt nog te vroeg om van een herstel te spreken, maar de neerwaartse trend lijkt doorbroken.

Ecofin Raad

Voorbereiding van de Europese Raad van Barcelona

Mededeling van de Commissie over het functioneren van product- en kapitaalmarkten

document: Mededeling van de Commissie: Economische hervorming: verslag over de werking van de product- en kapitaalmarkten in de EU

aard bespreking: presentatie en openbaar debat

besluitvormingsprocedure: n.v.t.

In het kader van de Cardiff-procedure stelt de Commissie jaarlijks een rapport op over het functioneren van de product- en kapitaalmarkten in de EU. Volgens het voorliggende rapport is wat betreft het functioneren van de markten voor goederen en diensten de afgelopen tien jaar veel vooruitgang geboekt, maar kan dit functioneren nog belangrijk verder worden verbeterd. Teleurstellend is in dit verband de constatering dat de prijsconvergentie op de markten voor goederen en diensten in Europa lijkt te vertragen. Op de dienstenmarkt zijn de voordelen die van een verdere integratie van de interne markt zijn te verwachten volgens het rapport het grootst. De integratie van de markt voor financiële diensten en de kapitaalmarkt vordert, evenals de uitvoering van het actieplan voor financiële diensten en het actieplan voor risicokapitaal. Ontwikkelingen op deze markten vereisen volgens de Commissie evenwel dat maatregelen sneller worden aangenomen en uitgevoerd. Er bestaat volgens het rapport voorts behoefte aan structurele maatregelen om het ondernemerschap te verbeteren, zodat de vorig jaar in Lissabon vastgestelde doelstellingen inzake het concurrentievermogen kunnen worden verwezenlijkt. De Commissie wijst er ten slotte op dat op dit moment wordt gewerkt aan de integratie van doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling in het interne-markt-beleid. Dit rapport is één van de bouwstenen voor de op te stellen globale richtsnoeren, die de Commissie in april zal presenteren. De Commissie zal het rapport tevens gebruiken ter voorbereiding van de Europese Raad in Barcelona waar de voortgang van de Lissabon-agenda aan de orde zal komen.

Rapport over de toename van de arbeidsparticipatie en het stimuleren van actief ouder worden

document: Rapport van de Commissie over de toename van de arbeidsparticipatie en het stimuleren van actief ouder worden

aard bespreking: presentatie en openbaar debat

besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Dit rapport is opgesteld op verzoek van de Europese Raad van Stockholm. Deze verzocht de Raad en de Commissie gezamenlijk aan te geven hoe de arbeidsparticipatie kan worden vergroot en hoe kan worden bevorderd dat ouderen blijven werken. Dit rapport zal dienen als input voor de Europese Raad van Barcelona. Centraal staat de vraag welke consequenties de werkgelegenheidsdoelstellingen, die in Lissabon zijn vastgesteld, voor het beleid van de lidstaten moeten hebben. Deze doelstellingen (te bereiken in 2010) betreffen een werkgelegenheidsgraad van de totale beroepsbevolking van 70%, en een werkgelegenheidsgraad voor vrouwen en ouderen (50-65 jaar) van achtereenvolgens 60% en 50%. Het rapport begint met een analyse van de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie van verschillende groepen in de afgelopen dertig jaar. Vervolgens komen de determinanten van de arbeidsparticipatie aan bod. Het beleid van de lidstaten moet volgens de Commissie ervoor zorgen dat huidige en toekomstige generaties actief zullen blijven als zij ouder worden, dat een substantieel deel van de huidige inactieven die kunnen werken blijvend in het arbeidsproces worden opgenomen en dat de ouderen van vandaag aan het arbeidsproces blijven deelnemen. Om deze doelen te bereiken zijn verschillende inspanningen nodig. Overheid en sociale partners moeten initiatieven nemen om werknemers langer in het arbeidsproces te houden. Daarbij wordt gewezen op scholingsinspanningen, arbeidsvoorwaarden die het - ook voor specifieke groepen - aantrekkelijk maken om te werken, en op het verdwijnen van de gedachte dat vervroegde uittreding een goede manier is om herstructureringen door te voeren. Daarnaast zijn aanpassing nodig van belastingstelsels en stelsels van sociale zekerheid. Werk moet voor alle groepen lonen en prikkels voor vervroegde uittreding moeten verdwijnen. De arbeidsdeelname van vrouwen vraagt bijzondere aandacht. Factoren die mogelijk aan een lage arbeidsdeelname van vrouwen bijdragen verdienen aandacht, zoals een aanname- en arbeidsvoorwaardenbeleid dat voor onnodige obstakels zorgt. De arbeidsdeelname van personen met zorgverplichtingen dient bevorderd te worden door het stimuleren van kinderopvang en door een efficiënte gezondheidszorg en zorg voor ouderen. Ten slotte wordt op het belang van het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters gewezen. Degenen die de school voortijdig verlaten moeten bovendien toch zoveel mogelijk scholing krijgen en bijzondere aandacht is vereist voor speciale groepen (jonggehandicapten, immigranten). Afgesloten wordt met de constatering dat op diverse van de besproken terreinen sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid en sociale partners. De aanbevelingen zijn dus ook gericht aan de sociale partners.

Globale richtsnoeren voor het economisch beleid (oriënterend debat)

documentatie: Syntheserapport, bijdragen Raadsformaties. aard bespreking: oriënterend debat

In voorbereiding op de Europese Raad van Barcelona zal tijdens de Ecofin een oriënterend debat plaatsvinden over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid. Bijdragen hiervoor komen van de Sociale Raad en de Interne Markt Raad. De Ecofin zal op basis van dit debat op 5 maart een key issues paper opstellen voor oriënterende discussie in de ER van Barcelona.

Daarnaast heeft de Commissie ten behoeve van de voorjaars ER een Syntheserapport opgesteld, waarin een beeld wordt gegeven van de voortgang van de Lissabon agenda.

Stabiliteits- en groeipact
Bespreking van de bijgewerkte stabiliteits- en groeiprogramma's

Tijdens de Ecofin Raad zullen de geactualiseerde stabiliteitsprogramma's van Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Ierland, Portugal en Spanje worden besproken, alsook het geactualiseerde convergentieprogramma van het Verenigd Koninkrijk. De Ecofin Raad zal, zoals gebruikelijk, op basis van een beoordeling van de programma's door de Commissie, per afzonderlijk programma een korte opinie vaststellen.


a. geactualiseerd stabiliteitsprogramma Duitsland document: geactualiseerd stabiliteitsprogramma Duitsland.

(http://www.bundesfinanzminesterium.de/Translations-/-Traductions-.574.htm)

aard bespreking: vaststellen van de Raadsopinie

Na een zwakke groei in 2001 (BBP-groei: 0,6%) gaat het programma uit van een economisch herstel in 2002 (BBP-groei van 1 ¼%). Voor de periode na 2002 presenteert het programma geen concrete (jaarlijkse) ramingen voor de economische groei. Wel stelt men dat de gemiddelde groei tussen 2001 en 2005 rond 2% zal bedragen. In dit scenario zal het tekort in 2002 volgens het programma 2 % BBP bedragen en zal in 2004 een begrotingsevenwicht worden bereikt. Het programma presenteert ook een alternatief scenario met een BBP-groei van ¾ % in 2002. Voor 2002 zal het tekort in dit geval 2,5% BBP bedragen en wordt voor 2004 en 2005 nog een tekort van 1 % BBP verwacht. De Cie stelt dat Duitsland in het eerste scenario vanaf 2004 aan de "close to balance or in surplus"-vereiste van het Pact zou voldoen, maar acht dit scenario te optimistisch. De Cie heeft besloten aan de Ecofin een voorstel tot een "early warning" aan Duitsland voor te leggen, met de bedoeling te voorkomen dat het tekort de 3 % BBP uit het Verdrag overschrijdt. Een lagere groei en hoger tekort in 2002 bemoeilijken het bereiken van evenwicht in 2004 en maakt additionele bezuinigingen, wanneer het economisch herstel zich bestendigt, nodig, aldus de Cie.

In lijn met de ER-conclusies van Stockholm besteedt het Duitse programma aandacht aan de lange termijn consequenties van de vergrijzingsproblematiek. Men presenteert geen kwantitatieve scenario's. De Cie geeft aan dat het bereiken van begrotingsevenwicht essentieel is met het oog op de vergrijzing.


b. geactualiseerd stabiliteitsprogramma Frankrijk document: geactualiseerd stabiliteitsprogramma Frankrijk

(http://www.finances.gouv.fr/minefi/publique/2003_2005/index.htm)

aard bespreking: vaststellen van de Raadsopinie

Frankrijk gaat in het nieuwe programma uit van een vrij milde groeivertraging in 2001 en 2002 (groei van respectievelijk 2,3 % en 2,5 %). Volgens de Autumn Forecasts bedraagt de groei in 2001 en 2002 2,0% respectievelijk 1,5%. Voor de jaren 2003-2005 presenteert het programma een groeiscenario van 2,5% op jaarbasis en een scenario met een hogere groei van 3%.

In de jaren 2002 en 2003 bedraagt het tekort volgens het Franse programma 1,4% respectievelijk 1,3% (bij een groei van 2,5%). Uitgaande van een scenario van 2,5% groei is in 2004 sprake van een begrotingstekort van 0,5% en wordt begrotingsevenwicht bereikt in 2005. Ook in het vorige programma werd voor 2004 een tekort voorzien van 0,5%. In het scenario van 3% groei wordt in 2004 begrotingsevenwicht bereikt en ontstaat in 2005 een overschot. De Cie acht het 2,5 %-groeiscenario het meest realistisch. Ze stelt dat Frankrijk, afhankelijk van het scenario, in 2004 of 2005 aan de "close to balance or in surplus"-vereiste van het Pact zal voldoen en dringt aan op 2004. Het programma onderstreept het belang van het vergroten van de beheersbaarheid van de uitgaven van de centrale overheid.

Ook het Franse programma bevat informatie over de gevolgen van de vergrijzing voor de overheidsfinanciën op lange termijn.Volgens het programma laten de vergrijzingsgerelateerde overheidsuitgaven in periode 2000-2040 een oploop zien van circa 6% BBP. De strategie mist volgens de Cie ambitie en verwijst hierbij naar het ontbreken van pensioenhervormingen.


c. geactualiseerd stabiliteitsprogramma Griekenland document: geactualiseerd stabiliteitsprogramma Griekenland

(http://www.mnec.gr/ministry/converg/spg2001_en.htm)

aard bespreking: vaststellen van de Raadsopinie

Zoals de rest van het eurogebied had ook Griekenland in het afgelopen jaar te kampen met een groeivertraging. De groei nam in 2001 af (van 4,3% in 2000 naar 4,1% in 2001). De economische groei van Griekenland nog ruim boven het gemiddelde van het eurogebied. De groeiramingen zijn ook in lijn met recente ramingen van Cie, OESO en het IMF.

Ondanks de tegenvallende groei in 2001 (0,9%-punt lager dan verwacht) werd bijna onveranderd vastgehouden aan het begrotingspad uit de vorige update. Het overschot op de begroting werd bereikt ondanks een belastingverlaging (vanaf november 2000) van ongeveer 0,4% BBP. Tot 2004 zal het overschot op de begroting stijgen naar 1,2% BBP. De Cie stelt dat het programma hiermee voldoet aan de vereisten van het Pact. De EMU-schuld daalt van 99,6% in 2001 naar 90% in 2004.

In het scenario voor de lange-termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën gaat de Griekse regering ervan uit dat de uitgaven voor pensioenen en zorg tot 2030 stijgen met 8,1% BBP. De Cie wijst op de noodzaak van een heldere en houdbare strategie voor versnelde reductie van de overheidsschuld en op hervorming van het pensioenenstelsel.


d. geactualiseerd stabiliteitsprogramma Italië document: geactualiseerd stabiliteitsprogramma Italië

(http://www.dgt.tesoro.it/direzioni/1_programmazione_economica/docs/2001/italy%27s_stability_programme/isp2001.pdf)

aard bespreking: vaststellen van de Raadsopinie

Het Italiaanse programma gaat uit van een lichte groei-versnelling van 2.0% in 2001 naar 2.3% in 2002 als gevolg van een snellere groei van de binnenlandse vraag. Verder gaat men uit van een groei-veronderstelling van 3.0% in de jaren daarna. Een dergelijk herstel vereist volgens de Cie een tijdige doorvoering van structurele hervormingen. De groeiramingen zijn vooral voor 2002 optimistischer dan de Cie-ramingen in de Autumn Forecasts.

Het begrotingstekort 2001 (1,1 % BBP) valt naar verwachting licht hoger uit (+0.3% BBP) dan in het vorige programma. Een begrotingsevenwicht wordt verwacht in 2003 en de Cie concludeert dat de doelstellingen in het programma in dat jaar aan de "close to balance or in surplus"-vereiste van het Pact zal voldoen. De Cie merkt verder op dat de consolidatiestrategie in 2001 en 2002 sterk op eenmalige maatregelen berust en dringt voor de latere jaren aan op maatregelen met een meer permanent karakter. Vanaf 2003 wordt geleidelijk een belastinghervorming doorgevoerd.

In lijn met de ER-conclusies van Stockholm besteedt het programma aandacht aan de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn. In het programma wordt geconstateerd dat de pensioen­her­vormingen in de jaren '90 het risico van sterke uitgavenstijgingen hebben verminderd. Deze conclusie en de lange termijn houdbaarheid in het algmeen zijn volgens de Cie sterk afhankelijk van het daadwerkelijk handhaven van de veronderstelde hoge primaire overschotten voor een lange periode en de veronderstelde sterke stijging van de areidsparticipatie. Dit onderstreept volgens de Cie de noodzaak van een versnelde implementatie van pensioen- en arbeidsmarkthervormingen.


e. geactualiseerd stabiliteitsprogramma Ierland
document: geactualiseerd stabiliteitsprogramma Ierland

(http://www.irlgov.ie/finance/budget/budget2002/stabprog02.htm)

aard bespreking: vaststellen van de Raadsopinie

Nadat de Ierse economie in 2000 een hoge groei van 11,5% boekte, is de groei door de verslechterde internationale situatie en interne schokken in 2001 afgezwakt tot zo'n 7,0% en wordt een verdere groeiafname in 2002 verwacht. In 2003 wordt, in lijn met de voorspellingen van de Cie, weer een herstel voorzien dat Ierland terugbrengt naar haar middellange-termijn groeipotentieel. De groeicijfers liggen voor de gehele periode iets hoger dan de najaarsvoorspellingen van de Cie. Ierland voorziet onder andere vanwege lagere belastinginkomsten een omslag van een begrotingsoverschot van 4,5% in 2000 naar een tekort van 0,6% in 2004. Dit staat in groot contrast met het vorige programma dat een blijvend overschot voorzag van 4,6% in 2003. Volgens de Cie zou Ierland hiermee vanaf 2003 niet langer aan de "close to balance or in surplus"-vereiste van het Pact voldoen, maar wel voldoende veiligheidsmarge bieden tegen overschrijding van de 3 % BBP onder normale omstandigheden. Wel is het zo dat de Ieren volgens de Cie in hun programma uitgaan van een aanzienlijke post voor onvoorziene uitgaven.

In lijn met de conclusies van de ER van Stockholm besteedt het programma aandacht aan de gevolgen van de vergrijzing voor de overheidsfinanciën op de lange termijn. De Cie stelt dat Ierland in een goede positie verkeert om de stijgende kosten van vergrijzing op te vangen, maar dat moet worden gewaakt voor een langere periode van begrotingstekorten.


f. geactualiseerd stabiliteitsprogramma Portugal document: geactualiseerd stabiliteitsprogramma Portugal

(http://www.dgep.pt/menuprinc.html)

aard bespreking: vaststellen van de Raadsopinie

De groei is ten opzichte van het vorige programma met 1,3%-punt in 2001 en 1,4%-punt in 2002 neerwaarts bijgesteld (groei 2001: 2,0 % en groei 2002: 1,75 %). De EMU-saldi in 2001 en 2002 zijn beide 1,1%-punt opwaarts zijn bijgesteld en bedragen - 2,2 % respectievelijk - 1,8 % BBP. Volgens de Cie is deze uitkomst gedeeltelijk het gevolg van de groeivertraging, maar spelen tegenvallende belastingontvangsten en overschrij­dingen bij de lopende primaire uitgaven ook mee. De Cie heeft besloten aan de Ecofin een voorstel tot een "early warning" aan Portugal voor te leggen, met de bedoeling een voldoende veiligheidsmarge te bewerkstelligen zodat overschrijding van de 3 % BBP uit het Verdrag wordt voorkomen. Ondanks het hogere tekort in 2001 in blijft de Portugese regering vasthouden aan het behalen van begrotingsevenwicht in 2004, hetgeen volgens de Cie dus een hogere inspanning vereist. Daarmee zou Portugal volgens de Cie vanaf 2004 aan de "close to balance or in surplus"-vereiste van het Pact voldoen.

In lijn met de conclusies van de ER Stockholm besteedt het programma aandacht aan de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn. Volgens Portugese berekeningen nemen de uitgaven voor pensioenen en zorg met circa 4%-punt BBP toe tussen 2005 en 2040. De Cie stelt dat het bereiken van een evenwicht in 2004 een essentiële stap voor het bewerkstelligen van houdbare overheidsfinanciën, naast voortzetting van de hervormingen van pensioenstelsel en gezondheidszorg.


g. geactualiseerd stabiliteitsprogramma Spanje document: geactualiseerd stabiliteitsprogramma Spanje

(http://www.mineco.es/sgpc/405SGPCM.htm)

aard bespreking: vaststellen van de Raadsopinie

Door de verslechterde internationale economische situatie en de vermindering van de binnenlandse vraag is de groei in 2001 lager uitgevallen dan vorig jaar verwacht (vorig jaar: 3,6% BBP) en wordt voor 2002 een fors lagere groei voorspeld (vorig jaar: 3,2% BBP). De huidige groeicijfers liggen desalniettemin hoger dan het EU-gemiddelde. Vanaf 2003 wordt uitgegaan van een groeiherstel. De Cie voorspelt voor 2002 een iets lagere groei en voor 2003 een iets hogere groei. Ondanks de lagere groei is in 2001 het evenwicht op de begroting bereikt. Voor de periode 2002-2004 wordt een evenwicht of klein surplus nagestreefd en de Cie stelt dat het programma voldoet aan de "close to balance or in surplus"-vereiste van het Pact.

Ook Spanje besteedt in zijn programma aandacht aan de lange termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Spanje zal naar verwachting te maken krijgen met een sterke uitgaventoename (tot 2050 zo'n +10% BBP), maar in het stabiliteitsprogramma zijn slechts prognoses tot 2015 opgenomen. De Cie acht de aandacht voor vergrijzing en de door de overheid te nemen maatregelen onvoldoende.


h. geactualiseerd convergentieprogramma Verenigd Koninkrijk document: geactualiseerd convergentieprogramma Verenigd Koninkrijk

(http://www.hm-treasury.gov.uk/Pre_Budget_Report/prebud_pbr01/prebud_pbr01_index.cfm)

aard bespreking: vaststellen van de Raadsopinie

Het Britse programma is gebaseerd op groeiramingen van respectievelijk 2,25% en 2,5% voor de jaren 2002 en 2003. Vanaf 2004 wordt gerekend op 2 1/4 % BBP. Deze ramingen zijn bewust behoedzaam vastgesteld op 0,25 procentpunt onder een centraal scenario. De Cie-Autumn forecast zijn voor 2002 minder optimistisch (1,7 %) en voor 2003 juist meer optimistisch (3,0 %). Het begrotingsoverschot slaat volgens het geactualiseerde programma in 2001 om in een tekort van 0,2% BBP waarna dit tekort oploopt naar 1,3% in 2003. In volgende jaren stabiliseert het EMU-saldo op -1% BBP. De oorzaak van het verslechterde EMU-saldo is het omvangrijke investeringsprogramma van de Britse regering. Indien deze saldi worden gerealiseerd zou dit niet in lijn zijn met de "close to balance or in surplus", aldus de Cie. Tegelijkertijd wijst de Cie erop dat de realisaties in de praktijk naar verwachting beter zullen zijn.

In lijn met de ER-conclusies van Stockholm besteedt het programma aandacht aan de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn. Volgens het programma kunnen de additionele uitgaven uit hoofde van vergrijzing goed worden opgevangen, mede doordat de gepresenteerde berekeningen uitgaan van alleen prijsindexatie van pensioenen. De Cie stelt dat het VK relatief goed voorbereid is op de gevolgen van de vergrijzing gegeven de lage en dalende schuldratio.

Euro-introductie

Aard bespreking: informatie-uitwisseling over verloop euro-introductie

Tijdens de Ecofin zal stil worden gestaan bij het verloop van de euro-introductie. De omschakeling naar de euro is in Nederland succesvol afgerond. Sinds 28 januari is de euro het enige wettige betaalmiddel. Op deze dag is tevens een uitgebreide rapportage over de euro-omschakeling aan de Kamer gezonden.

Indirecte belasting
BTW - electronische handel
document: nog niet beschikbaar

aard bespreking: vaststellen gemeenschappelijk standpunt

besluitvormingsprocedure: n.v.t.

De Zesde BTW-richtlijn is onvoldoende toegerust om een specifieke vorm van e-commerce, het leveren van digitale prestaties (zoals het downloaden van muziek en software), op de juist wijze in de BTW-heffing te betrekken. Zoals de Zesde BTW-richtlijn op dit moment luidt, wordt de invoer in de EU van digitale prestaties niet belast en de uitvoer ervan wel. Dit is een onwenselijke situatie aangezien het op twee fronten een concurrentienadeel oplevert voor Europese aanbieders van digitale prestaties. Op de EU-markt omdat zij wel BTW in rekening moeten brengen en de aanbieders van buiten de EU niet. Op de wereldmarkt omdat zij daar Europese BTW in rekening moeten brengen en niet-EU aanbieders - uiteraard - niet.

In juni 2000 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan om de Zesde BTW-richtlijn op dit punt aan te passen. Dit voorstel is onder Frans, Zweeds en Belgisch voorzitterschap besproken en heeft uiteindelijk geleid tot een nieuw voorstel. Dit nieuwe voorstel voorziet in een interim-oplossing met een looptijd van drie jaar waarin niet-EU aanbieders van elektronische prestaties zich in de EU moeten laten registreren wanneer zij hun prestaties hier afzetten.

De "export" van digitale prestaties zal worden vrijgesteld van BTW, zodat ook dat concurrentienadeel voor EU-bedrijven zal worden weggenomen.

De Ecofin Raad zal worden gevraagd inhoudelijk akkoord te gaan met dit voorstel. Nederland kan instemmen.

Eigen middelen besluit
Stand van de bekrachtigingsprocedure van het besluit van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen

Dit punt is geagendeerd tot dat alle lidstaten formeel hebben geratificeerd, zodat dat tijdens de Ecofin kan worden vastgesteld. Op één na hebben alle lidstaten nu geratificeerd.

Begrotingskader voor de uitbreiding
Budgettaire aspecten van de uitbreiding van de EU
document: Common Financial Framework 2004-2006 for the Accession Negotiations

Aard bespreking: discussie

Toelichting

De Commissie doet in het document voorstellen met betrekking tot het financiële kader van de uitbreiding. Tijdens de Ecofin zal het document besproken worden. Verder wordt verwezen naar het AO van 6 februari over de uitbreiding en de brief van de regering in reactie op vragen van het kamerlid Karimi.